Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Beslag
6.De beslissing
spreekt verdachte daarvan vrij;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte op 31 december 2015 vrijgesproken van de tenlastegelegde inbraak. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 6 maart 2015 in Montfoort, waar de verdachte samen met medeverdachte(n) zou hebben ingebroken in een woning. Tijdens de zitting op 18 december 2015 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.E.H. Jager, zijn onschuld betoogd. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de schuld van de verdachte, maar de verdediging betoogde dat het bewijs onvoldoende was om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft de bewijsstukken zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in Montfoort ten tijde van de inbraak niet voldoende was om zijn betrokkenheid bij het strafbare feit te bewijzen. Er was geen aanvullend bewijs dat de verdachte op enige wijze bij de inbraak betrokken was. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het inbeslaggenomen buitenlandse geld moet worden teruggegeven aan de verdachte, aangezien er geen bewijs was dat dit geld van diefstal afkomstig was. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, wat betekent dat hij niet langer in voorarrest hoeft te blijven. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 december 2015.