ECLI:NL:RBMNE:2015:9174

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
C/16/378391 / HA ZA 14-784
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Manipulatie van het zesmaands Euribor-tarief door Rabobank en schadevergoeding aan eiseres

In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, schadevergoeding van de Rabobank wegens vermeende manipulatie van het zesmaands Euribor-tarief. De eiseres had in 2001 een lening afgesloten bij ING Bank N.V. met een rente die afhankelijk was van het zesmaands Euribor-tarief. Eiseres stelde dat Rabobank, als panelbank, het Euribor-tarief tussen 2005 en 2008 op onrechtmatige wijze had gemanipuleerd, wat leidde tot schade voor haar. De rechtbank onderzocht de feiten en de bewijsvoering, waaronder een Statement of Facts van het Department of Justice van de Verenigde Staten, waarin manipulatie door Rabobank werd geschetst. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet voldoende bewijs had geleverd dat de manipulatie had geleid tot de door haar gestelde schade. De rechtbank wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs bij claims van onrechtmatige daad en de complexiteit van financiële manipulatiezaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/378391 / HA ZA 14-784
Vonnis van 30 december 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. J. Boogaard te Middelburg,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BOERENLEENBANK B.A.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. H. van Haaften te Utrecht, mr. E.M. van Gelderen te Utrecht en
mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Rabobank worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 januari 2015
  • het proces-verbaal van comparitie van 20 november 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Euribor staat voor
Euro Interbank Offered Rate. De Euribor-tarieven zijn dagelijks vastgestelde en gepubliceerde referentietarieven (benchmarks) waartegen banken binnen de Eurozone bereid zijn geld (in Euro’s) aan elkaar te lenen. De hoogte van elk Euribor-tarief hangt onder meer af van de looptijd van de geldlening waarvoor dat tarief geldt. De looptijden variëren van een week tot een jaar; zo zijn er Euribor-tarieven voor de looptijden van een week, van twee weken, van een maand en van twee, drie, zes, negen en twaalf maanden.
2.2.
De Euribor-tarieven worden als volgt vastgesteld. Enkele tientallen Europese banken, zogeheten panelbanken, doen ieder dagelijks per looptijd opgave aan Thomson Reuters van het rentetarief waartegen zij op dat moment in de interbancaire geldmarkt Euroleningen kunnen afsluiten. Thomson Reuters rangschikt per looptijd de opgaven van die looptijd op hoogte, laat de hoogste 15% en de laagste 15% van elke rangschikking buiten beschouwing en berekent het gemiddelde van de middelste 70% van elke rangschikking tot drie decimalen achter de komma. Die gemiddelden vormen de Euribor‑tarieven.
2.3.
Het Euribor-tarief voor de looptijd van zes maanden (hierna: het zesmaands Euribor-tarief) was op 1 april 2005 2,201% en bedroeg 5,405% op 1 oktober 2008.
2.4.
Rabobank was vanaf begin 1998 tot januari 2013 een panelbank voor de vaststelling van Euribor-tarieven.
2.5.
Autoriteiten en toezichthouders hebben onderzoek gedaan naar (pogingen tot) manipulatie van Libor- en Euribor‑tarieven door medewerkers van de panelbanken. Ook het Department of Justice van de Verenigde Staten van Amerika (hierna: DOJ) heeft zo’n onderzoek verricht. Rabobank heeft naar aanleiding van dit onderzoek op 29 oktober 2013 met DOJ een schikkingsovereenkomst, een
deferred prosecution agreement, gesloten. Bij die overeenkomst is een
Statement of Facts(hierna: het Statement of Facts) gevoegd, opgesteld door DOJ. Uit de aanhef van het Statement of Facts blijkt dat DOJ en Rabobank zijn overeengekomen dat de in het Statement of Facts weergegeven informatie
“true and accurate”is.
2.6.
De paragrafen 62, 63, 64 en 65 van het Statement of Facts luiden als volgt:
“62. For example, on April 22, 2008, Rabobank's Euribor submitter, Submitter-9, messaged a Euribor swaps trader ("Trader-10"): "Hello let's cheat on the fixes ??" Trader-10 wrote back: "only biggie is really low 3s. much appreciated, as usual:)." That day, Rabobank's 3-month Euribor submission was 4.81, an increase of one basis point. Due to upward movement by other banks on the Contributor Panel, however, Rabobank's submission went from being tied as the twenty-first highest submission on the Contributor Panel on the previous day to being tied as the twenty-eighth highest submission on the Contributor Panel. On September 5, 2008, Submitter-9 messaged Trader-10: "Hi still high 3s and 6s ??" Trader-10 wrote back: "yes, everything high pls." That day, Rabobank's 3-month Euribor submission was 4.97, an increase of one basis point. Rabobank's submission went from being tied as the thirteenth highest submission on the Contributor Panel on the previous day to being tied as the seventh highest submission on the Contributor Panel. Likewise, Rabobank's 6-month Euribor submission was 5.19, an increase of one basis point. Rabobank's submission went from being tied as the eleventh highest submission on the Contributor Panel on the previous day to being tied as the fourth highest submission on the Contributor Panel.
63. The trader requests on the Euribor desk were made both to advance the traders' trading positions and to maintain the appearance of consistency in Rabobank's submissions. On June 3, 2008, Submitter-9 messaged Trader-10: "salut fixes please ??" Trader-10 replied: "ok, hold on tight; high 3s and 6s pls!!" Submitter-9 replied: "high >?? U sure ??" Trader-10 wrote back: "yes indeed only 3 s not soo big and prob tomorrow low again so maybe dont spoil the pattern too much? thanks either way:)." On September 24, 2008, Submitter-9 wrote: "hi high 3 and 6s," to which Trader-10 replied: "today low Is and 3s, high 6s pls:-) merci!" Submitter-9 wrote back: "u got me confused here [Trader-10]." Trader-10 replied: "always high 6s, and our fixings Is and 3s are large enoug today to want lower fixings there, Is and 3s do change daily, if e.g. 3m is small then we go for high 3s to support your high 6s. bon?" Submitter-9 replied: "a lesson in fixings !!!!"
64. In addition to accommodating swaps trader requests, a Rabobank Euribor submitter also took her own trading positions into account. On September 29, 2008, Submitter-9 messaged Trader-10: "Hi low 3s and high 6s ??" Trader-10 wrote back: "yes pls [Submitter-9], low Is and 3s actually, both are quite big., many thanks!" Submitter-9 replied: "I have 7 bio Is." Trader-10 replied: "meaning you need it high?" Submitter-9 wrote: "I hear between 4.95 and 5.05 is Is what shall I put ???"
65. Certain other traders and submitters also sent and received requests. For instance, on July 12, 2007, another Euribor trader ("Trader-11") wrote to the backup Euribor submitter ("Submitter-10") with the subject line: "fixings." In the message, Trader-11 wrote: "Only when it doesn't affect you in a negative way: today we'd like to see the 6M fixing as high as possible and the 3M fixing as low as possible...many thanks!" On November 19, 2007, another U.S. Dollar and Euribor trader ("Trader-12") messaged Submitter-9: "I need high 3m euribor today!" That day, Rabobank's 3-month Euribor submission was 4.62, an increase of six basis points. Rabobank's submission went from being tied as the thirty-eighth highest submission on the Contributor Panel on the previous day to being tied as the eighteenth highest submission on the Contributor Panel.”
2.7.
Paragraaf 84 van het Statement of Facts luidt als volgt:
84. Submitter-9 was aware that her Euribor submissions would impact the trading positions of the Bank-C traders. On multiple occasions, she contacted them to specifically ask if they had trading positions dependent on Euribor before submitting Rabobank's rate. For example, on June 14, 2006, Submitter-9 asked Trader-D: "do you have fixings??" to which Trader-D responded: "yes." Submitter-9 then asked: "what do you want?" Trader-D stated: "low the lm and high the 3 and the 6 please." Submitter-9 agreed, responding: "2.86 2.97 and 3.12 i'm going to get myself [kicked out of the fix] but okay." Rabobank's Euribor contribution that day was exactly as Submitter-9 promised.
2.8.
Paragraaf 92 van het Statement of Facts luidt als volgt:
“92. Likewise, when Rabobank derivatives traders influenced the submissions of other Contributor Panel banks by seeking and receiving accommodations from their counterparts at such banks, and when Rabobank derivatives traders accommodated the requests of traders at other Contributor Panel banks and non-panel banks, the manipulation of those submissions affected the fixed benchmark rates on various occasions.”
2.9.
Paragraaf 96 van het Statement of Facts luidt als volgt:
“96. In the instances when the published benchmark interest rates were manipulated in Rabobank's favor due to Rabobank's manipulation of its own or any other Contributor Panel bank's submissions, that manipulation benefitted Rabobank derivatives traders to the detriment of counterparties, at least with respect to the particular transactions comprising the trading positions that the traders took into account in making their requests to the rate submitters. Certain Rabobank derivatives traders and rate submitters who tried to manipulate LIBOR and Euribor submissions understood the features of the derivatives products tied to these benchmark interest rates; accordingly, they understood that to the extent they increased their profits or decreased their losses in certain transactions from their efforts to manipulate rates, their counterparties would suffer corresponding adverse financial consequences with respect to those particular transactions.”
2.10.
[eiseres] heeft in 2001 een bedrag van ƒ 2.500.000,00 (€ 1.134.450,54) van ING Bank N.V. geleend tegen een elk halfjaar vast te stellen rentepercentage van 0,50% boven het zesmaands Euribor‑tarief (per jaar) dat op het moment van vaststelling geldt. Op de lening is tot op heden niet afgelost.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, samengevat, na vermindering van eis:
I. te verklaren voor recht dat (de medewerkers van) Rabobank onrechtmatig jegens [eiseres] (hebben c.q.) heeft gehandeld door in de periode van 2005 tot en met 2008 het zesmaands Euribor-tarief omhoog te manipuleren,
II. te verklaren voor recht dat de onrechtmatige gedragingen van (de medewerkers van) Rabobank aan Rabobank toerekenbaar zijn,
III. te verklaren voor recht dat Rabobank risicoaansprakelijk is voor het onrechtmatig handelen van haar medewerkers bestaande uit het omhoog manipuleren van het zesmaands Euribor-tarief in de periode van 2005 tot en met 2008,
IV. te verklaren voor recht dat [eiseres] als gevolg van de onrechtmatige gedragingen van (de medewerkers van) Rabobank schade heeft geleden,
V. Rabobank te veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 62.045,49 aan schadevergoeding, met rente,
VI. Rabobank te veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 1.328,78 aan buitengerechtelijke kosten,
VII. Rabobank te veroordelen om aan [eiseres] de proceskosten te betalen.
3.2.
Rabobank voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] legt aan haar vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag. Medewerkers van Rabobank die Euribor-opgaven namens Rabobank deden (hierna: de medewerkers van Rabobank) hebben in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 het zesmaands Euribor‑tarief omhoog gemanipuleerd. Dit blijkt uit de paragrafen 62, 63, 64, 65, 92 en 96 van het Statement of Facts. De medewerkers van alle panelbanken die Euribor‑opgaven namens die banken deden manipuleerden in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 het zesmaands Euribor-tarief omhoog en wisten dat van elkaar.
4.2.
Het omhoog manipuleren is toerekenbaar onrechtmatig jegens [eiseres] en heeft voor [eiseres] schade tot gevolg gehad. Volgens [eiseres] is de volledige stijging van het zesmaands Euribor-tarief in de periode van 1 april 2005 (2,201%) tot 1 januari 2009 (5,405%) veroorzaakt door manipulatie, omdat wel vaststaat dat omhoog is gemanipuleerd, maar niet vaststaat dat ook omlaag is gemanipuleerd. Dit betekent dat [eiseres] , omdat het zesmaands Euribor-tarief deel uitmaakt van het met ING Bank N.V. overeengekomen rentepercentage, in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 het verschil tussen de door manipulatie hoger vastgestelde zesmaands Euribor‑tarieven in die periode en het zesmaands Euribor‑tarief dat gold op 1 april 2005 te veel heeft betaald aan ING Bank N.V. Het verschil, dat [eiseres] becijfert op een bedrag van € 62.045,49, is de schade. Die schade moet Rabobank vergoeden. Rabobank is op grond van artikel 6:166 BW (juncto 6:170 BW) hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Ook is Rabobank aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW (juncto 6:170 BW).
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Rabobank heeft de stelling van [eiseres] dat de medewerkers van alle panelbanken die Euribor-opgaven namens die banken deden het zesmaands Euribor-tarief omhoog manipuleerden en dat van elkaar wisten, gemotiveerd betwist. [eiseres] heeft in het licht van dit verweer geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit, zo al bewezen, de juistheid van haar stelling kan worden afgeleid. De stelling moet dan ook worden verworpen. De rechtbank overweegt hierbij dat, anders dan [eiseres] ter comparitie heeft gesteld, uit de tweede bladzijde van
Examples of Misconduct from Written Communications [1] niet blijkt dat medewerkers van panelbanken van elkaar wisten dat zij het Euribor-tarief (omhoog) manipuleerden.
4.4.
Het betoog van [eiseres] dat Rabobank op grond van artikel 6:166 BW hoofdelijk aansprakelijk is voor de gestelde schade kan dan ook al hierom niet opgaan. Voor hoofdelijke aansprakelijkheid van leden van een groep voor schade ten gevolge van onrechtmatige gedragingen in groepsverband moet er immers, zo al sprake is van onrechtmatige gedragingen, ook een vorm van bewust gezamenlijk optreden van de leden van die groep zijn [2] . Dat optreden kan er vanzelfsprekend niet zijn zonder wetenschap van elkaars gedragingen.
4.5.
Rabobank heeft gesteld dat uit het Statement of Facts blijkt dat haar medewerkers zesmaal, namelijk op 14 juni 2006 (paragraaf 84), op 12 juli 2007 (paragraaf 65), op 3 juni 2008 (paragraaf 63), op 5 september 2008 (paragraaf 62), op 24 september 2008 (paragraaf 63) en op 29 september 2008 (paragraaf 64), hebben gepoogd om het zesmaands Euribor‑tarief te manipuleren. De rechtbank gaat uit van de juistheid van deze stelling. [eiseres] heeft weliswaar gesteld dat uit het Statement of Facts blijkt dat het zesmaands Euribor-tarief veel vaker dan zesmaal omhoog is gemanipuleerd - en dus ook veel vaker dan zesmaal pogingen daartoe moeten zijn ondernomen - maar heeft deze stelling in het geheel niet onderbouwd. Uit paragraaf 92 van het Statement of Acts volgt, anders dan [eiseres] betoogt, niet dat het zesmaands Euribor-tarief omhoog is gemanipuleerd.
4.6.
Op die zes data is het tussen [eiseres] en ING Bank N.V. overeengekomen rentepercentage niet aangepast. Uit de door [eiseres] overgelegde offerte van de geldlening [3] , welke offerte [eiseres] heeft geaccepteerd, blijkt immers dat het rentepercentage op 1 april en op 1 oktober van elk kalenderjaar wordt aangepast aan de hand van het dan geldende zesmaands Euribor-tarief (plus 0,50%). Dit betekent dat, daargelaten het antwoord op de vraag of de zes pogingen van de medewerkers van Rabobank tot gevolg hebben gehad dat het zesmaands Euribor-tarief op de zes data is verhoogd, die pogingen niet kunnen hebben geleid tot een hoger zesmaands Euribor‑tarief op 1 april of op 1 oktober van elk kalenderjaar in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 en bijgevolg evenmin tot een hoger rentepercentage van de geldlening. Niet gebleken is dan ook dat [eiseres] door toerekenbaar onrechtmatig handelen van (de medewerkers van) Rabobank schade heeft geleden. De vorderingen zijn dus evenmin toewijsbaar op de grond van artikel 6:162 BW.
4.7.
De rechtbank overweegt hierbij nog het volgende. In de stelling van [eiseres] dat de volledige stijging van het zesmaands Euribor-tarief in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 is veroorzaakt door manipulatie (zie 4.2) ligt besloten dat bij de bepaling van de hoogte van nieuwe zesmaands Euribor-opgaven in die periode uitsluitend wordt voortgebouwd op de laatst vastgestelde zesmaands Euribor-tarieven; dus min of meer een opeenstapeling van (in de visie van [eiseres] : gemanipuleerde) fractionele stijgingen. Indien en voor zover deze stelling juist zou zijn, dan zou dat betekenen dat ook al zou niet vaststaan dat op 1 april of op 1 oktober van elk kalenderjaar in de periode van 1 april 2005 tot 1 januari 2009 omhoog is gemanipuleerd, maar op andere data in die periode (gelegen vóór 1 oktober 2008) wel, het rentepercentage van de geldlening door manipulatie van het zesmaands Euribor-tarief is verhoogd (en dus schade is geleden door [eiseres] ).
4.8.
Volgens Rabobank bepalen alleen de marktomstandigheden de hoogte van de Euribor-opgaven; de opgaven weerspiegelen immers de rentetarieven waartegen de panelbanken in de interbancaire geldmarkt Euroleningen kunnen afsluiten. [eiseres] heeft in het licht van dit gemotiveerde verweer van Rabobank geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit, zo al bewezen, de juistheid van haar stelling kan worden afgeleid. Het feit dat
Het Financieele Dagbladzowel de nieuwe Euribor‑tarieven als die van de dag ervoor vermeldt, zoals [eiseres] ter comparitie in dit verband heeft aangevoerd, geeft geen onderbouwing van haar stelling. De stelling valt verder ook niet te rijmen met het ter comparitie door Rabobank getoonde grafiekje waaruit blijkt dat een door de ECB vastgestelde tarief, de
Main Refinancing Operations Announcement Rate, in de jaren 2005 tot en met 2010 ongeveer dezelfde tarieflijn volgt als het zesmaands Euribor‑tarief. Hieruit volgt dat niet wordt voortgebouwd op vorige gemanipuleerde zesmaands Euribor‑tarieven. Het hiervoor genoemde ECB-tarief, waarvan de hoogte naar Rabobank onvoldoende gemotiveerd betwist
heeft gesteld afhankelijk is van de marktomstandigheden, zou immers anders, dus in het geval de zesmaands Euribor-tarieven een opeenstapeling van gemanipuleerde fractionele stijgingen zouden zijn, naar mag worden aangenomen in die periode een volstrekt andere, steeds stijgende lijn hebben gevolgd.
4.9.
De vorderingen moeten worden afgewezen. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Rabobank worden begroot op:
- griffierecht € 1.892,00
- salaris advocaat
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.680,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Rabobank tot op heden begroot op € 3.680,00,
5.3.
veroordeelt [eiseres] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Rabobank volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis.
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. de Weerd, mr. R.J. Verschoof en mr. P.J. Neijt, bijgestaan door mr. H.G. van Soolingen, en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2015. [4]

Voetnoten

1.Productie 7 zijdens [eiseres] .
2.Zie Asser-serie deel 6-IV; De verbintenis uit de wet, 127.
3.Productie 3 zijdens [eiseres] , bijlage 1.
4.type: HvS 4206