Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 februari 2016 met producties;
- de fax van Tegelbedrijf Syro c.s. van 26 februari 2016 met producties;
- de mondelinge behandeling op 29 februari 2016, waarbij [eiseres]
- de pleitnota van Tegelbedrijf Syro c.s.
2.De feiten
zijn[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] opnieuw een onderneming gestart. In het uittreksel van de Kamer van Koophandel staan als activiteiten van deze nieuwe onderneming vermeld:
3.Het geschil
4.De beoordeling
algemeen
enen het publiek waarop zij zich richten zijn nagenoeg gelijk. Beide bedrijven leveren namelijk tegels en sanitair aan particulieren.
enop de voet van art. 1019h Rv worden vastgesteld. De door Tegelbedrijf Syro c.s. gestelde kosten van € 4.915,24, te vermeerderen met de nakosten, acht de voorzieningenrechter redelijk en evenredig. De kosten aan de zijde van Tegelbedrijf Syro c.s. worden aldus begroot op:
4.915,24