Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 september 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 27 oktober 2015.
2.De feiten
Met ingang van 25 september 2007 is het verzekerd beroep gewijzigd in smid/lasser.
4.Arbeidsongeschiktheid
13.Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid en/of ongeval
14.Vaststelling van de uitkering
Zolang verzekerde arbeidsongeschikt is, zal de mate van arbeidsongeschiktheid, de omvang van de uitkering en de periode waarvoor deze zal gelden, worden vastgesteld door De Amersfoortse aan de hand van gegevens van door De Amersfoortse aan te wijzen medische en andere deskundigen. (…)”
De Amersfoortse diverse malen bezocht door arbeidsdeskundige G.C. de Jong.
[bedrijf] , met als doel [eiser] te ondersteunen bij het aangaan van een samenwerking met een ander bedrijf in het kader van taakverschuiving. Dit heeft geen verder vervolg gekregen.
per e-mailbericht van 15 december 2014 aanvullende informatie over de arbeidsongeschiktheidsverzekering gestuurd en onder meer bevestigd dat de verzekering beroepsarbeidsongeschiktheid betreft.
3.Het geschil
1) de (ongekorte) uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100% vanaf 1 juni 2012 tot en met heden en tevens naar de toekomst toe, hetgeen neerkomt op:
- 1 juni 2012 tot 1 juni 2015: € 81.522,82 bruto,
- vanaf 1 juni 2015: de (door) betaling van de (ongekorte) uitkering per maand zolang de arbeidsongeschiktheid van [eiser] voortduurt;
2) de wettelijke rente:
- over € 15.216,72 vanaf 1 januari 2013;
- over € 26.857,00 vanaf 1 juli 2013;
- over € 27.662 vanaf 1 juli 2014;
- over € 11.787,10 vanaf 1 juni 2015;
3) de buitengerechtelijke kosten van € 4.938,01 (inclusief kantoorkosten btw);
4.De beoordeling
Met De Amersfoortse is de rechtbank van oordeel dat de door De Amersfoortse verlangde inzage in de inkomensgegevens van [eiser] los staat van de kwalificatie van de betreffende arbeidsongeschiktheidsverzekering als schadeverzekering of sommenverzekering. Dat [eiser] gehouden is om inzage te geven in de cijfers van zijn onderneming volgt uit de toepasselijke polisvoorwaarden. De rechtbank wijst op artikel 13.4 van de polisvoorwaarden, waar - samengevat - staat dat de verzekerde in geval van arbeidsongeschiktheid verplicht is al die gegevens te verstrekken die de verzekeraar nodig heeft, en op artikel 14 waar - samengevat - staat dat zolang sprake is van arbeidsongeschiktheid de mate van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van de uitkering steeds zullen worden beoordeeld aan de hand van gegevens van verschillende aard. Deze inlichtingenplicht volgt bovendien uit de wet, artikel 7:941 lid 2 BW. Ook als moet worden aangenomen dat het huidige inkomen van [eiser] niet de basis vormt voor de (hoogte van de) uitkering, dan nog is naar het oordeel van de rechtbank het opvragen van inkomensgegevens in de vorm van jaarcijfers in het licht van die polisvoorwaarden geen onredelijke eis. [eiser] maakt immers aanspraak op uitkering uit hoofde van de arbeidsongeschiktheidsverzekering en hij is daarom gehouden om mee te werken aan medische onderzoeken en aan arbeidsdeskundige begeleiding en hij moet ook informatie aanleveren op financieel vlak. Zolang aanspraak wordt gemaakt op uitkering moet de verzekeraar immers in staat zijn aan de hand van al deze informatie de mate van arbeidsongeschiktheid, die niet per definitie statisch is, en de hoogte van de uitkering voor een bepaalde periode vast te stellen. Ook zijn die gegevens nodig om, overeenkomstig artikel 13.8 van de polisvoorwaarden, te onderzoeken of er sprake is van veranderingen waardoor het eigen beroep wel weer zou kunnen worden uitgeoefend.
eigenwerk, zijn
eigenberoep. Van [eiser] wordt dus niet gevraagd, en kan ook niet worden gevraagd, dat hij ander werk gaat doen.
De Amersfoortse slaagt. Het subsidiaire verweer hoeft daarom niet meer besproken te worden.
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)