In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 mei 2016, heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters mr. E. Bongers en mr. L.M.G. de Weerd. Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat de rechters vooringenomen hebben gehandeld door geen rekening te houden met de verhinderdata van verzoekster en haar onterecht te verplichten persoonlijk aanwezig te zijn op de comparitie. Verzoekster heeft haar gronden voor de wraking verder aangevuld in brieven van 10 en 24 april 2016, waarin zij ook stelt dat mr. De Weerd teksten uit het proces-verbaal heeft laten verwijderen, wat volgens haar een extra reden voor wraking oplevert. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 april 2016 hebben de gewraakte rechters hun standpunten toegelicht. Mr. Bongers ontkent enige betrokkenheid bij de procedure, terwijl mr. De Weerd erkent dat er geen rekening is gehouden met de verhinderdata, maar stelt dat hij daar niet verantwoordelijk voor is. De wrakingskamer heeft de gronden van verzoekster beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving en jurisprudentie. De wrakingskamer concludeert dat de aangevoerde gronden niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaart het verzoek tot wraking ongegrond en bepaalt dat de procedure van verzoekster met zaaknummer 4774980 UC EXPL 16-1737 voortgezet dient te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.