Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
1.[eiseres sub 1] ,2. [eiseres sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,eisers, hierna afzonderlijk [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] en gezamenlijk [eisers] te noemen,gemachtigde M. Bakker,
ETIHAD AIRWAYS PJSC,
gevestigd Abu Dhabi en kantoorhoudende te Schiphol,
gedaagde, hierna Etihad te noemen,
gemachtigde mr. C.A.R. van Wulfften Palthe.
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
a) op passagiers die vertrekken vanaf een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is;
i) de annulering hun tenminste twee weken voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld, of
a) 250 EUR voor alle vluchten tot en met 1500 km;
a) twee uur voor alle vluchten van 1500 km of minder, of
“dat deze in wezen bestaat in een luchtvervoershandeling – en dus in zekere zin een ‘onderdeel’ van dit vervoer vormt, die wordt uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij die het traject ervan vaststelt.”Daaraan heeft het HvJ EU toegevoegd (r.o. 41), dat het begrip ‘reis’ daarentegen samenhangt met de persoon van de passagier, die zijn bestemming kiest en zich met gebruikmaking van
“de door de luchtvaartmaatschappijen uitgevoerde vluchten daarnaar toe begeeft.”(r.o. 41). Op basis hiervan oordeelt de kantonrechter dat de door [eisers] geboekte reis heeft bestaan uit twee onafhankelijke vluchten, te weten een vlucht van Amsterdam naar Abu Dhabi en een vlucht van Abu Dhabi naar Bangkok. Dat deze vluchten onderdeel uitmaken van één boeking, laat onverlet dat van twee vluchten sprake is in de zin van de Verordening.
“dat op basis van dit artikel compensatie is verschuldigd aan de passagier van een vlucht met rechtstreekse aansluitingendie bij vertrek een vertraging heeft opgelopen [onderstreping kantonrechter]die de in artikel 6 van die verordening neergelegde drempels niet overschrijdt, maar zijn eindbestemming heeft bereikt met een vertraging van drie uur of meer ten opzichte van de geplande aankomsttijd, aangezien deze compensatie niet afhankelijk is van het bestaan van een vertraging bij vertrek en dus evenmin van de vraag of de voorwaarden van voornoemd artikel 6 van die verordening vervuld zijn.”(r.o. 47). Met andere woorden, beslissend voor het antwoord op de vraag of er aanspraak kan worden gemaakt op de in artikel 7 van de Verordening bedoelde compensatie is of de passagier van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen
als gevolg vaneen vertraging bij vertrek van de eerste of eerdere daaraan voorafgaande vlucht op een of meer deeltrajecten als onderdelen van dezelfde boeking met een vertraging van meer dan drie uur ten opzichte van de geplande aankomsttijd is aangekomen op zijn eindbestemming.
voorhet Folkerts-arrest - op gelijke wijze in de twee navolgende zaken:
nahet Folkerts-arrest.
“kausal”is, wanneer passagiers dientengevolge een aansluitende vlucht missen.