In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 december 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 20 september 2015 in Utrecht zeven spijkerbroeken van het merk Pepe Jeans heeft gestolen uit een winkel van Vroom en Dreesman. De verdachte, geboren in 1964 en thans gedetineerd, is tijdens de zitting op 27 november 2015 verschenen, bijgestaan door zijn advocaat mr. D.C. Dorrestein. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verklaringen van de verdachte en een getuige deskundige van het Leger des Heils. De tenlastelegging is als bijlage aan het vonnis gehecht en de rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de diefstal. De verdachte heeft dit feit bekend en de rechtbank heeft de bekennende verklaring en andere bewijsmiddelen in haar oordeel betrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat hij in de afgelopen vijf jaar meerdere keren is veroordeeld tot vrijheidsbenemende straffen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de rapportages van de reclassering en een GZ-psycholoog, die hebben geadviseerd om een ISD-maatregel op te leggen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om het recidiverisico te verminderen en heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, met een tussentijdse toetsing na drie maanden. Daarnaast heeft de rechtbank de proeftijd van eerdere voorwaardelijke veroordelingen verlengd en de vordering tot tenuitvoerlegging van een andere voorwaardelijke straf afgewezen. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd op basis van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte.