Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 november 2014
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 1 april 2015
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 7 september 2015
- het proces-verbaal van getuigenverhoor (tegenverhoor) van 9 november 2015
- de conclusie na enquête [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 6 januari 2016
- de conclusie na enquête van de curator van 24 februari 2016.
2.De verdere beoordeling
in conventie
3.De beslissing
woensdag 11 mei 2016, teneinde de curator in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven of en zo ja, op welke wijze hij bewijs wil leveren (zie 2.22),
- de namen en woonplaatsen van de getuigen dient op te geven;
- moet opgeven op welke dagen alle partijen, hun (eventuele) advocaten en de getuigen in de drie maanden nadien verhinderd zijn; de curator dient bij die opgave ten minste 15 dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden,
- voor het opgeven van verhinderdata geen uitstel zal worden verleend;
- indien de curator geen gebruik maakt van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven, de rechter eenzijdig een datum zal bepalen waarvan dan in beginsel geen wijziging meer mogelijk is;
- het getuigenverhoor zal kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel, indien bij de opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen zijn vrijgelaten,