ECLI:NL:RBMNE:2016:1443
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens gebrek aan belanghebbendheid en spoedeisend belang
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 maart 2016 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. Het primaire besluit, genomen op 8 december 2015, hield in dat de [straat] in [woonplaats] werd afgewaardeerd, met een maximum snelheid van 30 km per uur en een sluiting voor motorvoertuigen, met uitzondering van bestemmingsverkeer. Verzoeker, die op ongeveer 400 meter afstand van de [straat] woont, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meent dat hij hierdoor in zijn belangen wordt geschaad.
Tijdens de zitting op 2 maart 2016 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat hij door de sluiting van de [straat] moet omrijden om zijn werk te bereiken en dat zijn klanten ook hinder ondervinden. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoeker niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat zijn woning nog steeds bereikbaar is via een alternatieve route. Bovendien heeft verzoeker zijn economische belang niet voldoende onderbouwd en is er geen sprake van een spoedeisend belang, aangezien hij enkel een economisch belang heeft gesteld zonder dit nader te onderbouwen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoeker niet voldoet aan de criteria voor belanghebbendheid zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat er geen spoedeisend belang is. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.