Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de brief van 26 januari 2016 van GIM;
- de brief van 4 februari 2016 van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging producties in conventie van [eiser] ;
- het proces verbaal van de comparitie van partijen.
2.De feiten
3.De vorderingen in conventie en in reconventie
- afschriften van alle notulen van vergaderingen van GIM vanaf 1971 voor zover daarin de Rehobothkerk en kerkgebouwen in het algemeen worden besproken;
- een overzicht van de afspraken die door de Staat der Nederlanden en GIM zijn gemaakt in het kader van de overdracht van 15 december 1988 en het daarbij ter beschikking gestelde bedrag;
- een afschrift van de jaarrekeningen van GIM vanaf 1989;
- een overzicht van personen die een bestuursfunctie binnen GIM hebben vervuld met opgave van de functies en begin- en einddatum van de bestuursperiode;
- afschriften van de processtukken in de procedure tussen Doevendans en GIM;
4.De beoordeling in conventie
Dat hij in zijn actie gesteund wordt, betekent niet dat daarmee het belang van 86 leden van Jemaat GIM Tilburg in deze procedure aan de orde is. Als [eiser] voor dat collectieve belang in rechte had willen optreden, dan had hij met dat doel een stichting of vereniging moeten oprichten met als statutair doel het behoud van de Rehobothkerk.
Dat mogelijk monumentale karakter van de kerkkavel ontneemt GIM niet het in 4.9 vastgestelde recht om tot verkoop over te gaan.
Zowel het besluit van 29 mei 2013 als het besluit van 16 oktober 2013 richt zich tot de Jemaat GIM Tilburg. Reeds hieruit vloeit voort dat [eiser] als individueel lid aan beide besluiten geen aanspraak ontlenen kan. Bovendien, als dat wel het geval zou zijn, dan blijkt uit beide besluiten niet dat het GIM niet meer vrij zou staan om reglementair tot verkoop te besluiten. Integendeel. In het besluit van 16 oktober 2013 wordt een dringend beroep op Jemaat GIM Tilburg gedaan om betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid te stimuleren opdat (onder meer) de Rehobothkerk behouden kan blijven. Daaruit kan niet anders afgeleid worden dan dat van een door GIM gegarandeerd voortgezet gebruik van het kerkgebouw geen sprake is. Dat GIM recentelijk onderhoud aan het kerkgebouw heeft gepleegd maakt dat niet anders.
- afschriften van alle notulen van vergaderingen van GIM vanaf 1971 voor zover daarin de Rehobothkerk en kerkgebouwen in het algemeen worden besproken;
- een overzicht van de afspraken die door de Staat der Nederlanden en GIM zijn gemaakt in het kader van de overdracht van 15 december 1988 en het daarbij ter beschikking gestelde bedrag;
- een afschrift van de jaarrekeningen van GIM vanaf 1989;
- een overzicht van personen die een bestuursfunctie binnen GIM hebben vervuld met opgave van de functies en begin- en einddatum van de bestuursperiode en
- afschriften van de processtukken in de procedure tussen Doevendans en GIM.
heeft geen concrete feiten gesteld waaruit zijn belang bij afgifte van de door hem genoemde stukken blijkt. [eiser] heeft niet meer gedaan dan het geven van een mening over het handelen van de bestuurders van GIM, in het bijzonder van [H] . Een dergelijke mening verschaft hem nog geen belang bij afgifte van de door hem genoemde afschriften. Reeds hier op stuit de vordering van [eiser] af.
Voor zover [eiser] zich heeft beroepen op het (zijns inziens) rechtmatige belang van Jemaat GIM Tilburg bij afgifte van de door hem genoemde stukken, verliest [eiser] uit het oog dat het niet aan hem is om op te komen voor het belang van Jemaat GIM Tilburg maar aan de Kerkenraad.