ECLI:NL:RBMNE:2016:1276

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 februari 2016
Publicatiedatum
11 maart 2016
Zaaknummer
C/16/360832 / HA ZA 14-63
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag met betrekking tot een overeenkomst en de toewijzing van proceskosten

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 februari 2016 vonnis gewezen in een zaak tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en een vereniging, gedaagde, die niet is verschenen. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.C.M. Janssen, vorderde betaling van een bedrag van € 60.311,27, dat voortvloeit uit een overeenkomst tussen partijen. Eiseres stelde dat gedaagde een bedrag van € 29.200,00 had betaald, dat in mindering strekt op de hoofdsom en de rente. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 6:44 BW, en heeft de gevorderde buitengerechtelijke kosten ambtshalve gematigd tot een redelijk bedrag van € 1.788,00.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van eiseres op zichzelf toewijsbaar is en heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.862,71. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de contractuele rente van 2% per maand over het bedrag van € 58.523,27 vanaf 4 december 2013 tot de dag van volledige betaling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.C. Hoogeveen in het openbaar op 26 februari 2016.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/360832 / HA ZA 14-63
Vonnis van 26 februari 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. I.C.M. Janssen,
tegen
de vereniging
[naam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
kantoorhoudende te Amersfoort,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de vordering en de feiten wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
2.2.
Eiseres stelt dat gedaagde een bedrag heeft betaald van € 29.200,00. Dit bedrag strekt ingevolge artikel 6:44 BW eerst in mindering op het (toewijsbare) bedrag aan (langst) verschenen rente, vervolgens op de hoofdsom en tenslotte op de buitengerechtelijke kosten (buitengerechtelijke kosten zijn geen kosten ex artikel 6:44 BW; zie Hof Leeuwarden 17 juli 2007, LJN BA9777). Dit leidt tot de volgende berekening van het toewijsbare bedrag:
  • hoofdsom € 68.134,54
  • rente tot 4 december 2013 € 19.588,73
--------------
€ 87.773,27
Af: betaling € 29.200,00
--------------
€ 58.523,27
2.3.
Eiseres heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, gebaseerd op het bij de dagvaarding geciteerde deel van de tussen partijen gesloten algemene voorwaarden bij de overeenkomst. De vordering is op zichzelf toewijsbaar. Wel ziet de rechtbank aanleiding overeenkomstig artikel 242 Rv het bedrag aan kosten ambtshalve te matigen tot een bedrag dat redelijk is. De rechtbank komt tot toewijzing van een bedrag van € 1.788,00.
2.4.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.5.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 76,71
- overige explootkosten 0,00
- griffierecht 1.892,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
894,00(1,0 punt × tarief € 894,00)
Totaal € 2.862,71
2.6.
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals hierna vermeld.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 60.311,27 (zestig duizenddriehonderdelf euro en zevenentwintig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 2% per maand over € 58.523,27 vanaf 4 december 2013 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 2.862,71, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2014. [1]

Voetnoten

1.type: ho/4175