ECLI:NL:RBMNE:2015:9203
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van mishandeling en diefstal met geweld
Op 23 december 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mishandeling en diefstal met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De zaak was gebaseerd op een incident dat plaatsvond op 22 november 2002 in Hilversum, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken zou zijn geweest bij de mishandeling van een slachtoffer en de diefstal van zijn persoonlijke bezittingen. Tijdens de rechtszittingen op 2 en 9 december 2015 is de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.C. Polat. De officier van justitie, mr. D.M.A. van der Zwan, heeft vrijspraak gevorderd, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat er geen causaal verband was tussen het geweld en de diefstal. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat hij betrokken was bij de mishandeling of de diefstal. Daarnaast zijn de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten is vrijgesproken.