Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Bernard Wilhemus Gerard Philip MEIJS,
Johannes Joseph Maria Cornelius HUPPERTZ,
Macintosh Retail Group N.V.
Scapino B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2016
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de brief met producties zijdens Ahold
- de comparitie van 24 mei 2016
- de akte uitlating producties van 30 mei 2016 zijdens Scapino.
- de antwoordakte van 1 juni 2016 zijdens Ahold
2.De feiten
3.Het geschil in conventie, reconventie en de incidenten ex. artikel 223 Rv
4.De beoordeling in conventie en reconventie
- Ahold zich geconfronteerd zag met een failliete huurder;
- er weliswaar was gesproken over voortzetting van de huur met Scapino Retail, maar daarover geen overeenstemming was bereikt, en er ook geen aanwijzing was dat Scapino Retail alsnog onder de reeds geldende voorwaarden de huurovereenkomst wilde aangaan, en;
- er onzekerheid bestond omtrent een eventueel gewenste indeplaatsstelling (een concreet verzoek van de curatoren is pas ruim een maand later, op 22 maart 2016, gedaan);
geensprake, als de vordering tot indeplaatsstelling niet toewijsbaar is. De criteria voor indeplaatsstelling zijn opgenomen in artikel 7:307 BW. Ahold heeft ten aanzien van ieder criterium betwist dat daaraan is voldaan. De kantonrechter zal eerst het vereiste van het bestaan van een zwaarwichtig belang aan de zijde van de huurder te bespreken.