ECLI:NL:RBMNE:2015:9907
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verzoek tot verbetering van een tussenvonnis in een civiele procedure over bestuurdersaansprakelijkheid
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 2 december 2015 een tussenuitspraak gedaan in het kader van een verzoek tot verbetering van een eerder tussenvonnis. De zaak betreft bestuurdersaansprakelijkheid en de selectieve betaling door de gedaagde. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Jeths, hebben een verzoek ingediend om het tussenvonnis van 14 oktober 2015 te verbeteren, waarin de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.D. van de Kant, werd verplicht om bepaalde producties over te leggen. De gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen deze verplichting, stellende dat het om bedrijfsgevoelige informatie gaat die niet aan de eisers kan worden verstrekt.
De rechtbank heeft de eisers in de gelegenheid gesteld om op het verzoek van de gedaagde te reageren. In hun reactie hebben de eisers betoogd dat er geen sprake is van een kennelijke fout in het tussenvonnis en dat de gedaagde in de bodemprocedure verplicht is om nadere inlichtingen te verstrekken. De rechtbank heeft vervolgens de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat het verzoek van de eisers om het tussenvonnis te verbeteren in al zijn onderdelen moet worden afgewezen. De rechtbank heeft benadrukt dat het tussenvonnis geen eindbeslissing bevat en dat er geen grond is voor tussentijds appel.
De rechtbank heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of de akte die hij had ingediend ter kennis van de eisers kan worden gebracht. De rechtbank heeft daarbij de nodige procedurele stappen uiteengezet en de gedaagde de opdracht gegeven om uiterlijk op 4 december 2015 te reageren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. H. Manuel.