Op 24 maart 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 december 2015 in Amersfoort tien verpakkingen vlees heeft gestolen uit een supermarkt. De verdachte, geboren in 1975 en thans gedetineerd, verscheen op 10 maart 2016 ter terechtzitting, bijgestaan door zijn advocaat mr. P. van der Geest. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging. De tenlastelegging is als bijlage aan het vonnis gehecht.
De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. De verdachte heeft het feit bekend en de verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank achtte het tenlastegelegde feit bewezen op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en het aangifteformulier van de winkeldiefstal. Het bewezen verklaarde feit is strafbaar als diefstal, en er zijn geen omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De officier van justitie had een ISD-maatregel gevorderd, maar de rechtbank oordeelde dat niet alle hulpverleningsmogelijkheden waren geprobeerd en dat de verdachte nog een kans moest krijgen om het eerder opgelegde traject te volgen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 98 dagen op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Tevens werd de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf verlengd. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 24 maart 2016.