ECLI:NL:RBMNE:2016:3338
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- L.E. Verschoor-Bergsma
- P. Bender
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot vermeende vooringenomenheid van de rechter
Op 18 april 2016 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter mr. E. Akkermans, die op 20 april 2016 een zaak zou behandelen. Verzoekster stelt dat zij geen reactie heeft ontvangen op haar verzoeken om dagvaarding van verschillende personen, waaronder de oud-secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en ex-hoofdofficieren van justitie. Hierdoor heeft zij geen vertrouwen in een rechtvaardige behandeling van haar zaak en verzoekt zij om wraking van de rechter op grond van vooringenomenheid.
De wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland heeft op 29 april 2016 de beoordeling van het wrakingsverzoek uitgevoerd. De rechtbank stelt dat volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering een rechter gewraakt kan worden indien er feiten en omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
In dit geval concludeert de wrakingskamer dat het enkele feit dat verzoekster geen reactie heeft ontvangen op haar verzoeken, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking af, omdat er geen objectieve gronden zijn die de vrees voor partijdigheid rechtvaardigen. De procedure in de oorspronkelijke zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.