Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘alle plezier’(zie 2.3) zijn werk verricht. Ook Boekenfestijn was destijds tevreden over het werk van [eiser] . Eind 2011 veranderde er iets in de verhouding tussen [eiser] en Boekenfestijn; Boekenfestijn typeert dit als
‘de sfeer die omsloeg’. Ook [eiser] geeft aan dat
‘de sfeer op de werkplek verslechterde’(zie 2.3). Op 25 januari 2012 heeft [eiser] zich voor het eerst ziekgemeld met, zoals de bedrijfsarts destijds rapporteerde, werkgerelateerde spanningsklachten. Kennelijk is de lucht tussen [eiser] en Boekenfestijn daarna (even) geklaard, want [eiser] gaat weer aan het werk, totdat op 11 februari 2013 een gesprek plaatsvindt tussen de heer [A] , directeur van Boekenfestijn, en [eiser] . In dit gesprek heeft [A] zich op het standpunt gesteld dat [eiser] zijn werk niet langer goed verricht, waarna [eiser] zich direct heeft ziekgemeld. Vanaf dat moment is de verhouding tussen Boekenfestijn (/ [A] ) en [eiser] in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. De kantonrechter heeft in juli 2013 geoordeeld dat Boekenfestijn onvoldoende (objectieve) gronden had aangevoerd om de arbeidsovereenkomst met [eiser] te doen eindigen. [eiser] is, ook na de uitspraak van de kantonrechter, niet meer aan het werk gegaan bij Boekenfestijn. [eiser] is per 21 maart 2013 arbeidsongeschikt geacht en is dat ook gebleven.
al eerder met psychische klachten is uitgevallen’ (zie 2.7). Daarnaast heeft de bedrijfsarts aangegeven dat,
‘na kennisneming rondom juli 2013 van nieuwe medische feiten en informatie uit de voorgeschiedenis van [eiser] , de medische situatie wezenlijk anders was dan tijdens eerdere spreekuur contacten’.Voorts schrijft hij dat
‘na overleg met een specialist op dit vakgebied ben ik tot de conclusie gekomen dat sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid’en
‘de aandoening van [eiser] is een multifactoriële aandoening. Met andere woorden: door een samenkomst van meerdere factoren ontstaat de aandoening’.Tot slot schrijft de bedrijfsarts dat er wat hem betreft, ‘
geen oorzaak gevolg relatie is’(zie 2.12). De psychiater heeft aangegeven dat sprake is van
‘een ernstige psychiatrische ziekte’bij [eiser] (zie 2.13).
‘als gevolg van de aandoening van [eiser] , er geen rechtstreeks contact tussen [eiser] en Boekenfestijn mogelijk was; evenmin was dergelijk contact mogelijk met de bedrijfsarts en de behandelaren (in diverse settings)’(zie 2.12). Gelet op deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat Boekenfestijn een verwijt treft in het kader van re-integratie. Van belang hierbij is ook om op te merken dat [eiser] in dit verband evenmin blaam treft: de deskundigen geven aan dat deze houding van [eiser] het directe gevolg is van zijn aandoening (zie 2.8).