ECLI:NL:RBMNE:2016:3620

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
4 juli 2016
Zaaknummer
C/16/401453 / HA ZA 15-807
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen door interim-manager na voortijdig vertrek en geschil over geheimhoudingsbeding

In deze zaak vordert Pro-People V.O.F. betaling van onbetaalde facturen door Funix B.V. na het voortijdig vertrek van interim-manager [Y]. Pro-People had een raamovereenkomst en een managementovereenkomst met Funix, waarbij [Y] van oktober 2014 tot januari 2015 werkzaamheden verrichtte. Na onenigheid over het beleid heeft Pro-People de managementovereenkomst opgezegd, maar Funix heeft de facturen voor de geleverde diensten niet betaald. Funix betwist de kwaliteit van de geleverde diensten en beroept zich op verrekening van contractuele boetes wegens schending van het geheimhoudingsbeding door [Y]. De rechtbank oordeelt dat Funix de facturen voor de bemiddelingsbijdrage van [X] moet betalen, maar niet voor de niet gewerkte uren van [Y] na de opzegging. De rechtbank wijst de vordering van Pro-People gedeeltelijk toe, waarbij de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. Funix wordt veroordeeld in de proceskosten en beslagkosten. De beslissing is genomen door mr. K. de Meulder op 6 juli 2016.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/401453 / HA ZA 15-807
Vonnis van 6 juli 2016
in de zaak van
de vennootschap onder firma
PRO-PEOPLE V.O.F.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
advocaat mr. H.E. ter Horst te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNIX B.V.,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. S. Mol te Utrecht.
Partijen zullen hierna Pro-People en Funix genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 6 januari 2016 en uit het proces-verbaal van comparitie van 25 mei 2016. Dit proces-verbaal is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Namens partijen is gereageerd op de inhoud daarvan: door Funix bij brief van 1 juni 2016 en door Pro-People bij brief van 1 juli 2016. Deze brieven zijn bij het proces-verbaal gevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Pro-People verricht diensten op het gebied van interim-management en werving, selectie en detachering van personeel. Pro-People heeft met Funix een raamovereenkomst voor detachering gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het ter beschikking stellen van medewerkers van Pro-People aan Funix.
2.2.
In de periode van 2 september 2014 tot 1 februari 2015 is [X] (hierna: [X] ) door Pro-People gedetacheerd aan Funix. Partijen waren hiertoe overeengekomen dat Funix aan Pro-People een bemiddelingsbijdrage van € 7,- per uur, exclusief btw, verschuldigd was voor elk door [X] gewerkt uur.
2.3.
Partijen hebben daarnaast een overeenkomst gesloten op grond waarvan Pro-People [Y] (hierna: [Y] ) aan Funix ter beschikking stelde voor managementwerkzaamheden vanaf 1 oktober 2014 (hierna: de managementovereenkomst). Partijen waren daarbij een vergoeding overeengekomen van van € 70,- per uur, exclusief btw.
2.4.
In de managementovereenkomst is het volgende opgenomen over de omvang, geheimhouding, de mogelijkheid van beëindiging van de overeenkomst en contractuele boetes:

Artikel 3 Duur en verlenging
3.1
De opdracht wordt aangegaan voor de periode van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015. Opdrachtnemer zal de werkzaamheden in het kader van het Project ca. 3 dagen per week uitvoeren.
Artikel 9 Geheimhouding
9.1
De Opdrachtnemer is gehouden om alles in het werk te stellen hetgeen redelijkerwijs mogelijk en nodig is, om geheimhouding te verzekeren aangaande alle gegevens en kennis van de Opdrachtgever en/of cliënten en/of eindgebruikers van Opdrachtgever, alsmede die gegevens die in het kader van deze overeenkomsten zijn verstrekt en andere vertrouwelijke informatie waar de Opdrachtnemer kennis van neemt bij de uitvoering van de opdracht.
9.2
De Opdrachtnemer verbindt zich de hier eerder genoemde kennis en gegevens niet aan derden ter beschikking te stellen en/of hierover aan derden inlichtingen te verschaffen zonder voorafgaande toestemming hiertoe van de Opdrachtgever waaronder begrepen cliënten en/of eindgebruikers van de Opdrachtgever.
Artikel 14 Tussentijdse beëindiging van de overeenkomst
14.1
De Opdrachtgever en de Opdrachtnemer kunnen gezamenlijk deze overeenkomst met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk tussentijds beëindigen. Terstond na het daartoe genomen besluit, bevestigt de ene partij de andere de overeengekomen onmiddellijk gehele of gedeeltelijke beëindiging van deze overeenkomst per aangetekende brief, onder opgaaf van redenen. Ingeval één van de partijen de opdracht tussentijds wenst te beëindigen, zal daartoe een opzegtermijn van twee maanden in acht worden genomen.
Artikel 15 Boetebeding/sancties
15.1
Bij iedere overtreding van artikel 9, 10, 11 en 13 van deze overeenkomst verbeurt Opdrachtnemer, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3, 4 en 5 BW, ten behoeve van Opdrachtgever telkens een dadelijk opeisbare boete, zonder dat voorafgaande sommatie of ingebrekestelling is vereist, van € 10.000,00 ineens, te vermeerderen met een bedrag van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van Opdrachtgever om nakoming te vorderen of schadevergoeding in plaats van boete.
2.5.
[Y] heeft ook werkzaamheden verricht voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] Solutions B.V. (hierna: [naam] Solutions). Funix en [naam] Solutions worden bestuurd vanuit dezelfde beherende vennootschap. Toen [Y] vervolgens voor Funix zijn werkzaamheden in het kader van de managementovereenkomst ging verrichten, bleef hij ook voor [naam] Solutions werken.
2.6.
Bij brief van 30 oktober 2014 heeft Pro-People de managementovereenkomst opgezegd, waarbij is aangegeven dat [Y] gedurende de opzegtermijn van twee maanden beschikbaar zal blijven voor werkzaamheden. In de brief is verder vermeld:

Grondslag voor deze beslissing komt voort uit voortschrijdend inzicht ontstaan in de afgelopen weken rondom het verwachte management, bestuur en de gekozen strategie richting de nabije toekomst van beide organisaties. Naar mijn mening worden hierin de onjuiste keuzes gemaakt en verkeerde prioriteiten gesteld. Als gevolg daarvan wordt de inhoud van “de opdracht” in mijn ogen onhaalbaar […]
Funix heeft hierop te kennen gegeven geen gebruik meer te willen maken van de diensten van [Y] . [Y] heeft vervolgens geen werkzaamheden meer verricht voor Funix. Op hetzelfde moment heeft hij ook zijn werkzaamheden voor [naam] Solutions beëindigd.
2.7.
[naam] Solutions is daarna in staat van faillissement verklaard. Op 19 november 2014 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de curator in dit faillissement en (onder meer) [Y] .
2.8.
Funix heeft een viertal facturen van Pro-People onbetaald gelaten, die zagen op het volgende:
factuurnummer
gefactureerd
factuurbedrag
201411018
bemiddelingsbijdrage [X] oktober 2014
vergoeding [Y] oktober 2014
€ 10.551,50
201411021
vergoeding [Y] november 2014
vergoeding [Y] december 2014
€ 19.226,90
201412022
bemiddelingsbijdrage [X] december 2014
€ 804,65
201501001
bemiddelingsbijdrage [X] januari 2015
€ 775,01
totaal
€ 31.358,06
2.9.
Op 30 juli 2015 heeft Pro-People met verlof van de voorzieningenrechter in deze rechtbank conservatoir derdenbeslag gelegd ten laste van een bankrekening van Funix.

3.Het geschil

3.1.
Pro-People vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Funix om aan Pro-People te voldoen € 34.157,79 (bestaande uit € 31.358,06 aan hoofdsom, € 1.711,15 aan wettelijke handelsrente tot en met 27 juli 2015 en € 1.088,58 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 28 juli 2015 tot de voldoening en met veroordeling van Funix in de proceskosten.
3.2.
Pro-People legt aan haar vordering ten grondslag dat Funix jegens Pro-People toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen ingevolge de tussen partijen gesloten overeenkomsten, door de vier in overweging 2.8. genoemde facturen onbetaald te laten. Pro-People maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten omdat Funix in verzuim is geraakt, respectievelijk Pro-People de vordering uit handen heeft moeten geven.
3.3.
Funix heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de rechtbank deze zal afwijzen, met veroordeling van Pro-People in de proceskosten. Zij baseert haar verweer er kort gezegd op dat Pro-People tekort is geschoten in de nakoming van de managementovereenkomst doordat [Y] de overeengekomen werkzaamheden in oktober 2014 niet goed heeft verricht en daarnaast doordat hij de geheimhoudingsverplichting heeft geschonden. Funix beroept zich verder op verrekening van de als gevolg hiervan volgens haar verbeurde contractuele boetes en op matiging van het bedrag dat zij op grond van de managementovereenkomst verschuldigd zou zijn.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Funix betwist niet dat zij de facturen die zien op de bemiddelingsbijdrage van [X] verschuldigd is. Deze door Pro-People gevorderde bedragen zullen dus worden toegewezen, tenzij het hierna (in overweging 4.5.) te bespreken beroep van Funix op verrekening met verbeurde contractuele boetes op gaat.
4.2.
Het gaat in deze zaak verder over de werkzaamheden die [Y] voor Funix heeft verricht. Niet in geschil is dat hij in oktober 2014 ongeveer drie dagen per week aanwezig is geweest op het bedrijf. Funix heeft ook niet betwist dat het aantal uren dat door Pro-People voor oktober is gefactureerd hiermee overeen komt. Volgens Funix heeft [Y] zijn werkzaamheden echter niet goed verricht, zodat zij deze gefactureerde uren ook niet hoeft te betalen. Op de comparitie is gesproken over de achtergrond van deze stelling van Funix. Zij heeft toen naar voren gebracht dat er na het vertrek van [Y] ‘misstappen’ aan het licht zijn gekomen, maar dat nog niet duidelijk is hoe een en ander precies is gegaan en wat [Y] precies heeft gedaan. Volgens Funix moet dit later duidelijk worden in andere procedures, die de curator in het faillissement van [naam] Solutions heeft aangespannen. In het licht hiervan is de rechtbank in deze procedure van oordeel dat Funix niet voldoende heeft onderbouwd dat [Y] zijn werkzaamheden in oktober niet goed heeft verricht, juist omdat wel vast staat dat hij de gefactureerde uren ook daadwerkelijk op het bedrijf is geweest. Het had op de weg van Funix gelegen om duidelijk te maken wat [Y] , in het licht van wat partijen in de managementovereenkomst hebben afgesproken, heeft nagelaten of fout heeft gedaan. Daarbij geldt ook dat een manager bij de uitvoering van zijn taak een zekere beleidsvrijheid heeft. Niet iedere keuze die ongelukkig uitpakt rechtvaardigt een vordering tot schadevergoeding.
4.3.
De wanprestatie waarop Funix zich beroept komt niet vast te staan. Dat betekent dat de door Pro-People gefactureerde uren ook betaald moeten worden, omdat het beroep van Funix op matiging van de vordering op dit punt evenmin kan slagen. Uit het voorgaande blijkt immers al dat de gefactureerde uren van [Y] overeenkomen met werkzaamheden voor drie dagen per week, terwijl niet is komen vast te staan dat hij slechts aanwezig was zonder dat hij zijn werk goed deed. De gefactureerde uren komen dus overeen met de geleverde prestatie en ook met wat in de managementovereenkomst is afgesproken over de omvang van de werkzaamheden per week. Ook dit gevorderde bedrag zal dus worden toegewezen, tenzij het verrekeningsverweer op gaat.
4.4.
Vervolgens is aan de orde of Funix ook gehouden is om Pro-People te betalen voor de twee maanden volgend op de opzegging van de managementovereenkomst. Pro-People heeft daarvoor een bedrag van € 19.226,90 gefactureerd. Het initiatief van de opzegging ging uit van Pro-People, waarbij zij heeft vermeld dat [Y] gedurende de opzegtermijn van twee maanden beschikbaar zou blijven voor werkzaamheden. Dat is ook in overeenstemming met wat in de managementovereenkomst is bepaald over een eenzijdige opzegging. Die bepaling is voorstelbaar: zij gaf in dit geval Funix de gelegenheid om gedurende de opzegtermijn te regelen dat de werkzaamheden van [Y] door iemand anders zouden worden overgenomen. Ook op tegengestelde wijze heeft deze bepaling ratio: als Funix de overeenkomst had willen opzeggen had de bepaling Pro-People de gelegenheid gegeven om gedurende twee maanden naar een nieuwe opdracht voor [Y] te zoeken. De overeengekomen opzegtermijn heeft dus een wederkerigheid in zich, in die zin dat de opzeggingstermijn steeds strekte ten gunste van de partij die zich met de opzegging van de andere partij geconfronteerd zag. In dit geval was Pro-People de partij die heeft opgezegd. en was de opzeggingstermijn gunstig voor Funix. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank in het licht van het voorgaande dat Funix geen verplichting had om twee maanden lang nog diensten van Pro-People te blijven afnemen. Funix heeft kort na de opzegging door Pro-People ook te kennen gegeven dat zij geen gebruik meer wenste te maken van de diensten van [Y] . Dit was in het licht van de door Pro-People gegeven redenen van de beëindiging ook niet vreemd: daaruit bleek immers dat er een verschil van mening was ontstaan over de wijze waarop Pro-People haar managementwerkzaamheden verrichtte. Om dan [Y] toch nog twee maanden als manager te laten aanblijven had naar verwachting enkel tot een groter verschil van mening geleid. Daar komt nog bij dat Pro-People vervolgens heeft ingestemd met de directe beëindiging: zij heeft in ieder geval niet kenbaar gemaakt dat zij erop stond dat [Y] zijn werkzaamheden nog twee maanden zou blijven verrichten en [Y] heeft ook geen werkzaamheden meer verricht. Dit alles leidt ertoe dat Funix naar het oordeel van de rechtbank niet gehouden is tot betaling van de gefactureerde (niet gewerkte) uren over november en december 2014. Dat [Y] pas na die tijd een andere betalende opdracht kreeg doet daar niet aan af. De vordering zal op dit onderdeel worden afgewezen en aan het beroep op matiging van dit deel van de vordering wordt niet toegekomen.
4.5.
Ten slotte moet worden beoordeeld of Pro-People contractuele boetes heeft verbeurd, die door Funix kunnen worden verrekend met de vordering van Pro-People. Funix heeft in dat kader aangevoerd dat [Y] het geheimhoudingsbeding heeft geschonden, door tijdens de bespreking op 19 november 2014 bedrijfsgevoelige informatie van Funix te delen met de curator in het faillissement van [naam] Solutions en daarnaast met medewerkers van Funix. Pro-People betwist niet dat [Y] met de curator de betreffende informatie heeft gedeeld, maar zij stelt dat deze informatie al op andere wijze openbaar beschikbaar was. Ook ten aanzien van de met de medewerkers van Funix gedeelde informatie stelt Pro-People dat die niet als bedrijfsgevoelig was aan te merken. Partijen verschillen dus van mening over de aard van de door [Y] gedeelde informatie en hebben daar ieder een onderbouwd standpunt over. Daarom is nu niet op eenvoudige wijze vast te stellen of [Y] zijn geheimhoudingsbeding heeft geschonden: daarvoor zou bewijslevering geboden zijn van de stellingen van Funix. Daar staat tegenover dat uit het voorgaande volgt dat de vordering van Pro-People nu wel al (deels) kan worden toegewezen. Dat maakt dat de rechtbank voorbij zal gaan aan het verrekeningsverweer van Funix en dat zij de vordering van Pro-People ondanks dat verweer zal toewijzen, op grond van artikel 6:136 van het Burgerlijk Wetboek. Funix moet zelf een vordering tegen Pro-People instellen als zij het debat over de gestelde schending van het geheimhoudingsbeding ten volle wil voeren.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van Pro-People toewijsbaar is voor zover die ziet op de facturen met de nummers 201411018, 201412022 en 201501001. De vordering zal wat de hoofdsom betreft dus worden toegewezen tot een bedrag van (10.551,50 + 804,65 + 775,01 =) € 12.131,16. De wettelijke handelsrente zal zoals door Pro-People is gevorderd worden toegewezen vanaf de vervaldata van de facturen, over deze toe te wijzen bedragen.
4.7.
Pro-People maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Pro-People heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen tot het in het Besluit bepaalde tarief van € 896,31, uitgaande van het deel van de vordering dat wordt toegewezen.
4.8.
Uit het voorgaande volgt dat het door Pro-People gelegde derdenbeslag niet onrechtmatig was. Dat betekent dat de kosten die Funix heeft gemaakt voor de opheffing van het beslag voor haar rekening blijven. Daarnaast is de door Pro-People gevorderde veroordeling van Funix tot betaling van de beslagkosten toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 229,07 voor verschotten en € 300,00 voor salaris advocaat (1 rekest x tarief € 300,00, zie overweging 4.9. voor de grondslag van dit tarief).
4.9.
Funix zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Van het door Pro-People gevorderde bedrag wordt echter een aanzienlijk deel afgewezen. Pro-People had er, gelet op de hoogte van toewijsbare bedrag, ook voor kunnen kiezen om deze procedure bij de kantonrechter aanhangig te maken. Vanwege de verschillen in het griffierecht en het liquidatietarief zal de rechtbank de proceskosten daarom begroten op basis van het toegewezen bedrag en op basis van de in een kantonprocedure geldende tarieven. De overige kosten moeten als onnodig gemaakte kosten voor rekening van Pro-People worden gelaten. Met inachtneming hiervan begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van Pro-People op:
- dagvaarding € 81,61
- griffierecht 932,00
- salaris advocaat
600,00(2 punten × tarief € 300,00)
Totaal € 1.613,61
4.10.
De gevorderde wettelijke rente over de beslag- en proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn. De nakosten, waarvan Pro-People betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Funix om aan Pro-People te betalen een bedrag van € 13.027,47,
vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek over:
- € 10.551,50 vanaf 16 november 2014 tot de voldoening,
- € 804,65 vanaf 13 januari 2015 tot de voldoening,
- € 775,01 vanaf 11 februari 2015 tot de voldoening.
5.2.
veroordeelt Funix in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 529,07, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Funix in de proceskosten, aan de zijde van Pro-People tot op heden begroot op € 1.613,61, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Funix, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Pro-People volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2016. [1]

Voetnoten

1.type: KdM