2.3Het oordeel van de rechtbank
Dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, blijkt uit het door de meervoudige kamer van de rechtbank gewezen vonnis in de hoofdzaak van 27 juni 2016 en uit de in dat vonnis opgenomen bewijsmiddelen. De rechtbank ontleent aan de inhoud van die bewijsmiddelen het oordeel dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormeld feit een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
Toerekening bedragen op de rekening van Support in Finance
[veroordeelde] kon invloed uitoefenen op Support in Finance (hierna; SIF) en had zeggenschap over de vennootschap. [veroordeelde] kon feitelijk over het vermogen van SIF beschikken en opbrengsten van de rekening van SIF ten eigen bate benutten.Voor zover de verklaring van [veroordeelde] ter terechtzitting, inhoudende dat hij slechts de gemachtigde van SIF was en uitvoering gaf aan de doelstelling van SIF beoogt de toerekening aan [veroordeelde] te betwisten, verwerpt de rechtbank dit verweer. De stelling van [veroordeelde] is op geen enkele wijze onderbouwd, daardoor niet verifieerbaar en aldus niet aannemelijk geworden.
De rechtbank zal de bedragen die zijn overgemaakt naar de rekening van SIF dan ook betrekken bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De bewezenverklaring in het strafvonnis
Uit het vonnis in de hoofdzaak volgt dat [veroordeelde] geld van verschillende personen heeft verduisterd. Uit de aard van de bewezenverklaring in het vonnis volgt dat de opbrengst ten aanzien van die bewezenverklaarde feiten gelijk is aan de hoogte van de bewezenverklaarde bedragen. Dit betekent dat, gelet op de bewijsmiddelen in dat vonnis, de opbrengsten als volgt zijn:
[B] : een bedrag van € 7.019,27;
[D] : een bedrag van € 1.835,46;
[E] : een bedrag van € 7.816,89;
[F] : een bedrag van € 2.873,59;
[C] : een bedrag van € 1.359,02;
[G] : een bedrag van € 15.177,57;
[A] : een bedrag van € 17.245,80.
Andere strafbare feiten
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel betrekt de rechtbank ook het voordeel dat is verkregen ter zake van andere strafbare feiten als bedoeld in artikel 36e, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht. Het gaat hierbij ook steeds om verduistering. De rechtbank baseert zich daarbij op het rapport.
[G]
De volgende bedragen van de rekening van [G] zijn niet overgemaakt naar [veroordeelde] of naar SIF, maar door [veroordeelde] naar derden die gelieerd zijn aan [veroordeelde] .Deze overgemaakte bedragen strekten daarmee ten voordele van [veroordeelde] :
- € 1.650,00 is overgemaakt naar mr. [H] cv te Den Haag.
- € 850,00 is overgemaakt naar [I] .
De stelling van [veroordeelde] dat, hoewel de rekening op naam staat van [G] , deze bedragen niet afkomstig zijn van een rekening van haar, is op geen enkele wijze onderbouwd, daardoor niet verifieerbaar en aldus niet aannemelijk geworden.
[A]
Van de rekening van [A] is ook in 2009 geld overgemaakt naar [veroordeelde] .
Het gaat om € 3.230.
[J]
Van de rekening van [J] is op verschillende momenten geld overgemaakt naar [veroordeelde] en naar SIF. Het totaalbedrag betreft € 6.528,08.
[K]
Op 14 juni 2011 en 3 augustus 2011is in totaal een bedrag van € 2.421,66 van de rekening van [K] overgemaakt naar de rekening van SIF.
[L]
Op 31 maart 2010 is een bedrag van € 850,00 overgemaakt van de rekening van [L] naar de rekening van [veroordeelde] .
[M]
In de periode van 15 november 2010 tot en met 27 juni 2011 is een totaalbedrag van € 1.960,00 overgemaakt van de rekening van [M] naar de rekening van SIF. In de periode van 29 oktober 2010 tot en met 12 augustus 2011 is er een totaalbedrag van 1.240,59 overgemaakt van de rekening van SIF naar de rekening van [M] . Dit betekent dat de opbrengst hier € 719,41 bedraagt.
Het is niet aannemelijk dat [veroordeelde] kosten heeft gemaakt.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot de volgende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel:
- [B] : € 7.019,27
- [D] : € 1.835,46
- [E] : € 7.816,89
- [F] : € 2.873,59
- [C] € 1.359,02
- [A] € 20.475,80
- [G] € 17.677,57
- [J] / [K] / [L] / [M]
€ 10.519,15 +
Kosten
0,00 -
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel € 69.576,75
In de hoofdzaak is door de rechtbank de door de benadeelde partijen [B] en [C] ingediende vorderingen tot schadevergoeding (ten dele) toegewezen. Voor zover de toegewezen bedragen zien op de verduisterde bedragen (respectievelijk € 7.018,27 en
€ 1.359,02) zullen deze bedragen op het toegewezen bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering worden gebracht, nadat dit bedrag door [veroordeelde] aan de benadeelde partij(en) dan wel aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij(en) is betaald.