ECLI:NL:RBMNE:2015:9896

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 maart 2015
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
C/16/372278 / HA ZA 14-511
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van tegoeden op bijzondere rekeningen in faillissement van gerechtsdeurwaarder

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 maart 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende de verdeling van tegoeden op bijzondere rekeningen die zijn aangetroffen in het faillissement van een gerechtsdeurwaarder. De eiser, een waarnemend gerechtsdeurwaarder, heeft het beheer gevoerd over deze rekeningen, die voorheen door de failliete vennootschap werden beheerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tegoeden op deze rekeningen niet toereikend zijn om alle vorderingen van de belanghebbenden te voldoen. De eiser heeft verzocht om toestemming om de beschikbare gelden te verdelen onder de rechthebbenden, na aftrek van zijn kosten voor de waarneming en de proceskosten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser, als waarnemend gerechtsdeurwaarder, verplicht is om rekening en verantwoording af te leggen over zijn beheer van de gelden. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser toegewezen, waarbij is bepaald dat hij de aangetroffen gelden mag verdelen volgens het door hem voorgestelde plan. Tevens is de vergoeding voor zijn werkzaamheden vastgesteld op € 35.608,19, die voorrang krijgt bij de verdeling van de gelden. De proceskosten zijn begroot op € 1.728,40 en mogen eveneens bij voorrang worden verhaald op de aangetroffen gelden.

De rechtbank heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. Dondorp.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/372278 / HA ZA 14-511
Vonnis van 25 maart 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. A. Teune te Harderwijk,
tegen
1. de stichting
STICHTING GEMEENTELIJKE KREDIETBANK AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen,
2. de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OOST EN VECHT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
5. de vennootschap onder firma
[gedaagde 5] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINDORFF B.V. (rechtsopvolgster van Lindorff Purchase B.V.),
gevestigd te Zwolle,
gedaagde,
niet verschenen,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TELE 2 (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen,
8.
[gedaagde 8],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
9. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE POLITIE LANDELIJKE EENHEID (voorheen: Korps Landelijke Politiediensten),
gevestigd/zetelend te Driebergen,
gedaagde,
niet verschenen,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEEÙS MAKELAARS B.V.,
zetelend te Utrecht,
gedaagde,
advocaat: mr. P. van Zwijndregt,
11. de stichting
STICHTING VOLKSHUISVESTING TIEL,
gevestigd te Tiel,
gedaagde,
niet verschenen,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 12] B.V.,
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
13.
[gedaagde 13],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
14. de publiekrechtelijke rechtspersoon
LANDELIJK BUREAU INNING ONDERHOUDSBIJDRAGEN,
zetelend te Gouda,
gedaagde,
niet verschenen,
15.
[gedaagde 15],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 16] B.V. (handelend onder de naam: [gedaagde 16] c.s.),
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
17.
[gedaagde 17] handelend onder de naam: [gedaagde 17] ,
Wonende en zaakdoende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
18. de naamloze vennootschap
GOUDSE SCHADEVERZERKINGEN N.V.,
zetelend te Gouda,
gedaagde,
niet verschenen,
19. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 19] B.V.,
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
20.
[gedaagde 20],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
21.
[gedaagde 21],
wonende te [woonplaats] , Indonesië,
gedaagde,
niet verschenen,
22. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DAN VASTGOED B.V.,
zetelend te Zwolle,
gedaagde,
niet verschenen,
23.
[gedaagde 23],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
24. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VODAFONE LIBERTEL B.V.,
zetelend te Maastricht,
gedaagde,
niet verschenen,
25.
[gedaagde 25],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
26. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZIGGO B.V.,
zetelend te Utrecht,
gedaagde,
niet verschenen,
27. de stichting
STICHTING UWOON,
gevestigd te Harderwijk,
gedaagde,
niet verschenen,
28. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 28] B.V.,
zetelend te Utrecht,
gedaagde,
niet verschenen,
29. de stichting
STICHTING HET WERELD NATUURFONDS-NEDERLAND,
zetelend te Zeist,
gedaagde,
niet verschenen,
30. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 30] B.V.,
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
31. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GERECHTSDEURWAARDERSKANTOOR OVER DE VEST B.V.,
zetelend te Zoetermeer,
gedaagde,
niet verschenen,
32. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LANDELIJKE ASSOCIATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS B.V.,
zetelend te Groningen,
gedaagde,
niet verschenen,
33. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINDORFF B.V.,
zetelend te Amersfoort,
gedaagde,
niet verschenen,
34. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEHKAMP B.V.,
zetelend te Zwolle,
gedaagde,
niet verschenen,
35.
[gedaagde 35],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
36. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MCFACTOR B.V.,
zetelend te Barendrecht,
gedaagde,
niet verschenen,
37. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YOUR HOSTING B.V.,
zetelend te Zwolle,
gedaagde,
advocaat: mr. H.W. Bethlehem,
38.
[gedaagde 38],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
39.
[gedaagde 39],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
40.
[gedaagde 40],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
41.
[gedaagde 41],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
42.
[gedaagde 42],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
43. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 43] B.V.,
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
44.
[gedaagde 44] voorheen handelend onder de naam [bedrijfsnaam],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
45. de publiekrechtelijke rechtspersoon
REGIONALE DIENST WERK EN INKOMEN KROMME RIJN HEUVELRUG,
zetelend te Zeist,
gedaagde,
niet verschenen,
46.
[gedaagde 46] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
47. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOME ENTERTAINMENT HOLDING B.V.,
zetelend te Leusden,
gedaagde,
niet verschenen,
48.
[gedaagde 48],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
49. de maatschap naar burgerlijk recht
[gedaagde 49],
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
50.
MR. E.L. ZETTLER, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [bedrijfsnaam] B.V.,
kantoorhoudende te Utrecht,
gedaagde,
niet verschenen,
51. de vennootschap onder firma
[gedaagde 51]
handelend onder de naam: [naam VOF],
zetelend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
52. de publiekrechtelijke rechtspersoon
CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU,
zetelend te Leeuwarden,
gedaagde,
niet verschenen,
53. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPN B.V.,
zetelend te 's-Gravenhage,
gedaagde,
niet verschenen,
54. het openbaar lichaam
KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS,
zetelend te 's-Gravenhage,
gedaagde,
niet verschenen,
54.
alle onbekende belanghebbenden ten aanzien van wie eiser de plicht heeft tot het doen van rekening en/of verantwoording inzake het door eiser aangetroffen saldo van de bijzondere rekeningen als bedoeld in artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet, aangehouden door de heer [gedaagde 55] , voorheen [bedrijfsnaam] te [vestigingsplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
gedaagde,
niet verschenen,
55.
[gedaagde 55],
wonende te [woonplaats] , Duitsland,
gedaagde,
niet verschenen,
56.
DR. M. RÖDDER, in zijn hoedanigheid van curator in het (voorlopige) faillissement van de heer [gedaagde 55],
kantoorhoudende te [vestigingsplaats] , Duitsland,
gedaagde,
niet verschenen,
57.
[gedaagde 44] voorheen handelend onder de naam [bedrijfsnaam]
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en gedaagden genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de akte van depot van 4 juli 2014 met nummer DP 14-48 waaruit blijkt dat door [eiser] de beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 13 november 2014 (productie 1) en het verslag rekening en verantwoording van 21 maart 2014 (productie 2) ter griffie zijn gedeponeerd,
  • de akte van depot van 11 juli 2014 met nummer DP 14-51 waaruit blijkt dat de ‘concept verdeling gelden’ (productie 3) ter griffie is gedeponeerd door [eiser],
  • de akte van 8 oktober 2014 van [eiser] met producties 1 tot en met 4,
  • de conclusie van antwoord van gedaagde onder 10 en gedaagde onder 37,
  • de akte van [eiser] van 28 januari 2015 een akte waarbij hij heeft gewezen op een fout in de in de dagvaarding gebruikte aanduiding van de naam van gedaagde onder 40, een productie 5 is overgelegd en de eis is verminderd.
Daarna hebben [eiser] en de verschenen gedaagden verzocht om vonnis te wijzen en is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Tegen de niet verschenen gedaagden zal verstek worden verleend nu de dagvaarding hen op de juiste wijze is betekend.
2.2.
[gedaagde 55] voerde tot in november 2012 een gerechtsdeurwaarderskantoor, ondergebracht in de besloten vennootschap [gedaagde 55] B.V. (hierna: de vennootschap), gevestigd te [vestigingsplaats]. Op 15 november 2011 is [gedaagde 55] door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders ontzet uit zijn ambt en die beslissing is door het gerechtshof Amsterdam bekrachtigd op 13 november 2012.
2.3.
[eiser] is met ingang van 5 maart 2013 waarnemend gerechtsdeurwaarder in het kantoor van de heer [gedaagde 55] (hierna: [gedaagde 55]), voorheen [bedrijfsnaam] te [vestigingsplaats].
2.4.
Op 23 juli 2013 is de vennootschap in staat van faillissement verklaard.
2.5.
[eiser] heeft in zijn hoedanigheid van waarnemend gerechtsdeurwaarder onder meer het beheer gevoerd over enkele bijzondere rekeningen die voorheen door de vennootschap van [gedaagde 55] werden gehouden en gebruikt. Op deze rekeningen bevonden zich tegoeden. Het vorderingsrecht van deze tegoeden behoort op grond van artikel 19 lid 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet tot het vermogen van de gezamenlijke rechthebbenden, dat zijn in hoofdzaak de opdrachtgevers voor wie [gedaagde 55] gelden heeft geïnd.
2.6.
Voor de tegoeden op de onder 2.4 bedoelde rekeningen hebben zich belanghebbenden bij [eiser] gemeld. De tegoeden zijn niet toereikend om alle vorderingen te voldoen.
2.7.
[eiser] heeft een verslag gemaakt van zijn werkzaamheden in het kader van het beheer van de gelden op de onder 2.4 bedoelde rekeningen welk verslag is gedeponeerd bij de griffie van deze rechtbank zodat belanghebbenden daarvan kennis kunnen nemen.

3.De overwegingen

3.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding onder meer gevorderd dat de rechtbank – kort gezegd – zou bepalen dat hij de gelden op de rekeningen van [gedaagde 55] mag verdelen overeenkomstig het toen door hem overgelegde voorstel, dat ook ter griffie was gedeponeerd. Hij heeft nadien bij akte van 28 januari 2015 aangevoerd dat inmiddels was gebleken dat er in de overgelegde versie van de concept-verdeling een rechthebbende niet was opgenomen en hij heeft als productie 5 een gewijzigde versie van de concept-verdeling in het geding gebracht waarin de vordering van die rechthebbende (van € 10.879,60) wel is opgenomen. Hij wijzigt dan zijn eis en vordert dat van die gewijzigde concept-verdeling zal worden uitgegaan. Deze wijziging van eis (met die gewijzigde concept-verdeling) is niet aan de niet verschenen gedaagden betekend en de gewijzigde concept-verdeling is niet ter griffie gedeponeerd. Deze gedaagden hebben dus geen kennis kunnen nemen van deze wijziging die, omdat het beschikbare geld over meer vorderingen zou worden verdeeld, voor hen als nadelig aan te merken is. Vanwege de kosten die met het betekenen van de akte van [eiser] en de gewijzigde concept-verdeling gemoeid zouden zijn en om verdere vertraging van deze procedure te voorkomen, zal de rechtbank de wijziging van eis voor wat betreft het deel van de vordering onder 1 daarom buiten beschouwing laten en uitgaan van de in de dagvaarding geformuleerde vordering, waarin is verwezen naar productie 2. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat [eiser] gelet op de inhoud van de dagvaarding en de strekking van zijn vordering, (mede) het oog heeft gehad op productie 3, dat is de concept-verdeling.
3.2.
Met inachtneming van het voorgaande liggen de volgende vorderingen voor. [eiser] vordert, na wijziging van eis ten aanzien van de vordering onder 3, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
(1) hem toestaat over te gaan tot verdeling en/of uitbetaling van de op de bijzondere rekeningen van [gedaagde 55] aangetroffen gelden op de wijze zoals is voorgesteld in de dagvaarding en de als producties 2 en 3 in het geding gebrachte stukken;
(2) de aan hem toekomende vergoeding voor de waarneming vaststelt op een bedrag van € 35.608,19, alsmede te bepalen dat de vergoeding voor de waarneming rechtstreeks en bij voorrang mag worden verhaald op de onder punt 1 genoemde gelden;
(3)
primairte bepalen dat de door [eiser] gemaakte kosten van deze procedure rechtstreeks en bij voorrang mogen worden verhaald op de onder punt 1 van het petitum genoemde gelden, danwel
subsidiairde verschenen gedaagden – althans een of meer van hen – hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding;
(4) voor recht verklaart dat [eiser], handelend overeenkomstig het in deze te wijzen vonnis, jegens de belanghebbenden op deugdelijke wijze rekening en verantwoording heeft dan wel zal hebben gedaan.
3.3.
[eiser] stelt dat hij als waarnemend gerechtsdeurwaarder gehouden is om rekening en verantwoording af te leggen over zijn beheer van de gelden die zich bevinden op de bijzondere rekeningen van (het gerechtsdeurwaarderskantoor van) [gedaagde 55] en, nu het saldo op die rekeningen naar het zich laat aanzien niet toereikend is om alle vorderingen te voldoen, om tot een verdeling van het saldo te komen naar evenredigheid. [eiser] heeft een verdeling voorgesteld. Hij gaat er daarbij vanuit dat de kosten van de waarneming, die hij in deze procedure ook heeft gespecificeerd eerst op dat saldo in mindering mogen worden gebracht. Ook de kosten van deze procedure zouden volgens [eiser] daartoe gerekend moeten worden en aldus bij voorrang moeten worden voldaan.
3.4.
Alleen de gedaagden onder 10 en onder 37 zijn in deze procedure verschenen. Gedaagde onder 10, Meeùs Makelaars B.V., heeft verweer gevoerd ten aanzien van een deel van de vordering dat [eiser] later heeft laten vallen en het onder 3 subsidiair gevorderde, en voor het overige zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ook gedaagde onder 37, Your Hosting B.V., heeft zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
3.5.
Nu er geen verweer is gevoerd tegen de (resterende) vorderingen onder 1 en 2 en 3 (primair) beperkt de beoordeling daarvan zich tot de vraag of de vordering kennelijk onrechtmatig of ongegrond is. Op grond van de door [eiser] aangedragen feiten en omstandigheden – en daarvan moet in deze procedure worden uitgegaan – is de rechtbank van oordeel dat die vraag ontkennend moet worden beantwoord. [eiser] heeft als waarnemer er belang bij om zijn taken af te kunnen ronden en de door hem voorgestelde wijze komt de rechtbank niet onjuist voor. Ook komt het niet onjuist voor om te bepalen dat de kosten van de waarneming en deze procedure (ook al is die niet in de wet voorgeschreven) ten laste te laten komen van de voor de schuldeisers beschikbare gelden, zoals ook de kosten van de vereffenaar in een nalatenschap en de curator in een faillissement. De vorderingen zullen daarom worden toegewezen.
3.6.
De proceskosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 281,40
- salaris advocaat
579,00(1,0 punt × tarief € 579,00)
Totaal € 1.728,40

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden,
4.2.
staat [eiser] toe over te gaan tot verdeling en/of uitbetaling van de op de bijzondere rekeningen van [gedaagde 55] aangetroffen gelden op de wijze zoals voorgesteld in de aan dit vonnis gehechte dagvaarding, de als productie 2 overgelegde en ter griffie gedeponeerde rekening en verantwoording en de aan dit vonnis gehechte concept-verdeling die als productie 3 is overgelegd en ter griffie is gedeponeerd,
4.3.
stelt de aan [eiser] toekomende vergoeding voor de waarneming van [gedaagde 55] vast op een bedrag van € 35.608,19 en bepaalt dat deze vergoeding rechtstreeks en bij voorrang mag worden verhaald op de hiervoor onder 4.2 bedoelde gelden,
4.4.
bepaalt dat de door [eiser] gemaakte kosten van deze procedure, tot op heden begroot op € 1.728,40, rechtstreeks en bij voorrang mogen worden verhaald op de hiervoor onder 4.2 bedoelde gelden.
4.5.
verklaart voor recht dat [eiser], handelend overeenkomstig dit vonnis, jegens de belanghebbenden op deugdelijke wijze rekening en verantwoording heeft gedaan,
4.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2015. [1]

Voetnoten

1.type: PD/968