Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- tussenvonnis van 6 november 2013;
- conclusie van antwoord in reconventie van 6 maart 2014;
- proces-verbaal van comparitie, gehouden op 6 maart 2014;
- conclusie van repliek in conventie van 18 juni 2014;
- conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie van 10 september 2014;
- conclusie van dupliek in reconventie van 14 januari 2015;
- akte uitlating producties van 11 februari 2015;
- pleitaantekeningen mr. H. Struik;
- pleitaantekeningen mr. H.R. Quint.
2.De feiten
Offerteaanvraag Implementatie Midoffice Suite en DMS/RMA Gemeente Amersfoort Ref.nr. 2008/0729” toegezonden (hierna: de offerteaanvraag).
OVEREENKOMST Nr. 2946024-20081218 levering programmatuur, implementatie en onderhoud MidOffice Suite en DMS/RMA” (hierna: de overeenkomst).
De in bijlage A genoemde bescheiden maken deel uit van de Overeenkomst.”In bijlage A worden (voor zover relevant) de volgende bescheiden genoemd:
B Het Bestek met Nota’s van Inlichtingen (ref.nr. 2008/0729)
- 8 oktober 2008 (ref.nr. HKo/AVI/G200803508a),
- 23 oktober 2008 (ref.nr. HKo/AVI?G200803508b),
- 7 november 2008 (ref.nr. HKo/AVI/G200803508c),
- 17 november 2008 (ref.nr. HKo/AVI/G200803508d)
- 10 december 2008 (ref.nr. HKo/AVI/G200803508e)
voor de wederpartij benoemde situatie van overmacht meer dan zestig dagen heeft geduurd, of indien voorzien kan worden dat zij meer dan zestig dagen zal duren.”
De overeenkomst tussen Centric en gemeente Amersfoort, Nr. 2946024-20081218, is onverkort van toepassing op deze fase van het project”.Amersfoort heeft de nadere offerte DMS voor akkoord ondertekend.
Als we kijken waar we nu staan in relatie tot uw wens om op 12 december 2012 een werkende applicatie te hebben, kan ik u melden dat wij met versie 2.7, die in december 2011 wordt vrijgegeven, de functionaliteit kunnen bieden conform de aanbesteding. Het is dan wel zo, dat op onderdelen deze functionaliteit weliswaar anders geboden wordt dan u graag wilt zien, maar wij stellen voor dat alle inspanning nu gericht wordt op het testen van deze versie, met inachtneming van de gedachte dat er op onderdelen nog een doorontwikkeling moet plaatsvinden, maar waarbij u wel in productie kunt gaan.”
Bijlage: Aanvullende afspraken MidOffice/DMS” ondertekend (hierna: nadere offerte MidOffice). In artikel 1 van de nadere offerte MidOffice is het volgende bepaald: “
De overeenkomst, Nr. 2946024-20081218, inzake de levering van programmatuur, de implementatie en het onderhoud van een Midoffice Suite en DMS/RMA, blijft onverkort van toepassing, op zowel de gewijzigde als de aanvullende afspraken, behoudens voor zover daarvan in het navolgende uitdrukkelijk wordt afgeweken.”
Ik constateer dat u tot op heden in gebreke bent gebleven met het opleveren van de contractueel overeengekomen prestaties. Met referte aan de eind 2011 gemaakte afspraken bericht ik u hierbij dan ook dat mijn cliënte u een termijn stelt tot 12 december 2012 om alsnog de bestaande gebreken op te lossen en een conform de op de overeenkomst van toepassing zijnde specificaties, zoals verwoord in het bij de aanbestedingsstukken behorende Programma van Eisen en Wensen, op te leveren.
In juni heeft Centric versie 2.7.1. opgeleverd en sindsdien is er niet veel veranderd. Ondanks herhaald aandringen / vragen van Centric blijft DMS 2.7.1. in de testomgeving steken terwijl op basis van de capaciteitsplanning van Centric, op 10 juli 2012 DMS 2.7.1. op de acceptatieomgeving verder zou worden getest.
De voorlopige conclusie uit het bovenstaande is dat de door u afgegeven planning niet zal leiden tot het beoogde resultaat (een volgens specificaties werkend systeem per 12/12/12). Alvorens de organisatie bij de gemeente te belasten met het implementeren van de software wenst mijn cliënte overtuigd te zijn dat dat zinvol is in die zin, dat daarna sprake zal zijn van een systeem dat a) aan de specificaties voldoet en b) voldoende foutloos werkt. Om tot die overtuiging te geraken ziet mijn cliënte graag eerst de volgende voorwaarden vervuld:
Het bovenstaande laat onverlet dat een belangrijk deel van de door Centric geleverde software (met name het Mid-Office) wil blijven gebruiken, omdat zij daarmee uit de voeten kan.”
Gebreken MidOffice” het volgende aan Centric geschreven:
Wij gaan er van uit dat de bovenbeschreven tekortkomingen en gebreken nu binnen twee weken door Centric op een voor onze gemeente bevredigende wijze worden opgelost. Voor alle duidelijkheid benadrukken wij dat, mocht u blijven persisteren in een onwillige houding, wij de ons ter beschikking staande (rechts)middelen zullen aanwenden om naleving door Centric af te dwingen.”
Gebreken MidOffice” heeft Amersfoort het volgende aan Centric geschreven:
Boven beschreven gebreken vormen voor ons een belemmering om de MidOffice met WABO en Digitale Verhuizingen in productie te nemen. Wij gaan er van uit dat deze tekortkomingen en gebreken nu op zeer korte termijn door Centric op een voor onze gemeente bevredigende wijze worden opgelost.
3.Het geschil
in conventie
Primair: verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst van 18 december 2008 en alle daarop gebaseerde nadere en aanvullende overeenkomsten rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn ontbonden wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming zijdens Centric, voor wat betreft DMS bij brief van de raadsman van Amersfoort d.d. 14 december 2012 en voor wat betreft MidOffice bij brief van de raadsman van Amersfoort d.d. 8 augustus 2013;
Subsidiair: namelijk voor het geval de tussen partijen gesloten overeenkomst van 18 december 2008 en alle daarop gebaseerde nadere en aanvullende overeenkomsten, niet zouden zijn ontbonden: deze geheel ontbindt wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming zijdens Centric;
Zowel primair als subsidiair: Centric veroordeelt tot:
Meer subsidiair:
Zowel primair als subsidiair en meer subsidiair: Centric veroordeelt in de kosten van de procedure in reconventie, daaronder begrepen de nakosten.
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
opgeleverde Overeengekomen Deel” te onderwerpen aan een goedkeuringsprocedure. Volgens Centric valt onder “
opgeleverde Overeengekomen Deel” ook versie 2.7 van DMS. Deze verplichting is Amersfoort niet nagekomen, althans Amersfoort heeft geen medewerking verleend aan het doorlopen van de goedkeuringsprocedure, aldus Centric.
In alle gevallen heeft het gebruik van open standaarden en het gebruik van adapters, processen, formulieren etc, die gedeeld kunnen worden met andere gemeenten de voorkeur boven gesloten varianten.” En uit pagina 1 van de managementsamenvatting bij de offerte (productie 67 Amersfoort) waarin staat: “(
…) dat onze investeringen in kennis en producten hebben geleid tot op de gemeentelijke vraag aansluitend standaard productenpalet, dat voldoet aan de gestelde open standaarden met betrekking tot architectuur (NORA – EGEM) en ontwerpcriteria (bijvoorbeeld GFO zaken, STUF-xml).”
“Behalve de wijziging van het verloop van de aanbestedingsprocedure hebben wij in de selectieleidraad echter geen wezenlijke verandering van inhoudelijke aard gezien. Daarmee blijven de verschillen met wat Centric uit oogpunt van redelijk ondernemingsrisico wil en kan aanbieden, bestaan. Ook nu blijkt dat er geen ruimte is om met een alternatief in te schrijven. In ons geval, zoals u inmiddels bekend, een bestaande, werkende oplossing met functionaliteit en platform vergelijkbaar met het gevraagde. Wij lezen in de selectieleidraad dat deze standaardproducten praktisch gezien nog steeds zijn uitgesloten.”Amersfoort heeft verder gewezen op het antwoord van Centric op vraag 19 in de offerte (productie 2d Amersfoort
,onder meer p.1) en haar antwoord op vraag 19/20 van de aanbesteding (productie 2e Amersfoort, p. 7 en productie 50 Amersfoort, p. 1). In deze antwoorden noemt Centric data waarop de verschillende softwaremodules voor Amersfoort beschikbaar zijn en kunnen worden geïnstalleerd en geïmplementeerd. Volgens Amersfoort volgt uit de genoemde korte termijnen (januari-mei 2009) dat Centric een bestaande oplossing aanbood. Deze termijnen zijn echter niet gehaald. Amersfoort heeft gesteld dat zij later ontdekte dat het door Centric aangeboden (standaard)DMS ten tijde van de aanbesteding nog nergens anders in gebruik was genomen, zodat niet gesproken kan worden van bewezen technologie maar van een applicatie in ontwikkeling. Centric heeft dit in de optiek van Amersfoort in een brief van 25 november 2011 bevestigd (productie 18 Amersfoort). In deze brief schrijft Centric:
“Aangaande de stelling dat de gemeente Amersfoort, in tegenstelling tot de verwachting, een product gekocht heeft dat in ontwikkeling is, moet ik uw stelling bevestigen. Key2Documenten heeft zich binnen de Suite4Documenten geruime tijd in de ontwikkelingsfase bevonden en heeft zich getransformeerd van een documentenregistratiesysteem tot een systeem dat het zaakgericht werken ondersteund.”
“In hoeverre is Key2Documenten al in gebruik zijnde software, qua proven technology?”,heeft Centric geantwoord:
“Key2Documenten is gebaseerd op reeds bewezen en bij vele organisaties in gebruik zijnde Sharepoint. Onze specifieke add-ons en implementatie zijn deels operationeel maar ook voor een deel nog in ontwikkeling. De module Document- en procesinformatie is reeds operationeel, de module invoer en webservices zijn ook reeds operationeel ingezet. De module archief en distributie zijn nog in ontwikkeling.”Hieruit moet worden afgeleid dat Sharepoint, waarop het DMS is gebaseerd, bewezen technologie is, maar dat een deel van DMS zelf nog in ontwikkeling was. Dit laatste volgt ook uit de in productie 2e van Amersfoort opgenomen tabel met data voor beoogde vrijgave van de verschillende modules. Bij een aantal modules staat immers “Ontwikkeling” of “Test”. Verder blijkt uit het door Centric als productie 38 overgelegde gespreksverslag van 11 juni 2008 enerzijds dat een deel van de door Amersfoort gevraagde oplossing nog niet bestond althans moest worden verbouwd omdat het (standaard)product van Centric werkt met CMS en CMS voor Amersfoort geen optie was en anderzijds dat de werking van de (standaard)software in de praktijk nog niet was bewezen omdat deze zich bij andere gemeenten nog in de implementatiefase bevond. In het gespreksverslag wordt namelijk vermeld: “
(…)Sharepoint is geen DMS. Centric heeft een DMS product ontwikkeld met Sharepoint als basis. De benodigde functionaliteiten die niet in Sharepoint zitten zijn toegevoegd. Hiermee is een totaal product ontstaan: Sharepoint, BizTalk en Key2documenten. De Workflow is uitgewerkt op basis van Sharepoint, daar waar Sharepoint niet de functionaliteiten heeft is dat opgelost met CRM. CRM is momenteel geen optie voor Amersfoort”en
“Zoetermeer en Veghel zijn bezig met het implementeren, echter afgeronde organisatie brede Sharepoint implementaties zijn er nog niet. Daarom is het aangeven van referenties niet mogelijk.”Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook met Centric van oordeel dat het voor Amersfoort duidelijk moest zijn dat Centric een standaardproduct aanbood dat nog deels in ontwikkeling was en nog niet volledig bij andere klanten was geïmplementeerd. Van een tekortkoming als door Amersfoort gesteld kan dan ook geen sprake zijn.
Centric vult de ontbrekende functionaliteit binnen MOSS aan via de module documentenarchief van Key2Documenten, zodat de RMA programmatuur ontstaat die volledig voldoet aan de NEN2082 norm”.Op het door Centric als productie 40a overgelegde certificaat staat dat versie 2.7 van het zaaksysteem van Centric voldoet aan deze norm, met inachtneming van de non-conformiteiten als gespecialiseerd in bijlage 1 bij dit certificaat. Hieruit moet worden afgeleid dat het DMS niet volledig aan NEN2082 voldoet. Met Centric is de rechtbank van oordeel dat dit als een klein gebrek moet worden gekwalificeerd als bedoeld in artikel 1.6 van de overeenkomst (en dus niet aan acceptatie van het DMS als bedoeld in artikel 6 van de overeenkomst in de weg staat). Er is immers gecertificeerd en Amersfoort heeft niet weersproken dat de aandachtspunten in de bijlage (productie 40b Centric) niets te maken hebben met de overeengekomen functionaliteit en geen invloed hebben op het al dan niet kunnen archiveren.
“30-ll-2012: na inbelactie door Mitchel is remote getest of deze functionaliteit werkte. Het antwoord hierop was op dat moment positief. Renderen geldt voor documenten met bestandsextensie doc of docx.”Centric heeft betoogd dat uit deze reactie volgt dat zij de bevinding van Amersfoort heeft gecontroleerd en dat daaruit is gebleken dat zowel doc als docx bestanden kunnen worden omgezet naar PDF/A formaat. Ook afbeeldingen zoals JPEG/JPG worden gewoon geconverteerd naar PDF/A, zo voert Centric aan. Amersfoort heeft dit betwist. Zij heeft gesteld dat er na 23 oktober 2012 geen wijzigingen in het DMS bij Amersfoort zijn doorgevoerd en er niet bij Amersfoort is ingebeld of getest. Amersfoort kent productie 57 ook niet. Zij vermoedt dat de ene afdeling van Centric heeft ingebeld en getest bij de andere afdeling van Centric. Mogelijk was de oplossing aangebracht in een versie die op dat moment enkel nog intern bij Centric draaide. Bij Amersfoort was de GAP in ieder geval niet verholpen, aldus Amersfoort.
Beschrijf hoe u de beoogde DMSIRMA functionaliteit in gaat richten. In het bijzonder wordt er aandacht gevraagd voor (... ): e. postdistributie, catalogusbeheer, circulatie lijsten, rappellering en voortgangsbewaking van fysieke documenten.”Centric heeft daarop geantwoord, voor zover thans van belang:
“Documenten die geparafeerd moeten worden voordat een volgende processtap gezet kan worden, vallen onder de bewaking van de module documentendistributie. Rappellering en voortgangsbewaking van fysieke documenten (voor zover dat nog blijft bestaan) geschiedt door de bewaking van het digitale equivalent. Het bewaken en rappelleren van het plaatsen van handtekeningen onder documenten valt onder het taakveld van de module documentendistributie.”De rechtbank is van oordeel dat hieruit zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet kan worden afgeleid dat een geautomatiseerde voortgangsbewaking op stapniveau is overeengekomen. Dit geldt ook voor de verwijzing van Amersfoort naar vraag 18 bij de aanbesteding en het antwoord van Centric daarop (productie 2c Amersfoort). Amersfoort heeft niet toegelicht uit welk gedeelte van deze vraag en het antwoord daarop zou moeten worden afgeleid dat partijen een uitgebreide voortgangsbewaking op stapniveau zijn overeengekomen.
Aldus kan bepaalde informatie (zoals poststukken, e-mails en andersoortige documenten) die bij een bepaalde taak hoort door de organisatie gerouteerd worden. Bij het proces waarin de opeenvolging van dergelijke taken wordt weergegeven kunnen zowel seriële als parallelle ‘stappen’, welke door een medewerker kunnen worden uitgevoerd, overgedaan of overgeslagen worden. Ook kan een medewerker ad-hoc processtappen toevoegen, vaak op basis van voorgedefinieerde ‘bouwstenen’. Voor zulke processen, bestaande uit een opeenvolging van dergelijke stappen, kunnen minimale / maximale en vaste / flexibele doorlooptijden worden aangegeven per stap en per proces. Bovendien wordt de statusinformatie van de betreffende zaak met de voortgang van het proces geüpdatet (handmatig of - bij voorkeur - automatisch).Zoals het kopje al aangeeft, gaat deze passage over workflow management (routering van documenten). Over voortgangsbewaking wordt niet gesproken. Uit deze passage uit de offerteaanvraag kan dan ook niet worden afgeleid dat Amersfoort een uitgebreide en geautomatiseerde voorgangsbewaking op stapniveau wenste, laat staan dat daaruit kan worden afgeleid dat partijen een dergelijke functionaliteit zijn overeengekomen.
Beschrijf hoe u beoogt dat de dossiervorming plaatsvindt en beschrijf hierbij de functionele inrichting van Sharepoint. In het bijzonder wordt er aandacht gevraagd voor: a. (…) b. De mogelijkheden om het DMS te gebruiken als documentopslag voor backoffice applicaties (deze maken dus gebruik van het DMS om documenten in op te slaan tijdens hun applicatie-eigen workflow), incl. de vereisten aan de desbetreffende backoffice systemen; (…)” Centric heeft daarop geantwoord (productie 2g Amersfoort, p. 2): “
Centric applicaties voor de lokale overheid maken al jaren gebruik van de module DIS4all voor de integratie tussen procesapplicaties en een DMS. (…) Het volgende wordt geboden: Gebruik van uitgebreide documentmanagementfuncties van de MOSS omgeving vanuit de applicaties (Centric en niet-Centric) die worden geboden door calls naar de webservices van module documentservices. Daarbij worden de volgende DM functies geboden: opslag, raadplegen, check-in/uit, versiebeheer, vernietig, muteer et cetera. (…) In Fase 2 integreren met Suite4basisgegevens en GWS4All is geen probleem.”Amersfoort leidt hieruit af dat het postproces zou worden geautomatiseerd. Dat zou gebeuren door het mogelijk te maken dat het inscannen van documenten in de postkamer zou kunnen plaatsvinden, waarna de documenten geautomatiseerd doorgezet zouden kunnen worden naar de betreffende afdelingen. In bijvoorbeeld de nadere offerte DMS (productie 14 Amersfoort, p. 22 e.v.) is dat onder scopepunt 3 nader uitgewerkt. De documentkoppeling voor het postkanaal werkt echter niet, aldus Amersfoort.
Het beheer van dossiers gebeurt volledig in POVO-Open. Dossierregistraties worden hierin aangemaakt, stukken kunnen worden toegevoegd (ook in bulk) aan een dossier. Vanuit de dossierregistratie kan men direct zien welke geregistreerde stukken zich in het dossier bevinden. De uitleen administratie van de papieren dossiers wordt ook bijgehouden in POVO-Open.”Gesteld noch gebleken is dat de hier beschreven functionaliteit – het in bulk toevoegen van stukken aan een dossier – terugkomt in de antwoorden van Centric. Om die reden kan dan ook niet geconcludeerd worden dat Centric deze functionaliteit diende op te leveren. Volgens Centric was deze functionaliteit ook niet nodig omdat een aantal processen inmiddels op een andere wijze (dan bulkverwerking) ondersteund wordt en bij correct gebruik van DMS bulkverwerkingen uit POVO-Open grotendeels tot het verleden zullen horen. Amersfoort heeft toegegeven dat de moderne manier van werken er inderdaad toe leidt dat een aantal handmatige handelingen digitaal zal worden afgehandeld, maar heeft ook gesteld dat de stroom post die Amersfoort dagelijks ontvangt niet per direct verminderd zal zijn. Burgers blijven papieren documenten insturen. Daarnaast is sprake van lopende dossiers waar al veel op papier is aangeleverd. Er zal bij deze dossiers deels een conversie moeten plaatsvinden van papier naar digitaal. Bij die conversie zal ook veel bulkverwerking aan te pas moeten komen om de bestaande documenten om te zetten naar het digitale systeem, zo stelt Amersfoort. Uit de nadere offerte DMS (productie 14 Gemeente, p. 9) leidt de rechtbank echter met Centric af dat slechts lopende en afgehandelde processen (zaken) via een conversie zouden worden overgezet naar het nieuwe systeem. In die offerte wordt immers vermeld:
"We bieden een conversie aan die de lopende en afgehandelde processen (zaken) overzet naar de nieuwe oplossing. Lopende zaken komen als “open” zaak in het zaaksysteem en in het medewerkersportaal beschikbaar. Afgehandelde zaken komen als “gearchiveerd” zaakdossier in het archief (RMA). Zie voor meer detail hoofdstuk 6 en de bijlage “Conversie”.Verder blijkt uit dit hoofdstuk 6 dat Centric alleen conversie van digitale dossiers heeft aangeboden. In dat hoofdstuk wordt vermeld:
“Centric zal het door Amersfoort aangeleverde conversiebestand, conform door Centric opgestelde specificaties, inladen en opslaan in het DMS / Zaaksysteem”en wordt steeds gesproken over digitale documenten. Het standpunt van Amersfoort wordt daarom niet gevolgd.
Als de zaak wordt afgesloten, dient de afgesloten zaak met de onderliggende documenten te worden overgedragen naar het koude RM gedeelte van Key2documenten. Dit kan handmatig, maar de voorkeur zal automatische overdracht zijn. Het automatische proces (archiefflow) bestaat uit de module documentenarchief en de module archiefservice. De acties van de archiefflow zijn afhankelijk van de keuze van Amersfoort (wel of niet nodig):”. Centric heeft aangevoerd dat zij hier aangeeft dat (zij begrijpt dat) de voorkeur automatisch archiveren zal zijn, maar dat zij deze functionaliteit niet daadwerkelijk aanbiedt. Amersfoort heeft hiertegen ingebracht dat deze stelling niet kan worden gevolgd nu Centric in haar antwoord zelf een tweetal modules noemt die de geautomatiseerde overdracht mogelijk moeten maken. Centric heeft dit niet weersproken, zodat ervan wordt uitgegaan dat partijen deze functionaliteit zijn overeengekomen. Centric heeft echter onder verwijzing naar haar productie 14A (“Procesanalyse afdeling BPI gemeente Amersfoort”) aangevoerd dat Amersfoort (nadien) de werkwijze voor het archief in versie 2.7 heeft goedgekeurd. Centric noemt geen vindplaats in dit document. Voorts is het overgelegde document niet door partijen voor akkoord getekend (p. 4). Centric zal zich bij akte mogen uitlaten over de status van het document en haar standpunt dat uit dit document volgt dat Amersfoort akkoord was met de werkwijze voor het archief nader mogen onderbouwen. Amersfoort zal hierop bij antwoordakte mogen reageren.
WOB –verzoek” wordt dan bijvoorbeeld “
WOB-verzoek 2014”. Partijen zijn verdeeld over de vraag of het DMS het door Amersfoort gestelde versiebeheer van zaaktypen had moeten ondersteunen. Daaromtrent wordt als volgt overwogen.
A2P processen, incl. de autorisaties (rechten en rollen) daaromheen; denk o.a. aan wijzigen van standaardprocess(tapp)en, genereren van documentatie over process(tapp)en, etc. Beschrijf de consequenties van het wijzigen van standaardprocess(tapp)en voor lopende processen (versiebeheer): gebruiken deze het oude proces zodat tijdelijk twee versies actief zijn, worden deze geconverteerd naar het nieuwe proces of iets anders.” Gelet op deze vraagstelling was Amersfoort zich er kennelijk al van bewust dat er mogelijk twee versies van een proces (zaaktype) actief zouden zijn naast elkaar. Gesteld noch gebleken is dat Centric in haar antwoord op dit specifieke onderdeel is ingegaan. Indien het voor Amersfoort zo belangrijk was dat het DMS het door haar beschreven versiebeheer bood, dan had zij hier op door moeten vragen. Dit heeft Amersfoort niet gedaan. Geconcludeerd wordt daarom dat geen versiebeheer als door Amersfoort is gesteld, is overeengekomen, of dat Amersfoort mocht verwachten dat een dergelijk versiebeheer zou worden ondersteund. Van een issue is dan ook geen sprake.
“Elke medewerker met toegang tot BRB kan zaakgegevens opzoeken en raadplegen. Hierbij kan onder andere getoond worden welke burgers en ambtenaren bij de zaak betrokken zijn, maar via een koppeling met het DMS kunnen ook documenten bij die zaak geraadpleegd worden”en (vraag 19 ad d):
Het zaaksysteem en DMS vormen gezamenlijk het volledig virtuele zaakdossier. Alle
Voor het creëren van documenten vanaf de Key2Documenten interface wordt gebruik gemaakt van een Wizard.”Amersfoort heeft gesteld dat er in de interface van Key2Documenten geen functionaliteit aanwezig is waarmee de Document Informatie Voorziener (hierna: DIV medewerker) een document kan toevoegen aan een zaakdossier. Centric heeft daartegen ingebracht dat documenten kunnen worden toegevoegd door middel van de Wizard Module Documenten Distributie (MDD). Deze Wizard is direct vanuit het beginscherm op te starten door de DIV medewerker. Ter onderbouwing van deze functionaliteit heeft Centric een aantal schermafbeeldingen overgelegd. Amersfoort heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist dat voornoemde wizard niet werkt. Er dient daarom van uit te worden gegaan dat een functionaliteit aanwezig is waarmee de DIV medewerker een document kan toevoegen aan een zaakdossier. Dat deze functionaliteit niet wordt opgestart vanuit de interface van Key2Documenten, zoals in eerste instantie aangegeven door Centric, maar direct vanuit het beginscherm, levert naar het oordeel van de rechtbank geen gebrek op dat aan acceptatie van het DMS in de weg staat.
Het zakensysteem en DMS vormen gezamenlijk het volledig virtuele zaakdossier. Alle relaties worden onderhouden doordat de inrichting en metadata van documenten en zaken op elkaar zijn afgestemd. Het is dus mogelijk om documenten of dossiers terug te zoeken op basis van zaak in het DMS of om vanuit het MidOffice relevante gegevens, inclusief documenten uit het DMS, tonen.”Noch in de vraag zelf, noch in het antwoord van Centric wordt gesproken over heropening van een zaak. Uit voornoemde passage kan dan ook niet worden afgeleid dat Centric heeft aangeboden dat bij heropening van een zaak synchronisatie plaatsvindt tussen Key2Documenten en Key2Zaken, zoals door Amersfoort is gesteld. Amersfoort heeft geen (andere) feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zij deze synchronisatie mocht verwachten. De gestelde issue wordt daarom verworpen.
Concept-offerte / aanvullende overeenkomst Midoffice fase 2” waarin het volgende is opgenomen:
Wij brengen de overall projectkorting op € 25.000,-, indien er door gemeente Amersfoort decharge wordt gegeven voor die delen van het Midoffice (en dus niet van het DMS/RMA), die in productie zijn of in de productie-omgeving zijn opgeleverd (en al dan niet door gemeente Amersfoort operationeel in gebruik zijn genomen). Dan kunnen de laatste termijnen worden gefactureerd en het onderhoud voor die onderdelen vanaf de eerder voorgestelde datum van 1 november 2011 (datum productiegang MOR) in rekening worden gebracht.”
Akkoord voor wat betreft de voorgestelde projectkorting en het in rekening brengen van de genoemde onderhoudskosten.”
De oplossing voorziet (blijvend) in koppelingen naar alle relevante (binnengemeentelijke en landelijke) systemen, van andere organisaties en marktpartijen. Daardoor behoud gemeente Amersfoort de volledige flexibiliteit m.b.t. keuzes op de verschillende onderdelen van informatievoorziening.” Het MidOffice bleek volgens Amersfoort echter niet zodanig afgewerkt te zijn dat aansluiting van een DMS van een derde partij daarop eenvoudig mogelijk was. Amersfoort heeft dit gebrek, wat daarvan ook zij, echter niet genoemd in de ingebrekestellingen van 25 januari 2013 (productie 43 Amersfoort) en 15 februari 2013 (productie 45 Amersfoort). Ook op de bij de brief van 15 februari 2013 gevoegde lijst – de rechtbank begrijpt dat dit de lijst is die als bijlage 3 bij de brief van Amersfoort van 8 augustus 2013 (productie 47) is gevoegd – komt dit gebrek niet voor. Centric is op dit punt dan ook niet in verzuim komen te verkeren. Aangezien ook niet is gebleken dat nakoming op dit punt blijvend of tijdelijk onmogelijk is, kan de overeenkomst dan ook niet op deze grond worden ontbonden.
De Centric Conductor biedt een set add-ons voor BizTalk die specifiek is toegespitst op de intake van zaken vanuit diverse kanalen (web formulieren, KCS, et cetera). Deze add-ons kunnen binnen de standaard ontwikkelomgeving van BizTalk (Visual Studio) gebruikt worden om het modelleren van diensten te versnellen en te vereenvoudigen. De add-ons zijn gedocumenteerd en kunnen door BizTalk ontwikkelaars (al dan niet in dienst van de gemeente Amersfoort) worden gebruikt om nieuwe diensten aan de Conductor toe te voegen.” Amersfoort heeft gesteld dat de door haar ingeschakelde externe BizTalk specialisten niet, ook niet met behulp van de door Centric beschikbaar gestelde documentatie, in staat waren om nieuwe diensten aan de Conductor toe te voegen.
“Aanbieder dient de (eind)gebruikers zoals FO/KCS-medewerkers(t.b.v. Fase 1), functioneel- en technisch beheerders en andere belanghebbenden van de Gemeente Amersfoort zodanig te trainen en van documentatie te voorzien dat de Gemeente Amersfoort zelfstandig het complete front- en MidOffice (inclusief DMS, eventuele Add-Ons en eventuele integratiemodulen) kan gebruiken, functioneel en technisch kan beheren en kan onderhouden.”Amersfoort heeft gesteld dat Centric op grond van deze eis een functionele beschrijving had moeten verstrekken van het koppelvlak tussen de Centric modules Datadistributie (DDS) en Gegevensmagazijn (GGM). Een dergelijke beschrijving ontbreekt echter. Daardoor is onduidelijk hoe Amersfoort binnen MidOffice kan verifiëren of het digitale berichtenverkeer tussen de verschillende modules van het MidOffice goed verloopt en of het koppelvlak Gegevensmagazijn alle berichten goed heeft ontvangen. Verder is onduidelijk wat er op dit moment geïnstalleerd is voor wat betreft deze koppeling binnen de huidige MidOffice-omgeving, aldus Amersfoort.
Op alle aspecten van de uitvoering van de Overeenkomst door Implementatiepartner is de Nederlandse privacywetgeving van toepassing.” Volgens Amersfoort kleeft aan het versnipperde autorisatiesysteem het risico dat de verkeerde gebruikers toegang krijgen tot bijvoorbeeld persoonsgegevens die zijn opgeslagen in de Gemeentelijke Basisadministratie, hetgeen in strijd is met de privacywetgeving. Dit risico kan zich naar het oordeel van de rechtbank echter ook voordoen bij een centraal autorisatiesysteem. Ook bij een dergelijk autorisatiessysteem kunnen immers fouten worden gemaakt door de beheerder. Voor zover Amersfoort zich op het standpunt stelt dat alleen een centraal autorisatiesysteem kan voldoen aan de Nederlandse privacywetgeving (en daarmee aan Eis 29), wordt zij daarin derhalve niet gevolgd. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat partijen geen centraal autorisatiesysteem zijn overeengekomen. Amersfoort heeft evenmin onderbouwd op welke grond zij mocht verwachten dat het MidOffice autorisatie vanuit een centrale interface zou bieden. Van een tekortkoming is dus geen sprake.
Door de status- en transactiekoppeling van de generieke applicatie met het zakensysteem, worden statuswijzigingen doorgespeeld maar het zakenmagazijn en bijbehorende documenten naar het documentenmagazijn. Deze magazijnen worden ook direct ontsloten voor de burger (in de persoonlijke pagina) waardoor de dienstverlening van de gemeente volledig transparant verloopt.” Amersfoort leidt hieruit af dat het MidOffice een duidelijke foutmelding dient te geven aan de gebruiker (burger) wanneer sprake is van een storing binnen één van de services van het MidOffice, omdat het anders voor de gebruiker onduidelijk is waarom sommige delen van de PIP wel werken en andere delen niet. Centric heeft dit bestreden. Volgens Centric zien statuswijzigingen als door haar vermeld in bovengenoemd antwoord op door de applicatie gegenereerde meldingen in het kader van de afhandeling van zaken, en niet op meldingen die te maken hebben met systeemstoringen. De applicaties van Centric leveren slechts informatie aan, en geven geen systeeminformatie. Amersfoort heeft dit niet weersproken. De rechtbank is daarom met Centric van oordeel dat niet uit het antwoord op vraag 18 kan worden afgeleid dat Centric in het geval van een storing binnen één van de services van het MidOffice voor een foutmelding moet zorgen. Nu Amersfoort geen andere bron voor de gestelde verplichting heeft gesteld en evenmin (onderbouwd) heeft gesteld dat zij mocht verwachten dat het MidOffice in een vorenbedoelde foutmelding zou voorzien, is van een tekortkoming van Centric op dit punt geen sprake.
Na de actie van vandaag komen de documenten aangeleverd vanuit het Omgevingsloket Online terecht in de tijdelijke Sharepoint oplossing.” Amersfoort heeft daar het volgende tegen ingebracht. De backofficeapplicatie MVV maakt gebruik van in ieder geval twee typen documenten: (1) documenten die zijn aangeleverd vanuit het Omgevingsloket Online (hierna: OLO) en (2) documenten die in MVV zelf zijn aangemaakt. De OLO-documenten kwamen inderdaad in de tijdelijke Sharepoint-oplossing terecht. Voor de MVV-documenten is door Centric geen koppeling met de tijdelijke Sharepoint-oplossing opgeleverd. Deze documenten moesten, ook in de door Centric aanboden tijdelijke oplossing, opgeslagen worden in de tijdelijke Sharepoint-oplossing. Om dit mogelijk te maken was een aanpassing nodig in MVV. Centric heeft deze aanpassingen niet gerealiseerd. Het gevolg was dat de MVV-documenten niet automatisch in Sharepoint werden opgeslagen, maar op een netwerkschijf.
Indien er geen acceptatie van Fase 1 plaatsvindt en/of geen goedkeuring op het Plan van Aanpak en de begroting ten behoeve van Fase 2 wordt gegeven dan eindigt de opdracht en wordt de overeenkomst ontbonden. De Gemeente Amersfoort kan dan alsnog onder gelijke
Buiten hetgeen elders in deze Overeenkomst is bepaald”. De onderhavige situatie is zo’n geval dat niet elders in de overeenkomst is geregeld. Nu de regeling in artikel 6.8 (nog) niet van toepassing is, vallen partijen terug op de algemene regeling van artikel 19 van de overeenkomst. Centric heeft erkend dat deze regeling de gevolgen heeft zoals bedoeld in artikel 6:271 BW. De rechtbank is daarom van oordeel dat als gevolg van de ontbinding een verbintenis tot ongedaanmaking ontstaat.
T.g.v. 2 jaar latere oplevering 2 jaar, niet realiseren van vermindering benodigde beheercapaciteit bij IB (...).” Amersfoort heeft gesteld dat het doel van het project onder meer was het bereiken van een efficiencyslag door vergaande automatisering van processen binnen Amersfoort. Deze automatisering had moeten leiden tot een besparing op personele kosten. Deze schadepost betreft een inschatting van de kosten die Amersfoort als gevolg van het tekortschieten van Centric niet heeft kunnen besparen. Ook hier is de rechtbank van oordeel dat niet gesteld of gebleken is dat dit schade is in de zin van artikel 10.3.2 sub a tot en met f.
5.De beslissing
woensdag 1 juni 2016voor het nemen van een akte door Centric, een en ander zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.42, en verwijst vervolgens de zaak naar de rolzitting van woensdag 29 juni 2016 voor het nemen van een antwoordakte door Amersfoort;
woensdag 1 juni 2016voor het nemen van een akte door Amersfoort, een en ander zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.20, 4.36, 4.52, 4.56 en 4.104, en verwijst vervolgens de zaak naar de rolzitting van woensdag 29 juni 2016 voor het nemen van een antwoordakte door Centric,