4.3Het oordeel van de rechtbank
Het verzoek van de raadsman
Verdachte is niet aanwezig geweest bij de behandeling ter zitting van haar strafzaak. De raadsman heeft ter zitting bij pleidooi verzocht om de behandeling van de zaak tegen verdachte aan te houden, indien en voor zover bij de rechtbank toch de behoefte mocht bestaan om verdachte vragen te stellen over het ten laste gelegde en/of haar persoonlijke omstandigheden. De rechtbank wijst dit verzoek af nu de rechtbank het alsnog verschijnen van verdachte niet noodzakelijk vindt. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht over de relevante feiten en omstandigheden; ook waar het de persoon van verdachte betreft.
Betrouwbaarheid verklaring medeverdachte
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaring die medeverdachte en (voormalig) partner [medeverdachte 2] ter terechtzitting als getuige in de zaak tegen verdachte heeft afgelegd terzijde moet worden geschoven. Ter onderbouwing van dat standpunt heeft de raadsman gewezen op een mogelijk motief dat bij [medeverdachte 2] zou bestaan om juist op dit moment een belastende verklaring over verdachte af te leggen. Dit motief zou zijn gelegen in het recent aan [medeverdachte 2] opgelegde huisverbod vanwege vermeend tegen verdachte gepleegd huiselijk geweld.
De rechtbank ziet hierin geen aanleiding de verklaring die [medeverdachte 2] in de zaak tegen verdachte als getuige ter zitting heeft afgelegd niet te gebruiken voor het bewijs. De verklaring van [medeverdachte 2] over de rol en het aandeel van verdachte in het haar ten laste gelegde vindt voldoende steun in de andere, hieronder aangehaalde, objectieve bewijsmiddelen (chatgesprekken en zendmastgegevens). De rechtbank heeft hierbij mede betekenis toegekend aan het feit dat [medeverdachte 2] al snel na het gebeurde op 26 januari 2015 aan zijn broer [medeverdachte 1] heeft verteld dat verdachte de vluchtauto had bestuurd. Ook is uit de beschikbare gegevens in het dossier gebleken dat er op 28 januari 2015 daadwerkelijk een bedrag van € 1.000,00 op de bankrekening van verdachte is gestort, hetgeen de verklaring van [medeverdachte 2] over de betrokkenheid van verdachte en het storten van geld op haar bankrekening ook ondersteunt.
Met betrekking tot het primair ten laste gelegde
Op 26 januari 2015 hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]tussen 19.00 uur en 19.15uur een geldbedrag van € 77.500,00 weggenomen uit de kluis bij FC Utrecht, gevestigd op het Herculesplein in Utrecht. [medeverdachte 1] was op dat moment als boekhouder werkzaam bij FC Utrecht.
[medeverdachte 1] heeft het geld uit de kluis in een tas gedaan.[medeverdachte 2] heeft de tas met het geld meegenomen en is met die tas naar de auto gelopen waarmee hij naar het stadion van FC Utrecht is gegaan.
[medeverdachte 2] heeft als getuige ter zitting verklaard dat [verdachte] (hierna: verdachte) en hij voorafgaand aan het wegnemen van het geld samen in de auto naar het stadion van
FC Utrecht aan het Herculesplein zijn gereden. Verdachte was op dat moment de bijrijder. Nadat [medeverdachte 2] het stadion was binnengegaan, heeft verdachte de motor van de auto draaiende gehouden terwijl zij wachtte op de terugkomst van [medeverdachte 2] uit het stadion. Nadat [medeverdachte 2] was teruggekomen bij de auto met een tas met geld , zijn zij naar het Gagelbos in Utrecht gereden en hebben zij het geld daar achtergelaten. [medeverdachte 2] heeft verdachte een dag eerder gevraagd of zij voor hem wilde rijden. Volgens [medeverdachte 2] was verdachte van tevoren op de hoogte en is zij met het plan akkoord gegaan. Van het weggenomen geldbedrag is een geldbedrag van € 1.000,00 op de bankrekening van verdachte gestort.
De telefoon die op 26 januari 2015 bij verdachte in gebruik was bevond zich om 18.54 uur binnen het zendbereik van het basisstation aan de Mytylweg te Utrecht (de rechtbank begrijpt: in de directe omgeving van het stadion van FC Utrecht).
Verdachte heeft gebruik gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verdachte ( * [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 2] (ME) hebben op en rond 26 januari 2015 onderstaande chatgesprekken gevoerd via WhatsApp:
Op 25 januari 2015, tussen 13.22.56 uur en 13.24.23 uur:
ME: En heb je hulp nodig
[telefoonnummer] :Wat moet je doen lief
ME: Morgen
ME: Niks schatje
[telefoonnummer] : Hulp met wat lief
[telefoonnummer] : Schatje zeg
ME: Je moet voor me klaarstaan en rijden
ME: Morgen aub?
[telefoonnummer] : Ik ga me best doen
[telefoonnummer] : Oef liefje
ME: Komt goed
Op 26 januari 2015, tussen 11.25.16 uur en 11.29.12 uur:
[telefoonnummer] : Moet poepen als k denk aan vanavond
(….)
ME: K ga me best doen
ME: Als lukt dan zijn we klaar
ME: Als niet lukt dan gaan we strijden voor een baantje
[telefoonnummer] : Ahahaha ja
Op 27 januari 2015, tussen 11.39.15 uur en 11.42.37 uur:
(…)
ME: En lief vandaag kan k je niet zien
ME: Want ga tellen met lange en [naam]
(…)
[telefoonnummer] : We zouden toch morgen samen tellen
ME: Beter vandaag schat
ME: K wil me broer erbij hebben
[telefoonnummer] : Ik wou het ook zien
(….)
[telefoonnummer] : Wilde het gewoon meemaken
Op 27 januari 2015, tussen 12.28.15 uur en 12.46.17 uur:
(….)
[telefoonnummer] : Wat moet k met die andere deel liefje
[telefoonnummer] : Je moet meenemen morgen! K wil het echt zien schatje… Ben zo kk benieuwd
ME: Kan niet liefje
ME: Kan moeilijk thuis laten ofzo
[telefoonnummer] : Oh oke schat
ME: Wil het opbergen
[telefoonnummer] : Waar ga je het doen dan
[telefoonnummer] : Ja waar lief
ME: Weet k nog niet
[telefoonnummer] : Zelfde plek zou k doen
[telefoonnummer] : Tot we box hebben
[telefoonnummer] : Zal k een beetje rond bellen en kijken
ME: Kan
ME: Oke schat
ME: In jou auto denk ik
[telefoonnummer] : [naam] doe in die verbanddoos
(…)
[telefoonnummer] : Dashboard en dan onder reservewiel ofzo schatje
Op 27 januari 2015, tussen 14.17.58 uur en 14.21.10 uur:
ME: Kan je geld ook zien
ME: Heb je dat ook gezien
ME: Is dit de eerste keer dat je zoveel geld ziet
[telefoonnummer] : Nee nooit gezien schat
(…)
ME: Heb je geld mee van me broer
[telefoonnummer] : Ja natuurlijk schat
ME: Waar is jou geld?
[telefoonnummer] : Ook bij mij schatje
ME: Me broer en ik gaan 5k op je ing storten.
[medeverdachte 2] heeft over deze chatgesprekken verklaard dat deze betrekking hadden op het wegnemen van het geld bij FC Utrecht.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.