Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
verzoeker,
1.De procedure
12 mei 2016,
2.De feiten
29 februari 2012 was [naam] B.V. de werkgever van [verzoeker] . Per
1 oktober 2014 is de op 23 juni 2014 opgerichte B.V. [verweerster] de werkgever van [verzoeker] geworden. Zowel voor [naam] B.V., [naam] B.V. en [verweerster] B.V. heeft [verzoeker] gewerkt als keukenverkoper op dezelfde locatie in [vestigingsplaats] .
‘(…) uw brief van 30 maart is door de heer [verzoeker] begrepen als een aanzegging en dus niet als een opzegging. Als de brief van u bedoeld is als opzegging, moet u mij dat omgaand laten weten. (…)’
‘(…) Naast de aan [verzoeker] overhandigde brief is hem ook mondeling het dienstverbandopgezegd. (…)’
‘(…) Ik verzoek u mij per omgaande, doch uiterlijk binnen een week na dagtekening schriftelijk te bevestigen dat de opzegging uwerzijds is ingetrokken en dat u eerst een ontslagvergunning zult vragen aan het UWV. Zoals u weet houdt cliënt zich beschikbaar voor zijn werkzaamheden. (…)’
3.Het geschil
a. het loon van € 2.870,00 bruto c.a. ingaande 1 april 2016, op de gebruikelijke wijze en tijdstippen, tot aan het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
Primair
g. het loon van € 2.870,00 bruto c.a. ingaande 1 april 2016, op de gebruikelijke wijze en tijdstippen, tot aan het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
Voor het geval [verzoeker] ervoor kiest te berusten in de opzegging van de arbeidsovereenkomst, verzoekt [verzoeker] [verweerster] te veroordelen tot betaling binnen vijf dagen na dagtekening van deze beschikking aan hem van:
k. een billijke vergoeding onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
o. [verweerster] te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.
30 maart 2016, dan wel mondeling en per e-mail van 4 april 2016. De opzegging is in strijd met artikel 7:671 BW, omdat toestemming van UWV ontbreekt en [verzoeker] niet heeft ingestemd met de opzegging. [verzoeker] heeft zich beschikbaar gehouden voor werk en wil zijn werk ook blijven voortzetten. Nu het dienstverband niet correct is beëindigd, behoudt [verzoeker] recht op loon. Over de maanden januari en februari 2016 is € 140,92 netto te weinig betaald. Over de maand maart 2016 is € 962,84 netto te weinig betaald. Ondanks sommatie heeft [verweerster] het achterstallig loon niet betaald. Voor zover [verzoeker] kiest voor de switch heeft hij recht op een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige beëindiging.
4.De beoordeling
4 april 2016 duidelijk is medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst is opgezegd. [verzoeker] , althans zijn gemachtigde, heeft [verweerster] verzocht de opzegging in te trekken. Nu [verweerster] hier niet toe is overgegaan en [verzoeker] voorts door [verweerster] niet meer is opgeroepen om werkzaamheden te verrichten, mag ervan uit worden gegaan dat de arbeidsovereenkomst per 4 april 2016 door [verweerster] is opgezegd.
€ 2.870,00 bruto, vermeerderd met vakantietoeslag en overige emolumenten, te voldoen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. Dit gedeelte van de vordering van [verzoeker] wordt derhalve eveneens toegewezen.
meegenomen stofzuiger en € 39,00 voor het vervangen van sloten waarvan [verzoeker] de sleutels niet heeft willen inleveren. De beslaglegging door het LBIO is door [verzoeker] niet betwist. Tegen de andere inhoudingen heeft [verzoeker] ingebracht dat de tegels reeds door hem betaald zijn en dat de stofzuiger kan worden ingeleverd. Voorts heeft hij betwist dat vervanging van de sloten noodzakelijk is. Ook heeft hij de hoogte van de kosten voor de tegels, stofzuiger en sloten betwist. [verweerster] heeft geen nadere onderbouwing gegeven van voornoemde kosten, terwijl dit wel op haar weg had gelegen. De loonvordering over de maand maart 2016 zal derhalve worden toegewezen tot een bedrag van € 1.649,42 (€ 2.145,42 - € 496,00).
€ 400,00(2 punten x tarief € 200,00)
5.De beslissing
€ 1.690,34 netto ter zake van het achterstallig loon van de maanden januari, februari en maart 2016;