Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
(de rechtbank begrijpt 21 maart 2016)had bedacht dat zij beter iemand dood kon maken. Ze is naar de Albert Heijn gegaan en heeft daar een koksmes gekocht. [2] ’s Middags was ze al op zoek naar iets scherps, maar zij kon niets vinden. Op de afdeling deed ze het mes in haar mouw. Ze vroeg aan iemand of hij dood wilde, maar die wilde niet dood. Toen is verdachte weggelopen. Verdachte wilde nog steeds iemand dood maken, maar ze moest een beter plan verzinnen. Ze wilde [slachtoffer]
(de rechtbank begrijpt [slachtoffer] )dood maken. Verdachte heeft ook verklaard dat zij [slachtoffer] bij haar keel heeft gepakt. [3]
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
1 (één) jaarin een
psychiatrisch ziekenhuiszal worden geplaatst.