Op 28 juni 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man uit Almere, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en verboden wapenbezit. De man werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor zijn rol in een vechtpartij die plaatsvond op 20 juni 2015 in Lelystad. Tijdens deze vechtpartij, die ontstond nadat de man en zijn broer verhaal gingen halen over een sterke wietlucht bij de woning van hun moeder, escaleerde de situatie en werd er geschoten. De man schoot het slachtoffer in de borst, maar het slachtoffer overleefde de aanval. De rechtbank hield rekening met het feit dat de man zelf ook gewond raakte tijdens het incident.
De rechtbank sprak de medeverdachten, waaronder de broer van de man, vrij van alle rechtsvervolging. De broer had het vuurwapen van de man alleen opgepakt uit angst dat het tegen hen gebruikt zou worden. De rechtbank oordeelde dat de twee mannen uit Lelystad handelden uit noodweer, omdat zij zich verdedigden tegen de aanvallen van de Almeerders. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de man te veroordelen voor de poging tot doodslag op de andere slachtoffers, maar dat hij wel schuldig was aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. Uiteindelijk werd de man ontslagen van alle rechtsvervolging voor het voorhanden hebben van munitie, omdat er geen bewijs was dat hij wist dat er scherpe patronen in het wapen zaten.