ECLI:NL:RBMNE:2016:2971

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 april 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
16/661245-15 ISD toetsing
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde na terugval in druggebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 april 2016 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 1986, die zich momenteel in een inrichting voor stelselmatige daders bevindt. De rechtbank heeft het dossier bestudeerd, inclusief een voortgangsverslag van 9 februari 2016, en heeft de veroordeelde op 1 april 2016 gehoord. De veroordeelde werd op 22 juli 2015 geplaatst in de ISD-afdeling, maar had eind november 2015 een terugval en onttrok zich aan het toezicht. Na zijn aanhouding testte hij positief op hard- en softdrugs en heeft hij meerdere keren de openbare orde verstoord. Ondanks deze terugval heeft de veroordeelde zijn houding verbeterd en is hij op 24 februari 2016 extramuraal geplaatst bij een instelling waar men tevreden is over zijn voortgang.

De verdediging heeft aangegeven dat de veroordeelde de behandeling binnen de ISD-maatregel wil voortzetten, terwijl de officier van justitie ook heeft gepleit voor continuering van de maatregel. De rechtbank heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van het rapport, geconcludeerd dat het noodzakelijk is de ISD-maatregel voort te zetten. De rechtbank heeft daarbij artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht in overweging genomen en heeft besloten dat de maatregel tot plaatsing in de inrichting voor stelselmatige daders wordt voortgezet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige raadkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661245-15 (toetsing ISD)
Datum uitspraak: 15 april 2016

Beslissing ex artikel 38s Wetboek van Strafrecht

Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van het onderzoek ex artikel 509aa van het Wetboek van Strafvordering, betrekking hebbend op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd aan:

[veroordeelde]

geboren op [1986] te [geboorteplaats]
thans verblijvende bij de [verblijfplaats]
hierna ook te noemen: de veroordeelde
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank van 7 juli 2015 waaruit blijkt dat aan de veroordeelde is opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaar en waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie na negen maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis dient te berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
- een voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel van [A] (senior casemanager bij de PI [vestigingsplaats] ), welk verslag mede is ondertekend door de plaatsvervangend directeur van de PI [vestigingsplaats] .
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 1 april 2016, waarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie;
- de veroordeelde;
- de raadsvrouw van de veroordeelde, mr. L.M.F. Aarts, advocaat te Utrecht;
- de getuige-deskundige [A] .
OVERWEGINGEN:
Verloop ISD traject
De rechtbank heeft kennis genomen van voornoemd voortgangsverslag van 9 februari 2016. De heer [A] heeft ter terechtzitting het verslag toegelicht.
Veroordeelde werd op 22 juli 2015 geplaatst op de ISD afdeling. Eind november 2015 had veroordeelde een terugval en onttrok hij zich aan het toezicht. Na opgepakt te zijn, testte hij positief op het gebruik van hard- en softdrugs. In de periode december 2015 tot begin februari 2016 werd hij meerdere keren positief getest op het gebruik van THC en heeft hij meerdere keren een rapport gekregen wegens het verstoren van de openbare orde en veiligheid. Veroordeelde stelde zich daarna positief op en werd half februari 2016 aangemeld bij [verblijfplaats] , waar hij op 24 februari 2016 extramuraal werd geplaatst. Bij [verblijfplaats] is men erg tevreden over de houding van veroordeelde.
Het advies luidt de ISD-maatregel te continueren. Indien de maatregel wordt opgeheven wordt de kans op recidive zeer hoog geacht.
Veroordeelde heeft verklaard dat hij heeft geleerd van de periode waarin hij een terugval heeft gehad. Hij zal in de toekomst in soortgelijke situaties anders handelen. Het gaat goed in de [verblijfplaats] . Hij wil iets van zijn leven maken en zijn toekomst niet vergooien. Hij weet dat dit zijn laatste kans om dit te realiseren.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat veroordeelde de behandeling binnen de ISD-maatregel wil voortzetten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op hetgeen uit het rapport van de instelling blijkt en hetgeen ter zitting is besproken acht de rechtbank het wenselijk en noodzakelijk dat de ISD-maatregel wordt voortgezet en ziet de rechtbank geen aanleiding om de maatregel te beëindigen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank verstaat dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, opgelegd aan [veroordeelde] , wordt voortgezet.
Aldus gedaan door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, mr. H.A. Gerritse en mr. R.P. den Otter, rechters, bijgestaan door G. van Engelenburg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 15 april 2016.