Op 5 januari 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon op 22 december 2015, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.G. Nagel. De officier van justitie, mr. I.R.V. Out, vorderde een veroordeling op basis van de aangetroffen hennepplantage en de bekennende verklaring van de verdachte. De verdediging voerde aan dat het onderzoek niet rechtmatig was gestart, omdat er gebruik was gemaakt van een warmtebeeldcamera, wat volgens hen een inbreuk op de privacy van de verdachte betekende. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat het kijken met een warmtebeeldcamera aan de buitenkant van een woning geen schending van rechten opleverde.
De rechtbank achtte beide tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het telen van hennep en aan diefstal van elektriciteit, waarbij hij zich toegang had verschaft tot de elektriciteitsvoorziening door middel van verbreking. De rechtbank legde een werkstraf op van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de zaak, waaronder de leeftijd van de verdachte en het tijdsverloop sinds de ontdekking van de hennepkwekerij. De uitspraak benadrukte de maatschappelijke schade die voortvloeit uit hennepteelt en illegale stroomaansluitingen.