ECLI:NL:RBMNE:2016:383

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
16.659476-14 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting van visgroothandel en gijzeling van oplichter

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen die zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting van een Urker visgroothandel in november 2013. De verdachten hebben zich voorgedaan onder een valse naam en hebben een grote hoeveelheid vis, waaronder zalmfilet en garnalen, afgenomen zonder te betalen. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot werkstraffen van respectievelijk 100 en 200 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk. Een derde man, die ook betrokken zou zijn geweest bij de oplichting, is inmiddels overleden. De officier van justitie is in deze zaak niet ontvankelijk verklaard.

Daarnaast is de eigenaar van de visgroothandel veroordeeld voor de gijzeling van één van de oplichters. Hij had de oplichters willen dwingen om het geld voor de geleverde vis te betalen of de vis terug te geven, omdat hij vond dat de politie niet adequaat optrad. De rechtbank heeft deze eigenaar schuldig bevonden aan wederrechtelijke vrijheidsberoving en heeft hem een geldboete van €10.000,- opgelegd. Een medewerker van de visgroothandel is vrijgesproken, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij betrokken was bij de gijzeling.

De rechtbank heeft in haar vonnis ook de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld, die had gevorderd om niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de overleden verdachte. De rechtbank heeft dit verzoek gehonoreerd, aangezien het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.659476-14 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 januari 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats] ,
laatstelijk wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting dat laatstelijk heeft plaatsgevonden op 13 januari 2016, waarbij de verdachte en zijn raadsman niet zijn verschenen.
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 2 september 2015 en geschorst tot
13 januari 2016 om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aan de rechtbank de akte van het overlijden van verdachte te overleggen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr.
F. Rethmeijer.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 14 november 2013 tot en met 19 november
2013 op Urk en/of te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige
kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde]
heeft bewogen tot de afgifte van een (grote) hoeveelheid vis
(zalmfilet) en/of garnalen, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich tegenover (medewerker(s) van) die [benadeelde] voorgedaan als
een medewerker van [hotel] en/of daarbij
gebruikmakend van een valse naam en/of van een (gedeeltelijk) vals e-mailadres
en/of de bedrijfsgegevens en/of het logo van [hotel]
, en/of- in die (valse) hoedanigheid voornoemde partij vis en/of garnalen besteld bij
die [benadeelde] en/of
- zich (aldus) voorgedaan als een bonafide koper en/of de indruk gewekt dat
hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de betreffende partij vis en/of
garnalen na levering zou/zouden betalen,
waardoor die [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2013 tot en met 20 november
2013 op Urk en/of te Emmen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of
door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot
de afgifte van een (grote) hoeveelheid garnalen, in elk geval van enig goed,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid als volgt heeft
gehandeld: hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
- zich tegenover (medewerker(s) van) die [benadeelde] voorgedaan als
een medewerker van [hotel] en/of daarbij
gebruikmakend van een valse naam en/of van een (gedeeltelijk) vals e-mailadres
en/of de bedrijfsgegevens en/of het logo van [hotel]
, en/of
- in die (valse) hoedanigheid voornoemde partij garnalen

bij voornoemde [benadeelde] besteld en/of

- zich (aldus) voorgedaan als een bonafide koper en/of de indruk gewekt dat
hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voornoemde partij garnalen na
levering zou/zouden betalen.

3.DE VOORVRAGEN

De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 2 september 2015 gevorderd haar niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging vanwege het overlijden van verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
Uit de akte van overlijden volgt dat verdachte op [2015] is overleden. Nu op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervalt door de dood van verdachte, zal de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging.

4.BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. F.G. van Arem en H.J. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Verstraaten, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 januari 2016.