Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 juli 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 15 november 2013
- de conclusie na comparitie tevens akte veranderingen van eis van [eiseres] van 19 februari 2014
- de conclusie van antwoord na comparitie van [gedaagde sub 1] van 19 maart 2014
- de antwoordconclusie na comparitie van [gedaagde sub 2] van 19 maart 2014
- de pleitaantekeningen van [eiseres], [gedaagden] die ter gelegenheid van de pleidooien op 26 november 2014 zijn ingediend
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 26 november 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verweer [gedaagde sub 1]: onrechtmatig verkregen bewijs
- een bankafschrift van [gedaagde sub 2] BV i.o. waaruit blijkt dat [bedrijf 1] op 24 april 2012 € 9.000,- naar haar heeft overgemaakt
- een uittreksel uit het handelsregister van 15 mei 2012 waaruit blijkt dat [gedaagde sub 2] op 10 mei 2012 is opgericht
- de door [A] aan [gedaagde sub 1] verstrekte volmacht
- facturen van [gedaagde sub 2] aan [bedrijf 2], [()] (hierna: [bedrijf 4]), [()] (hierna: [bedrijf 5]), [bedrijf 8] en [()] (hierna: [bedrijf 6]). Volgens [gedaagde sub 1] zijn deze stukken afkomstig van een USB-stick van [gedaagde sub 1] die zonder zijn toestemming is weggenomen uit het pand van [gedaagde sub 2]. [gedaagde sub 1] heeft het vermoeden dat een van de werknemers van [eiseres] die voor [gedaagde sub 2] is gaan werken deze USB-stick heeft meegenomen en aan [eiseres] heeft overhandigd. [gedaagde sub 1] neemt het standpunt in dat [eiseres] deze bewijsstukken onrechtmatig heeft verkregen en dat deze stukken daarom moeten worden uitgesloten van het bewijs. Dit verweer slaagt niet. Volgens [eiseres] heeft zij de desbetreffende documenten aangetroffen in een plastic tas voor de deur van haar kantoor. Gelet hierop en op de omstandigheid dat [gedaagde sub 1] ter onderbouwing van haar verweer niet meer aanvoert dan een vermoeden over de gang van zaken, zonder dat is gesteld of gebleken dat [eiseres] iemand heeft aangespoord tot het (gestelde) wegnemen van de USB-stick of daar anderszins verantwoordelijk voor is, heeft [gedaagde sub 1] zijn stelling dat het bewijs onrechtmatig is verkregen onvoldoende onderbouwd. De rechtbank komt daarom niet toe aan de beoordeling van de vraag of onrechtmatig verkregen bewijsstukken buiten beschouwing moeten worden gelaten.
€ 850.000,-
€ 382.500,-
5.De beslissing
woensdag 4 maart 2015teneinde [eiseres] in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze zij bewijs wil leveren;
in de drie maanden nadienverhinderd zijn; zij dienen bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zal kunnen plaatsvinden;
;