In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2016, is de verdachte beschuldigd van meerdere feiten van mishandeling en bedreiging van hulpverleners. De zaak kwam voor de rechtbank na een reeks incidenten waarbij de verdachte op verschillende data in 2015 meerdere slachtoffers heeft mishandeld en bedreigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdende is aan een schizo-affectieve stoornis, wat van invloed was op haar gedragingen ten tijde van de feiten. De verdediging voerde aan dat de verdachte zich bedreigd voelde door het verpleegkundig personeel en dat haar gedrag voortkwam uit een putatief noodweer. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar was, maar niet volledig ontoerekeningsvatbaar. De rechtbank achtte de bewezen dat de verdachte opzettelijk geweld heeft gebruikt tegen de slachtoffers en heeft haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 113 dagen, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank benadrukte dat de verdachte behandeld moet worden in een geschikte setting, gezien haar psychiatrische toestand.