ECLI:NL:RBMNE:2016:3621

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
4 juli 2016
Zaaknummer
4776712
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringskwestie omtrent schade aan gestolen en teruggevonden auto door productfout

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een eiser en de verzekeraar Inshared Nederland B.V. over de schade aan een Volkswagen Golf die na diefstal werd teruggevonden met aanzienlijke motorschade. De eiser had een allriskverzekering afgesloten die dekking bood voor schade door diefstal, maar niet voor productfouten. De auto werd op 14 april 2014 gestolen en later teruggegeven aan de eiser, die constateerde dat de auto gebreken vertoonde. Een deskundige concludeerde dat de motorschade het gevolg was van een productfout, maar de eiser betwistte dit en vorderde schadevergoeding van Inshared.

De kantonrechter oordeelde dat de schade aan de auto inderdaad het gevolg was van een productfout, wat betekent dat Inshared niet verplicht was om de schade te vergoeden, aangezien productfouten uitgesloten zijn van dekking in de verzekeringsovereenkomst. De rechter benadrukte dat het bestaan van een terugroepactie niet noodzakelijk is om een productfout aan te nemen. De vordering van de eiser werd afgewezen en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Inshared. Dit vonnis werd uitgesproken op 6 juli 2016.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 4776712 AC EXPL 16-489 KdM/1151
Vonnis van 6 juli 2016
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.S. Kat,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
InShared Nederland B.V.
gevestigd te Leusden,
verder ook te noemen Inshared,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A.L. Mijnssen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 2 maart 2016 en de comparitie van partijen van 7 juni 2016, waarvan aantekening is gehouden. Op de comparitie heeft [eiser] zijn eis verminderd met € 3.025,- en heeft hij een kostenbegroting in het geding gebracht. Verder zijn de algemene voorwaarden van Inshared van september 2012 in het geding gebracht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] had een Volkswagen Golf met het bouwjaar 2011. Voor deze auto had hij een allriskverzekering afgesloten bij Inshared. De verzekering bood onder meer dekking voor schade die is ontstaan door diefstal van de auto. De verzekering bood geen dekking voor fouten in onderdelen of de constructie van de auto.
2.2.
Op 14 april 2014 is de auto van [eiser] gestolen. De auto is later teruggevonden en aan [eiser] teruggegeven. Toen [eiser] de auto na de diefstal weer in zijn bezit had, vertoonde deze gebreken. Hierover heeft hij contact gezocht met Inshared.
2.3.
Inshared heeft een deskundige een onderzoek naar de gebreken laten uitvoeren. Dat heeft geleid tot een rapport waarin het volgende is opgenomen:

Tijdens ons onderzoek constateerden wij een technisch gebrek aan het smeersysteem van de motor. Dit gebrek is geen gevolg van rijstijl of nalatigheid van de bestuurder(s), maar het gevolg van een productfout. Door een defecte terugslag klep in het nokkenashuis is de oliedruk in de cilinderkop afgenomen, waardoor de motor onherstelbaar beschadigd is.
2.4.
Het motortype van de auto van [eiser] is ook gebruikt in auto’s van de merken Audi, Seat en Škoda. Voor bepaalde Audi’s met datzelfde motortype heeft de fabrikant auto’s teruggeroepen, omdat is gebleken dat ernstige motorschade kon ontstaan. In het rapport van de deskundige wordt naar deze terugroepactie verwezen en wordt geconstateerd dat de schade aan de auto van [eiser] lijkt op de schade die aan de teruggeroepen Audi’s kon ontstaan.
2.5.
Voor het type auto van [eiser] is er geen terugroepactie geweest.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na vermindering van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Inshared om aan [eiser] te voldoen € 7.585,24 (bestaande uit € 6.427,24 aan hoofdsom en € 1.158,- aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 28 augustus 2015 tot de voldoening en met veroordeling van Inshared in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat sprake was van schade aan de auto die is ontstaan tijdens de diefstal van de auto en dat Inshared op grond van de verzekering deze schade moet vergoeden. Van een productfout kan volgens [eiser] geen sprake zijn, omdat Volkswagen geen terugroepactie heeft of had voor dit type auto. [eiser] maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten omdat Inshared in verzuim is geraakt, respectievelijk [eiser] de vordering uit handen heeft moeten geven.
3.3.
Inshared heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten. Inshared baseert haar verweer erop dat de schade aan de auto een productfout is waarvoor de verzekering geen dekking biedt. Het bestaan van een productfout is volgens Inshared onafhankelijk van de vraag of er een terugroepactie gold voor dit type auto.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat de auto van [eiser] ernstige motorschade had toen hij deze na de diefstal terug kreeg. Waar het in deze zaak over gaat is of deze schade is aan te merken als een productfout (fabrieksfout) van de auto. Als dat zo is dan hoeft Inshared de schade niet te vergoeden, omdat productfouten zijn uitgesloten van dekking. Als geen sprake is van een productfout, dan moet Inshared de schade in beginsel wel vergoeden, omdat schade die door een autodief wordt veroorzaakt wel wordt gedekt door de verzekering die [eiser] had afgesloten.
4.2.
Partijen hebben de schade door een deskundige laten beoordelen. Die komt tot de conclusie dat wél sprake is van een productfout (zie overweging 2.3.). Inshared heeft aangeboden om een andere deskundige een tegenonderzoek te laten uitvoeren, maar daar wilde [eiser] niet aan meewerken. Daarom zal de kantonrechter nu in beginsel uitgaan van de conclusies van de deskundige: die is namelijk benaderd omdat hij verstand heeft van autotechniek, terwijl partijen, hun gemachtigden en de kantonrechter dat niet of in veel mindere mate hebben. Om toch tot een ander oordeel dan de deskundige te komen moet het, op basis van wat [eiser] heeft aangevoerd, in één oogopslag duidelijk zijn dat wat de deskundige heeft gezegd niet kan kloppen. Dat zal de kantonrechter nu beoordelen.
4.3.
Dat geen sprake kan zijn van een productfout heeft [eiser] onderbouwd door erop te wijzen dat voor zijn auto geen terugroepactie heeft gegolden. [eiser] ’s standpunt houdt in feite in dat een productfout alleen maar kan bestaan als er ook een terugroepactie aan die productfout kan worden gekoppeld. Dit standpunt volgt de kantonrechter niet. Het is denkbaar dat bij ernstige productfouten een terugroepactie zal volgen, bijvoorbeeld als die fouten kunnen leiden tot gevaarlijke situaties op de weg. Maar dat betekent niet dat iedere productfout altijd en per definitie gekoppeld zal zijn aan een terugroepactie. In de eerste plaats zal een terugroepactie over het algemeen vooraf moeten worden gegaan door schademeldingen waardoor die specifieke fout aan het licht komt. Er zullen dus eerst een aantal schadegevallen moeten zijn voordat een fabrikant tot een terugroepactie besluit. Maar het kan ook zijn dat sprake is van incidenten, dat wil zeggen dat een schade wel het gevolg is van een fout in de productie van de auto, maar dat die schade niet zo vaak voorkomt dat de fabrikant tot een terugroepactie besluit. Of auto’s worden teruggeroepen is bovenal afhankelijk van het besluit dat de fabrikant daarover neemt op basis van zijn eigen afwegingen en inschattingen over bijvoorbeeld de aard van het gebrek en de risico’s die dat met zich mee brengt voor de (verkeers)veiligheid en de mogelijke (imago)schade van de fabrikant.
4.4.
Dat een fabrikant bij productfouten altijd auto’s moet terugroepen klopt dus niet. Het is in ieder geval niet zo dat het al dan niet bestaan van een terugroepactie de voorwaarde is om een productfout te kunnen aannemen. De kantonrechter zal daarom uitgaan van het rapport van de deskundige, omdat [eiser] daartegen verder niets heeft aangevoerd. De enkele verklaring van de Volkswagendealer dat er geen terugroepactie is geweest kan niet als tegenrapport worden gezien: daar is hiervoor juist uitgebreid op ingegaan. Dat betekent dat komt vast te staan dat de motorschade aan de auto van [eiser] het gevolg was van een productfout.
4.5.
[eiser] heeft ook niet voldoende onderbouwd dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat Inshared, in aanvulling op de verzekeringsovereenkomst, in dit geval toch dekking moet verlenen voor de schade. [eiser] wijst erop dat auto’s van het type dat hij had niet door Inshared worden uitgesloten van dekking. Dat is ook niet vreemd: andere schades dan schade die het gevolg is van productfouten worden immers wel vergoed, ook bij dit type auto’s. Het gaat er juist om dat productfouten specifiek van dekking zijn uitgesloten. Dat [eiser] ’s auto een motorgebrek had kon Inshared bij het afsluiten van de verzekering ook niet weten. [eiser] wist dit zelf overigens ook niet.
4.6.
De deskundige heeft nog opgemerkt dat het ontstaan van de schade niet afhankelijk is van degene die in de auto rijdt of van de manier waarop diegene rijdt. Dat de schade tijdens de periode van diefstal van de auto is ontstaan is dan ook toevallig: de schade had ook kunnen ontstaan voor of na de diefstal, op een moment dat [eiser] de auto zelf zou hebben bestuurd. Dat die schade is ontstaan is heel vervelend voor [eiser] , maar dat is het risico van het hebben en het gebruiken van een eigen auto. Ook bij een relatief nieuwe auto kunnen onverwacht kostbare reparaties nodig zijn, maar dat betekent niet dat de verzekeraar van de auto dan dekking moet bieden voor die schade. Het staat [eiser] verder vrij om met het rapport van de deskundige fabrikant Volkswagen te benaderen over zijn schade.
4.7.
De vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Inshared worden begroot op € 500,00 voor het salaris van haar gemachtigde (2 punten x tarief € 250,00). De nakosten, waarvan Inshared betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Inshared, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 500,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
veroordeelt [eiser] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Inshared volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2016.