ECLI:NL:RBMNE:2016:3841
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor cocaïnehandel en woninginbraak in Woerden
Op 11 juli 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het handelen in cocaïne en het plegen van een woninginbraak in Woerden in 2014. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en begeleiding.
De zaak kwam ter terechtzitting op 27 juni 2016, waar de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. K.H.T. van Gijssel, wel. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging. De tenlastelegging werd gewijzigd, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het verkopen en aanwezig hebben van cocaïne en het inbreken in een winkel.
De rechtbank achtte het bewijs voor de cocaïnehandel overtuigend, gebaseerd op getuigenverklaringen en het aantreffen van ponypacks met cocaïne. Voor de woninginbraak was er DNA-bewijs dat overeenkwam met het profiel van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan beide feiten en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het recidiverisico van de verdachte. De rechtbank besloot tot een hogere straf dan door de officier van justitie was gevorderd, maar legde een deel van de straf voorwaardelijk op, met als doel de verdachte te begeleiden en te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten pleegt.