Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2015
- de conclusie van antwoord van 15 juli 2015, met apart toegezonden productie 11
- het tussenvonnis van 29 juli 2015, waarbij de kantonrechter heeft overwogen dat hij voornemens is de zaak naar de sector civiel te verwijzen omdat de vordering meer bedraagt dan € 25.000,--
- de akte van [eiser] van 26 augustus 2015, waarbij hij zijn vordering beperkt tot een bedrag van € 25.000,--
- het tussenvonnis van 14 oktober 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 25 februari 2016.
2.De feiten
"Aanvraag Veilig Op Weg Pakket"toegezonden, welk formulier [eiser] vervolgens ingevuld en ondertekend aan [gedaagde] heeft geretourneerd. Bij de vraag
"Is het te verzekeren motorrijtuig voorzien van een diefstalpreventiesysteem?"heeft [eiser] het vakje
"Nee"aangekruist. Vervolgens heeft [gedaagde] een polis van de verzekeraar Allianz aan [eiser] doen toekomen. Hierop was vermeld dat de verzekering van de auto inging op 4 augustus 2012, en dat de cascowaarde inclusief btw € 27.664,- bedroeg.
3.Het geschil
4.De beoordeling
"Diefstalbeveiliging", zou deze clausule [eiser] zelfs bij oppervlakkige lezing direct moeten zijn opgevallen. Van uitgebreide verzekeringsvoorwaarden met
"kleine lettertjes"was dus bepaald geen sprake. Er is in dit geval sprake van een discrepantie tussen het aanvraagformulier en de polis, die ook voor de gemiddelde leek reeds bij oppervlakkige lezing gemakkelijk te ontdekken zou zijn geweest.
"opknapper"liet restaureren, en dat hij dus niet is aan te merken als iemand die met grote regelmaat auto's opkoopt, restaureert en weer doorverkoopt. Zou dit laatste wel het geval zijn geweest, dan mocht van [eiser] misschien (nog) wat meer oplettendheid worden verwacht.
- dagvaarding € 94,19
- vast recht € 466,--
- salaris gemachtigde
- totaal € 1.160,19.