ECLI:NL:RBMNE:2016:1216
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, General Logistics System Netherlands B.V. (GLS). De werknemer vorderde schorsing van een concurrentiebeding dat hem verbiedt om gedurende een jaar na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst bij concurrenten van GLS in dienst te treden. De werknemer had eerder bij DHL gewerkt, waar ook een concurrentiebeding gold, maar hij was door DHL ontheven van dit beding om bij GLS in dienst te treden.
De procedure begon met een dagvaarding op 22 januari 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 februari 2016. De werknemer stelde dat het concurrentiebeding niet noodzakelijk was voor de bescherming van de bedrijfsbelangen van GLS, omdat hij slechts beperkte toegang had tot strategische informatie. GLS daarentegen betoogde dat de werknemer wel degelijk toegang had tot gevoelige bedrijfsinformatie en dat het concurrentiebeding gerechtvaardigd was.
De kantonrechter oordeelde dat het concurrentiebeding op zich geldig was, maar dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat in een eventuele bodemprocedure het beding gedeeltelijk zou worden vernietigd. De rechter besloot daarom het concurrentiebeding te schorsen met ingang van 6 april 2016, waarbij hij opmerkte dat de werknemer geen tastbare informatie had die hij kon gebruiken om concurrentie te veroorzaken. De kosten van het geding werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.