ECLI:NL:RBMNE:2016:3869

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
12 juli 2016
Zaaknummer
4602222
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kernbeding in verzekeringsvoorwaarden en schadevrije jaren bij autoverzekering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de verzekeringsmaatschappij Inshared Nederland B.V. De eiser, die in persoon procedeerde, vorderde onder andere te verklaren voor recht dat hij een WAM-verzekering had afgesloten en dat deze verzekering niet was geëindigd door royement door Inshared. De eiser stelde dat hij bij het afsluiten van de verzekering twee schadevrije jaren had, maar dat Inshared deze had aangepast op basis van gegevens uit Roy Data, waaruit bleek dat er geen schadevrije jaren geregistreerd stonden. De kantonrechter oordeelde dat de voorwaarden van Inshared, waarin staat dat het aantal schadevrije jaren kan worden aangepast indien deze niet overeenkomen met de gegevens in Roy Data, als een kernbeding moeten worden beschouwd. Dit betekent dat de wijziging van de premie door Inshared gerechtvaardigd was. De rechter verklaarde dat er wel degelijk een WAM-verzekering heeft bestaan van 5 maart 2015 tot 3 augustus 2015, en dat het royement geen terugwerkende kracht had. De eiser werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan Inshared, terwijl de vordering van Inshared tot betaling van achterstallige premie gedeeltelijk werd toegewezen. De rechter benadrukte dat de eiser zelf verantwoordelijk was voor het niet naleven van de voorwaarden, en dat de registratie van wanbetaling door Inshared gerechtvaardigd was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 4602222 AC EXPL 15-4918 PK/1097
Vonnis van 13 juli 2016
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
procederend in persoon,
tegen:
de besloten vennootschap
Inshared Nederland B.V.,
gevestigd te Leusden,
verder ook te noemen InShared,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A.L. Mijnssen.

1.Het verloop van de procedure in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 november 2015
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 16 december 2015
  • de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie van 10 februari 2016
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens van repliek in reconventie van 9 maart 2006
  • de conclusie van dupliek in reconventie van 6 april 2016.
1.2.
Hierna is uitspraak bepaald.

2.De feiten

2.1.
Het aanvraagformulier voor een autoverzekering op de website van Inshared vermeldt als toelichting bij
"Schadevrije jaren":
"Dit is het aantal jaren dat u schadevrij heeft gereden, terwijl de verzekering op uw naam stond. Dit is op te vragen bij uw huidige verzekeraar. Negatieve schadevrije jaren? Dan kunnen we u helaas niet verzekeren".
2.2.
De website van InShared vermeldt voorts:
"Tweede auto?
Gaat u een tweede auto verzekeren bij Inshared, dan kunt u gebruik maken van de korting van de eerste auto. U kunt het aantal schadevrije jaren van de eerste auto dan invullen bij uw aanvraag. Stuurt u ons daarna een mailtje naar [e-mailadres] ".
2.3.
De Voorwaarden Autoverzekering van InShared vermelden onder meer:
" 1.5.1 Hoe bepalen wij uw autopremie?
Wij schatten het risico voor uw auto in. Hoeveel premie u betaalt, hangt af van:

Het aantal schadevrije jaren volgens de informatie uit Roy Data en de indeling op de bonus-malustabel

Het bedrag waarvoor u bent verzekerd (de laatst bekende nieuwwaarde)

Het gewicht, de leeftijd, type en uitvoering van uw auto

De soort brandstof (Benzine, Diesel, LPG of Elektrisch)

Uw postcode

Het aantal kilometers per jaar

De leeftijd van de regelmatig bestuurder
U geeft deze gegevens aan ons. Daarmee berekenen we hoeveel premie u iedere maand betaalt. (…)
1.5.3
Het afsluiten van een Autoverzekering en uw schadevrije jaren.
Een jaar dat u zonder schade rijdt noemen verzekeraars een schadevrij jaar. Het aantal schadevrije jaren bouwt u per auto in de loop der jaren op. U betaalt minder premie als u meer schadevrije jaren heeft. Na 1 schade valt u meestal meerdere jaren terug. Doorgaans is dat 5 jaar. Het totaal van uw schadevrije jaren staat in Roy Data. Dit is een landelijk systeem waarin verzekeraars informatie zetten over autoverzekeringen en schadevrije jaren.
1.5.3.1 Wij spreken bij het afsluiten van een autoverzekering het volgende met u af:

U vult zelf de schadevrije jaren in die u heeft opgebouwd

Uw schadevrije jaren zoeken wij daarna op in Roy Data

Klopt uw opgave niet? Dan passen wij uw schadevrije jaren aan. Dit doen wij volgens de gegevens van Roy Data

Staan er voor u geen schade vrije jaren in Roy Data? Dan gaan wij er van uit dat u geen schadevrije jaren heeft

Is de informatie uit Roy Data volgens u niet juist? Neemt u dan contact op met uw vorige verzekeraar. Die kan dan het juiste aantal schadevrije jaren in Roy Data zetten

Is uw aantal schadevrije jaren samengeteld minder dan 0? Dan kunnen wij de verzekering weigeren".
2.4.
Bij e-mailbericht van 16 april 2015 heeft Inshared onder meer het volgende aan [eiser] geschreven:
"Wij kunnen uw schadevrije jaren niet vinden
Op 5-3-2015 is uw autoverzekering bij Inshared ingegaan. Bij het afsluiten van uw verzekering heeft u 2 schadevrije jaren ingevuld voor het kenteken [kenteken] . Nou is het alleen zo dat we met uw gegevens geen schadevrije jaren kunnen vinden in de officiële Nederlandse centrale database (Roy-data). (…)
Klopt dit niet? Neem dan contact op met de vorige verzekeraar
Denkt u dat het niet klopt dat er in Roy-data geen schadevrije jaren staan? Dan moet u even contact opnemen met de vorige verzekeraar. Zij zijn namelijk de enige die daar iets aan kunnen veranderen. (…)
Als wij niets van u horen, passen bij uw schadevrije jaren aan (…)
Als we binnen 4 weken geen bericht van u hebben ontvangen, dan gaan wij ervan uit dat u voor deze autoverzekering geen schadevrije jaren heeft. Wij passen dan uw bonus-malus trede aan en zet uw schadevrije jaren op 0. Dit zullen we niet met terugwerkende kracht doen. Daardoor kan uw premie veranderen. Dan weet u vast hoe dat komt".
2.5.
InShared heeft vervolgens de premie verhoogd en de betreffende bedragen via een incasso machtiging geïnd. [eiser] heeft deze betalingen gestorneerd.
2.6.
Partijen hebben vervolgens intensief over deze kwestie gecorrespondeerd, hetgeen niet tot een oplossing heeft geleid.
2.7.
Bij e-mailbericht van 23 oktober 2015 heeft InShared aan [eiser] geschreven:
"Royement
Ondanks onze eerdere aanmaningpogingen en herinneringen hebben wij de door u verschuldigde verzekeringspremie niet kunnen incasseren. Zoals aangekondigd in de brief en mail van 12-10-2015 hebben wij u per 25-10-2015 jl. als klant van Inshared geroyeerd. Hiermee zijn ook al uw verzekeringen bij Inshared beëindigd en bent u niet meer bij ons verzekerd. De consequenties van uw royement hebben wij u in onze vorige aankondiging verteld.
Geen verzekeringen van Achmea Schadeverzekeringen
Het is niet meer mogelijk om in de toekomst een verzekering bij ons af te sluiten. Achmea Schadeverzekeringen, de aanbieder van verzekeringen van Inshared, zal de opzegging van de verzekeringen verwerken in een intern registratieregister.
Betalingsverplichting blijft staan
De verplichting om de openstaande rekening te betalen blijft ook na royement staan. We zullen de totale achterstand van € 67,74 binnen 3 weken aan incassobureau EDR Incasso in Den Haag overdragen".
in conventie
2.8.
[eiser] vordert:
te verklaren voor recht dat hij op 5 maart 2015 een WAM-verzekering met betrekking tot de auto met kenteken [kenteken] heeft afgesloten en tot en met 3 augustus 2015 in stand heeft gehouden, welke verzekering heeft bestaan tussen hem als verzekeringnemer en InShared als verzekeraar;
te verklaren voor recht dat aan die verzekering niet een eind is gekomen doordat [eiser] door InShared als klant is geroyeerd;
te verklaren voor recht dat [eiser] niets aan InShared is verschuldigd;
veroordeling van InShared om binnen 30 dagen na de betekening van het vonnis aan [eiser] toe te zenden een door een registeraccountant ingevulde en ondertekende verklaring volgens het model dat als productie 5 bij dagvaarding is overgelegd, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag;
veroordeling van InShared bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis tot betaling van € 1.755,74, te verminderen met de aan [eiser] in rekening gebrachte € 37,36 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2015 tot de voldoening;
voor recht te verklaren dat InShared jegens [eiser] de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen heeft geschonden;
veroordeling van InShared in de proceskosten.
in reconventie
2.9.
InShared vordert veroordeling van [eiser] om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis om aan haar te betalen:
€ 67,74 ter zake van achterstallige verzekeringspremie;
€ 1.800,-- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
de proceskosten, waaronder begrepen de eventuele nakosten.
2.10.
Partijen voeren over en weer verweer, waarop in het navolgende zonodig zal worden ingegaan.

3.De beoordeling

in conventie
(a, b en c) De gevorderde verklaringen voor recht
3.1.
[eiser] legt het volgende aan deze vorderingen ten grondslag.
Voorafgaand aan het sluiten van de verzekering heeft hij meer dan twee jaar een andere auto gehad waarmee hij schadevrij heeft gereden. Bij het invullen van het aanvraagformulier voor de verzekering heeft hij daarom ingevuld dat hij twee schadevrije jaren had. Toen er discussie tussen partijen ontstond over de vraag of hij recht had op een premie die gebaseerd was op twee schadevrije jaren, heeft hij InShared aangeboden om bij OHRA, de verzekeraar van de andere auto, navraag te doen. InShared heeft van die mogelijkheid echter geen gebruik gemaakt. InShared heeft op enig moment aangevoerd dat OHRA de gegevens als InShared daarom zou hebben gevraagd niet zou hebben verstrekt, maar dat was feitelijk onjuist. Met de door hem gegeven toestemming zou OHRA de gegevens natuurlijk wel verstrekt hebben. Voor het overige heeft InShared zijn schadeverleden nooit betwist. De verzekering is door zijn opzegging geëindigd. Hij had de auto namelijk verkocht.
[eiser] stelt verder dat hij bij het invullen van het aanvraagformulier niet in het bijzonder heeft stilgestaan bij het begrip
"schadevrije jaren". Volgens normaal spraakgebruik is hij ervan uitgegaan dat InShared daaronder verstond het aantal jaren waarin hij voorafgaand aan het invullen van het formulier een auto had zonder schade op te lopen of te claimen. Volgens hem is onjuist de uitleg van InShared, dat onder schadevrije jaren moeten worden verstaan schadevrije jaren onder een verzekering bij een andere verzekeraar, welke verzekering inmiddels is geëindigd. Die uitleg verdraagt zich volgens hem ook niet met de hierboven in 2.1 geciteerde vermelding op de website van InShared. Volgens [eiser] dienen de toepasselijke bepalingen in het voordeel van de consument te worden uitgelegd, hetgeen pleit voor de door hem voorgestane uitleg. Ook de rechtskennis van partijen kan bij de uitleg van belang zijn. [eiser] stelt dat hij met betrekking tot het begrip schadevrije jaren geen rechtskennis heeft die verder strekt dan algemene kennis. Hij is naar eigen zeggen namelijk cultureel antropoloog en verdient de kost als cassatieadvocaat. Omdat een verzekeraar zich een beeld zal willen vormen van het risico dat aan een verzekering kleeft (is hij een brokkenpiloot of iemand die juist langdurig geen schade heeft gehad), is de door hem bepleite uitleg logisch. Er was dus geen grond voor de premieverhoging die InShared heeft toegepast.
3.2.
[eiser] voert verder aan dat InShared zich er niet op kan beroepen dat zij het aantal schadevrije jaren kan wijzigen als de schadevrije jaren niet zijn terug te vinden in Roy Data. Dit zou in strijd zijn met de overeenkomst, althans het zou naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Ten eerste voert hij daartoe aan dat InShared zelf kennelijk juist niet uitgaat van de registratie in Roydata in het geval de gegevens niet in Roy Data kunnen worden teruggevonden. Ten tweede stelt hij dat een dergelijk beding (dat als een algemene voorwaarde is aan te merken) onredelijk bezwarend is, om welke reden hij dat beding vernietigt.
Ten slotte heeft [eiser] bij dupliek nog aangevoerd dat het beding, op grond waarvan InShared de premie heeft aangepast, is aan te merken als een kernbeding en dus slechts werking tussen partijen heeft als er daarover werkelijke wilsovereenstemming is, en niet als (slechts) is voldaan aan de toepasselijkheidsvoorwaarden voor algemene voorwaarden. Hij heeft dit verder aldus toegelicht. Hij heeft de algemene voorwaarden niet gelezen. InShared heeft het acceptatieproces zo ingericht dat aspirant-verzekerden moeten verklaren de algemene voorwaarden wel gelezen en geaccordeerd te hebben, maar bij 26 pagina's, in 3 afzonderlijke teksten te downloaden, weet InShared ook wel dat vrijwel geen zinnig mens dat doet. Ook zonder de bestanden te downloaden kan men probleemloos een verzekering aanvragen. InShared zal in haar eigen logbestanden kunnen nagaan dat hij niet de moeite heeft genomen om deze 26 pagina's te downloaden en te lezen. Het zetten van een vinkje bij de slotvragen betekent niet dat hij de voorwaarden had gelezen en daarmee akkoord was. Met betrekking tot de betekenis van dat vinkje beroept [eiser] zich op het Haviltex-criterium. Als relevante omstandigheden noemt hij dat hij, een vermoeide cassatieadvocaat aan het eind van een werkdag vol weerbarstige teksten (i) eerst wordt verlokt om in een paar stappen op een website een verzekering af te sluiten, (ii) vervolgens de indruk krijgt dat het om het invullen van drie webpagina's gaat, (iii) maar dat hij wordt getrakteerd op het invullen van 6 formulieren en dat helemaal aan het eind daarvan de mogelijkheid krijgt om 3 documenten te downloaden (bij elkaar 46 pagina's), waarvan hij uit ervaring weet dat deze meestal ondoorgrondelijk zijn en toch niets aan de kern van de overeenkomst toevoegen.
3.3.
Volgens InShared dienen de gevorderde verklaringen voor recht te worden afgewezen. Op het invulformulier op de website van InShared heeft [eiser] zich immers uitdrukkelijk met de voorwaarden akkoord verklaard. Ook op de welkomst e-mail die hij na het afsluiten van de verzekering heeft ontvangen is verwezen naar de voorwaarden en naar de plek waar deze te vinden zijn. In artikel 1.5.3.1 van de Bijzondere Voorwaarden (de Voorwaarden Autoverzekering, kantonrechter) is bepaald dat het aantal schadevrije jaren wordt bepaald aan de hand van de gegevens van Roy Data, en dat de verzekerde contact met zijn vorige verzekeraar moet opnemen als de informatie uit Roy Data niet juist is. Uit deze regeling volgt volgens InShared dat schadevrije jaren met betrekking tot een auto waarvoor men nog altijd (elders) verzekerd is bij het afsluiten van een nieuwe verzekering niet meetellen. Schadevrije jaren bij een tweede auto tellen echter wel mee als ook deze tweede auto bij InShared verzekerd wordt.
3.4.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Nu vaststaat dat [eiser] op het aanvraagformulier heeft aangegeven dat hij instemt met
"de voorwaarden"(blijkens de uitdraai van de website: de Algemene Voorwaarden en de Voorwaarden Autoverzekering), zijn deze op de overeenkomst van toepassing. Dat [eiser] de voorwaarden niet gelezen heeft komt voor zijn risico. De door hem genoemde omstandigheden, waardoor hij ervoor gekozen heeft de voorwaarden niet te lezen, doen daar niet aan af.
3.5.
Partijen verschillen onder andere van mening over de vraag of [eiser] uit de vermelding op de website, dat men bij het verzekeren van een tweede auto gebruik kan maken van de schadevrije jaren van de eerste auto had behoren af te leiden dat dit alleen geldt indien ook de eerste auto bij InShared verzekerd is. Volgens [eiser] volgt dit niet uit de betreffende tekst, volgens InShared wel. Aan [eiser] kan worden toegegeven dat de door InShared gestelde voorwaarde dat beide auto's bij haar verzekerd moeten zijn wel wat duidelijker in de toelichting had kunnen worden vermeld. Deze kwestie kan echter in het midden blijven. In artikel 1.5.3.1 van de Voorwaarden Autoverzekering is immers duidelijk uitgelegd dat de gegevens in Roy Data leidend zijn, en dat de aanvrager in het geval de informatie uit Roy Data volgens hem niet juist is, contact op dient te nemen met de vorige verzekeraar. Die kan dan het juiste aantal schadevrije jaren in Roy Data zetten. Uit de correspondentie tussen partijen blijkt dat InShared [eiser] hierop heeft gewezen, maar dat hij daaraan geen gevolg heeft gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit verzoek van InShared niet als een onredelijk verzoek aan te merken. [eiser] is InShared dus ten onrechte naar de andere verzekeraar blijven verwijzen, in plaats van zelf contact met die verzekeraar op te nemen.
3.6.
Het beding dat InShared het aantal schadevrije jaren mag aanpassen als de opgave niet klopt met de gegevens in Roy Data is volgens [eiser] (dagvaarding punt 35) onredelijk bezwarend, om welke reden hij aankondigt dat beding te zullen vernietigen. Bij repliek (punt 11) komt hij daar terecht op terug door te stellen dat dit beding geen algemene voorwaarde is maar een kernbeding. De premiestelling is immers (net als de omvang van de dekking) een essentieel onderdeel van de overeenkomst. Zonder premiestelling is de verbintenis van de verzekerde onvoldoende bepaald, en kan de overeenkomst niet tot stand komen. De onderhavige bepaling is van rechtstreekse invloed op de hoogte van de premie, en zij is duidelijk en begrijpelijk geformuleerd.
Voorts neemt de kantonrechter in aanmerking dat de Parlementaire Geschiedenis vermeldt:
"Partijen zijn daartoe(het bepalen van een prijs, kantonrechter)
niet verplicht: zij kunnen de prijs geheel openlaten; zij kunnen afspreken dat deze pas ten tijde van de prestatie wordt bepaald; zij kunnen ook een prijs ‘vrijblijvend’ overeenkomen. Deze bedingen worden door de onderhavige bepaling niet bestreken: zij vallen als kernbedingen in de zin van art. 1 (thans: art. 6:231 onder a BW) buiten het bereik van de regeling inzake algemene voorwaarden"(Parl. Gesch. Inv., p. 1701-1702)
.
Hiermee kan worden gelijkgesteld een situatie als de onderhavige, waarin een voorlopige premie wordt overeengekomen onder de voorwaarde dat de opgegeven schadevrije jaren overeenstemmen met de gegevens uit Roy Data, en dat aanpassing plaatsvindt indien deze gegevens onjuist blijken te zijn.
3.7.
[eiser] stelt terecht dat met betrekking tot dit beding sprake moet zijn van wilsovereenstemming. Doordat hij akkoord is gegaan met de Voorwaarden Autoverzekering is aan die voorwaarde voldaan.
InShared mocht de hoogte van de premie dus wijzigen. De hierboven met c aangeduide gevorderde verklaring voor recht dat [eiser] niets aan InShared is verschuldigd, is dus niet toewijsbaar.
3.8.
De hierboven met a en b aangeduide vorderingen tot verklaring voor recht, dat tussen partijen een WAM-verzekering heeft bestaan met betrekking tot de auto met kenteken [kenteken] van 5 maart 2015 tot en met 3 augustus 2015 en dat aan die verzekering niet een eind is gekomen doordat [eiser] door InShared als klant is geroyeerd, zijn wel toewijsbaar. InShared heeft immers niet gesteld dat de verzekering op een eerder moment dan per 3 augustus 2015 is geëindigd. Voorts blijkt uit het door [eiser] bij dagvaarding overgelegde Verzekeringsoverzicht van 14 december 2015, dat de auto van 5 maart 2015 tot 3 augustus 2015 verzekerd is geweest. Verder kan uit het hierboven weergegeven e-mailbericht van 23 oktober 2015 worden afgeleid dat het royement geen terugwerkende kracht heeft (voor zover dat al zou kunnen).
(d) De vordering tot overlegging van een verklaring van een registeraccountant
3.9.
Als de kantonrechter [eiser] goed begrijpt dan legt hij aan deze vordering ten grondslag dat hij ten onrechte in het interne registratieregister van Achmea Schadeverzekering N.V. is opgenomen, dat InShared dat dient terug te draaien, en dat een accountant dit vervolgens dient te controleren en in een verklaring dient te bevestigen. Hij voert daartoe aan dat het belang van InShared bij deze registratie in geen verhouding staat tot het nadeel dat hieruit voor hem voortvloeit. De registratie is oneigenlijk gebruikt voor een ander doel, namelijk als incassomiddel. Registratie is voorts in strijd met artikel 4.3 van de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen.
3.10.
InShared heeft ten eerste tegen deze vordering aangevoerd dat [eiser] niet kan volstaan met het vorderen van overlegging van een accountantsverklaring. Volgens haar had hij apart een bevel moeten vorderen om hem uit de registers te verwijderen. Dit verweer gaat niet op, nu duidelijk is dat [eiser] (tevens), zij het impliciet, verwijdering uit de registers nastreeft.
3.11.
InShared betwist voorts dat sprake is van misbruik van recht. Nu [eiser] er in volhardt de verschuldigde premie niet (geheel) te willen betalen, is sprake van wanbetaling.
3.12.
De kantonrechter verwerpt het beroep van [eiser] op de Gedragscode. In het door hem genoemde artikel 4.3 van de Gedragscode is immers bepaald dat:
"Persoonsgegevens (slechts) worden verwerkt indien en voorzover is voldaan aan minimaal één van de volgende rechtmatige grondslagen:
a.
de Betrokkene heeft voor de Verwerking van Persoonsgegevens zijn ondubbelzinnige toestemming verleend".
Door in te stemmen met de Algemene Voorwaarden (en met name artikel 21) heeft [eiser] tevens ingestemd met de verwerking van zijn persoonsgegevens. Er is dus sprake van de vereiste minimale grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens.
3.13.
Ook de stelling dat het belang van InShared in geen verhouding staat tot het nadeel voor [eiser] en dat sprake is van oneigenlijk gebruik van de registratie gaat niet op. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft InShared er in dit geval voldoende belang bij dat [eiser] als wanbetaler wordt geregistreerd en te weigeren nog andere verzekeringen met hem te sluiten. Het bedrag in geschil, € 67,74, is weliswaar beperkt, maar [eiser] had er ook voor kunnen kiezen dit bedrag te betalen en de zaak vervolgens aan de rechter voor te leggen, in plaats van betaling simpelweg (naar uit dit vonnis blijkt: ten onrechte) te weigeren en aldus eigenrichting te plegen. Onder deze omstandigheden staat het InShared vrij niet langer zaken met hem te willen doen.
3.14.
Voorts stelt [eiser] dat hij mogelijk ook is geregistreerd bij de Stichting Centrale Informatie Systeem (dagvaarding punt 39), welke register door 98 verzekeraars is te raadplegen. De kantonrechter gaat daaraan voorbij. [eiser] kan niet volstaan met het noemen van de mogelijkheid dat hij in dat register is opgenomen. Hij had daartoe bij dat register kunnen nagaan of hij daarin inderdaad als wanbetaler was vermeld. Of hij in dat register is opgenomen is dus niet komen vast te staan.
3.15.
De hierboven onder d genoemde vordering zal dus worden afgewezen.
(e) de vordering tot betaling van € 1.755,74
3.16.
[eiser] legt aan deze vordering ten grondslag dat hij met betrekking tot de onderhavige kwestie aanvankelijk een dagvaarding heeft opgesteld en laten uitbrengen aan Achmea Schadeverzekeringen N.V., welke dagvaarding hij uiteindelijk niet heeft aangebracht. Toen hij de dagvaarding van de deurwaarder terugontving bleek de deurwaarder het adres van de gedaagde te hebben gewijzigd. Omdat [eiser] daarover verbaasd was, heeft hij nader onderzoek gedaan waaruit bleek dat hij niet Achmea Schadeverzekeringen N.V. had behoren te dagvaarden, maar InShared. Omdat deze verwarring door InShared is ontstaan, is zij schadeplichtig.
[eiser] wijst op de volgende omstandigheden:
  • de polis is ondertekend door
  • daaronder staat:
  • navraag bij de Kamer van Koophandel leerde vervolgens:
o InShared is inderdaad een handelsnaam van Achmea Schadeverzekeringen N.V.;
o InShared is niet een geregistreerde handelsnaam van gedaagde;
o [A] is niet directeur van Achmea Schadeverzekeringen N.V.;
o [A] is wel bestuurder van InShared Holding B.V., de houder van de aandelen van gedaagde;
o het KvK-nummer [...] is niet van Achmea Schadeverzekeringen N.V.;
o het KvK-nummer [...] is van gedaagde;
o enige vennootschapsrechtelijke band tussen gedaagde of InShared Holding B.V.; en Achmea Schadeverzekeringen N.V. valt uit het handelsregister niet af te leiden.
- Volgens de algemene voorwaarden van InShared zijn de verzekeraarsrechten rechten van InShared, en zijn ook de verzekeraarsplichten plichten van InShared. In dat licht valt volgens hem niet in te zien wat bedoeld wordt met de vermelding in die algemene voorwaarden:
"InShared is een handelsnaam van Achmea Schadeverzekeringen N.V., de verzekeringsmaatschappij waarmee u de verzekeringsovereenkomst hebt afgesloten". Aan de voet van de polis is echter vermeld:
"InShared is een handelsnaam van Achmea Schadeverzekeringen N.V., KvK nummer [...] ". Dit KvK-nummer behoort echter niet bij Achmea Schadeverzekeringen N.V., maar bij InShared.
3.17.
InShared voert tegen de vordering aan dat de dagvaarding wel degelijk terecht aan Achmea Schadeverzekeringen N.V. is uitgebracht, omdat artikel 22 van de Algemene Polisvoorwaarden en artikel 10.6 van de Bijzondere polisvoorwaarden (de Voorwaarden Autoverzekering van InShared, kantonrechter) uitdrukkelijk als verzekeraar vermelden: Achmea Schadeverzekeringen N.V.
Dit verweer treft doel. De enkele onjuiste vermelding van het KvK-nummer doet niet af aan de uitdrukkelijke vermelding van Achmea Schadeverzekeringen N.V. als verzekeraar. Onvoldoende aannemelijk is daarom geworden dat indien [eiser] de aan Achmea Schadeverzekeringen N.V. uitgebrachte dagvaarding had aangebracht, Achmea Schadeverzekeringen N.V. zich terecht op het standpunt zou hebben kunnen stellen dat hij de verkeerde partij in rechte heeft betrokken. InShared is dus niet schadeplichtig.
3.18.
De hierboven met e aangeduide vordering is niet toewijsbaar.
(f) schending door Inshared van de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen
3.19.
Naar de kantonrechter begrijpt legt [eiser] aan deze vordering ten grondslag dat Inshared artikel 4.3 van de Gedragscode heeft overtreden. Zoals in het voorgaande reeds is beslist, is daarvan geen sprake. De vordering is dus niet toewijsbaar.
Slotsom
3.20.
Slechts toewijsbaar is de vordering te verklaren voor recht dat tussen partijen een WAM-verzekering heeft bestaan met betrekking tot de auto met kenteken [kenteken] van 5 maart 2015 tot en met 3 augustus 2015 en dat aan die verzekering niet een eind is gekomen doordat [eiser] door InShared als klant is geroyeerd.
3.21.
[eiser] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, welke worden begroot op € 300,-- aan salaris gemachtigde (2 x tarief € 150,--).
in reconventie
3.22.
Aan haar vordering tot betaling van € 64,74 legt InShared de grondslag dat [eiser] deze achterstallige verzekeringspremie nog dient te voldoen. [eiser] brengt hiertegen in dat uit de stellingen van InShared in conventie volgt, dat er volgens InShared geen contractuele relatie tussen partijen bestaat, om welke reden de grondslag voor de reconventionele vordering onduidelijk is. Voor onrechtmatige daad als grondslag is volgens hem te weinig gesteld.
3.23.
InShared is niet expliciet op dit verweer ingegaan, maar het verweer van [eiser] faalt niettemin. Voor zover hij op grond van de onderhavige verzekeringsovereenkomst premie heeft betaald, heeft hij dat gedaan aan InShared. Achterstallige premie kan dus ook door InShared (zoals zij zelf stelt: een financiële onderneming van Achmea) worden gevorderd.
Verder voert [eiser] bij conclusie van antwoord aan dat hij op zijn hoogst € 37,36 schuldig kan zijn. InShared is hierop bij repliek niet ingegaan. Evenmin heeft zij uiteengezet hoe de door haar gevorderde premie is berekend. Toewijsbaar is daarom slechts het erkende bedrag van € 37,36.
3.24.
InShared vordert voorts € 1.800,-- ter zake van buitengerechtelijke kosten, die gemaakt zijn om te trachten een procedure te voorkomen en de zaak buiten rechte af te doen. In totaal hebben 3 medewerkers van InShared in totaal 15 uur daaraan besteed tegen een gerechtvaardigd uurtarief van € 120,--. Volgens [eiser] is deze vordering niet toewijsbaar, omdat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Dit is juist. Nu het gevorderde bedrag hoger is dan het in het Besluit bepaalde tarief, zal de kantonrechter het bedrag tot het wettelijke tarief toewijzen: € 40,-- + 21% = € 48,40.
In totaal is dus toewijsbaar € 85,76.
3.25.
Nu beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
4.1.
verklaart voor recht dat tussen partijen een WAM-verzekering heeft bestaan met betrekking tot de auto met kenteken [kenteken] van 5 maart 2015 tot en met 3 augustus 2015 en dat aan die verzekering niet een eind is gekomen doordat [eiser] door InShared als klant is geroyeerd;
4.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van InShared, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 300, aan salaris gemachtigde;
4.3.
veroordeelt [eiser] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door InShared volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 75, aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
4.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
4.6.
veroordeelt [eiser] om aan InShared tegen bewijs van kwijting te betalen € 85,76;
4.7.
compenseert de proceskosten aldus, dat elk van partijen de eigen kosten draagt;
4.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2016.