Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de schriftelijke vordering van de officieren van justitie, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/994032-13, waaruit blijkt dat [verdachte] bij vonnis van 20 mei 2016 van deze rechtbank is veroordeeld ter zake van onder meer niet-ambtelijke omkoping, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen;
- het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel nr. 51750/3, pagina 1 tot en met 19, opgenomen in ordner 28 van het strafdossier;
- de overige stukken,
2.De beoordeling
3.Toepasselijke wettelijke voorschriften
4.De beslissing
€ 120.372,-(zegge: honderdtwintigduizend driehonderdtweeënzeventig euro en nul eurocent);
€ 120.372,-(zegge: honderdtwintigduizend driehonderdtweeënzeventig euro en nul eurocent);