ECLI:NL:RBMNE:2016:2431
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Eelkema
- A.J.P. Schotman
- K.J. Veenstra
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen omzetting van taakstraf ongegrond verklaard
Op 12 februari 2015 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland aan de veroordeelde een taakstraf van 28 uren opgelegd, met het bevel dat indien de taakstraf niet naar behoren zal worden verricht, vervangende hechtenis van 14 dagen zal worden toegepast. Het Openbaar Ministerie heeft op 11 januari 2016 de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis bevolen, omdat de veroordeelde zijn taakstraf niet had uitgevoerd. De veroordeelde heeft hiertegen bezwaar aangetekend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het vonnis, een rapport van Reclassering Nederland en de kennisgeving van het bevel tot tenuitvoerlegging. Tijdens de openbare zitting op 30 maart 2016 is de officier van justitie gehoord, maar de veroordeelde is niet verschenen. De raadsman heeft zich niet gemachtigd geacht om ter zitting te verschijnen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend, maar concludeert dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren heeft verricht. Ondanks eerdere afspraken met de reclassering is de veroordeelde niet verschenen op het taakstrafproject en heeft hij geen contact opgenomen. Gezien deze omstandigheden en het feit dat de veroordeelde niet ter zitting is verschenen, ziet de rechtbank geen reden om de veroordeelde nogmaals de kans te geven de taakstraf uit te voeren. Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard, rekening houdend met artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht.