ECLI:NL:RBMNE:2015:9204
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van mishandeling en diefstal
Op 23 december 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mishandeling en diefstal. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 22 november 2002 in Hilversum, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken zou zijn geweest bij de mishandeling van een slachtoffer en het wegnemen van zijn goederen. Tijdens de zittingen op 2 en 9 december 2015 is de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.A. Rispens. De officier van justitie, mr. D.M.A. van der Zwan, heeft vrijspraak gevorderd, omdat er onvoldoende wettig bewijs aanwezig was voor de beschuldigingen. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, met argumenten over de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen en het ontbreken van causaal verband tussen het geweld en de diefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van de bewijsstukken en verklaringen van getuigen, concludeerde de rechtbank dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de geweldshandelingen of de diefstal. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. Tevens zijn de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten is vrijgesproken.