ECLI:NL:RBMNE:2015:9198
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen mr. M. Wolfrat in bestuursrechtelijke procedure
Op 18 december 2015 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker tegen mr. M. Wolfrat, de behandelend rechter in een bestuursrechtelijke procedure met zaaknummer UTR 15/2693. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de gang van zaken tijdens de mondelinge behandeling op 4 november 2015 onzorgvuldig was geweest en dat er geen nieuwe zitting zou plaatsvinden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die na het eerdere wrakingsverzoek aan hem bekend zijn geworden. De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de procedure rondom wrakingsverzoeken regelen. De rechtbank heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het verzoeker niet was toegestaan om opnieuw dezelfde gronden aan te voeren. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat verzoeker misbruik maakt van het wrakingsmiddel, wat leidt tot vertraging van de procedure. De beslissing houdt in dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk wordt verklaard en dat een volgend verzoek van verzoeker in dezelfde procedure niet in behandeling zal worden genomen.