3.1.De Gemeente vordert, na eenmaal de grondslagen van haar vorderingen te hebben gewijzigd en tweemaal haar eis te hebben verminderd in verband met getroffen schikkingen, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad (enigszins samengevat):
[gedaagde 1] veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van primair € 624.093,66, en subsidiair € 24.035,40, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2014 tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van primair € 274.676,31, en subsidiair € 42.959, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2014 tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] en [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de Gemeente van primair € 142.111,94, en subsidiair € 22.026,90, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2014 tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de kosten van de gelegde conservatoire beslagen ter hoogte van € 2.080,26, althans [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] daartoe veroordeelt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten, althans [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] daartoe veroordeelt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de kosten van het EY rapport ter hoogte van € 161.530,16, althans [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] daartoe veroordeelt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 6.775, althans [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] daartoe veroordeelt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.