ECLI:NL:RBMNE:2016:1693
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- P. Bender
- G.L.M. Urbanus
- A.M. Koene
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke zaak
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2016 uitspraak gedaan op het verzoek van verzoekster tot wraking van mr. M.E.A. Braeken, de behandelend rechter in een bestuursrechtelijke zaak. Verzoekster heeft haar wrakingsverzoek ingediend op grond van vermeende vooringenomenheid van de rechter, omdat zij zich onheus behandeld voelde en omdat haar verzoek om een deskundige te benoemen niet was ingewilligd. De wrakingskamer heeft de procedure op 15 maart 2016 openbaar behandeld, waarbij verzoekster en haar twee broers aanwezig waren, evenals mr. Braeken.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek zich uitsluitend kon richten op de zitting van 3 februari 2016, waar verzoekster zonder juridische bijstand was verschenen. De rechter had op die zitting besloten om de zaak inhoudelijk te behandelen, ondanks verzoekster's aanhoudingsverzoeken. Mr. Braeken heeft betoogd dat verzoekster voldoende gelegenheid had gehad om juridische bijstand te zoeken en dat zij niet onheus was bejegend. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster en de verdediging van de rechter zorgvuldig gewogen.
De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. De beslissingen die op de zitting van 3 februari 2016 zijn genomen, zoals het sluiten van het onderzoek en het afwijzen van de aanhoudingsverzoeken, zijn procesbeslissingen die niet onbegrijpelijk zijn. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en verzoekster niet ontvankelijk verklaard voor zover het betrekking had op feiten voor 3 februari 2016. De procedure in de onderliggende zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voor het wrakingsverzoek.