2.3Het oordeel van de rechtbank
Dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan blijkt uit het door de meervoudige kamer van de rechtbank gewezen vonnis in de hoofdzaak van 9 oktober 2015 en uit de in dat vonnis opgenomen bewijsmiddelen. De rechtbank ontleent aan de inhoud van die bewijsmiddelen het oordeel, dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormeld feit een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
De rechtbank gaat bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de berekening in het rapport “berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij” van 14 december 2014.
In dit rapport is voor de berekening uitgegaan van de normen, zoals weergegeven in het rapport van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (hierna te noemen rapport BOOM) van 1 november 2010, waarin standaardberekeningen en normen met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel van hennepkwekerijen bij binnenteelt onder kunstlicht zijn vermeld. De rechtbank ziet aanleiding, gelet op hetgeen de verdediging ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, de berekening uit voornoemd rapport op onderdelen aan te passen.
Bij de bepaling van het wederrechtelijk genoten voordeel hanteert de rechtbank de volgende uitgangspunten:
veroordeelde heeft in de periode van 1 november 2013 tot en met 5 juni 2014 een hennepkwekerij in werking gehad;
aannemelijk is geworden dat veroordeelde in voornoemde periode driemaal 561 planten heeft geoogst;
dat aannemelijk is dat driemaal is geoogst leidt de rechtbank af uit de door verbalisanten aangetroffen hoeveelheid stof op de koolstoffilters en op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen, het aangetroffen hennepafval waarin zich gebruikte stekblokjes en wortelresten bevonden en de aangetroffen kalkafzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten;
de rechtbank stelt ingevolge het rapport Boom vast dat de oogst per plant minimaal 27,2 gram bedraagt;
de rechtbank stelt vast dat de bruto opbrengst per oogst van 561 planten x 27.2 gram = 15,26 kilo bedraagt;
de gemiddelde verkoopprijs per kilogram hennep bedraagt volgens het rapport BOOM
€ 3.280,-.
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot de volgende berekening van het bruto wederrechtelijk verkregen voordeel voor drie oogsten:
Aantal planten: 561 planten per oogst
Totale hoeveelheid kilo’s per oogst: 15,26 per oogst
Verkoopprijs per kg: € 3.280,-
Bruto opbrengst: 15,26 x € 3.280,- =
€ 50.052,80 per oogst,
voor drie oogsten€ 50.052,80 x 3 =
€ 150.158,40
Gelet op de in de woning van verdachte aangetroffen potten met hennepolie en losse hennep, acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte een deel van de opbrengst van de kwekerij niet heeft verkocht en zodoende geen geldelijk voordeel heeft genoten. De rechtbank schat de hoeveelheid bij verdachte aangetroffen hennep – mede gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting – naar redelijkheid op 5 kilo. De rechtbank brengt om die reden een bedrag van € 16.400,- (5 x € 3.280,-) in mindering op de totale bruto opbrengst van € 150.158.40. De rechtbank berekent de
bruto opbrengstzodoende op
€ 133.758,40.
Verder gaat de rechtbank uit van de volgende kostenposten die naar het oordeel van de rechtbank zijn toe te schrijven aan de oogsten in de voornoemde periode:
de inkoopprijs van de hennepstekken bedraagt volgens het rapport BOOM € 2,85 per plant;
de overig variabele kosten (kweekmedium, water en voedingsstof) bedragen volgens het rapport BOOM € 3,33 per plant;
de afschrijvingskosten bedragen, gelet op het rapport BOOM, bij een aantal planten tussen de 500 en 599 € 350,- per oogst;
de investeringskosten bedragen, gelet op het rapport BOOM, bij een aantal planten tussen de 500 en 599 € 7.000,- ;
de elektriciteitskosten bedragen € 9.420,50, gelet op de aangifte van Stedin d.d. 20 juni 2015;
de huisvestingkosten bedragen € 6.432,58 (uitgaande van een huur van € 929,15 per maand en een tijdsduur van 30 weken).
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot de volgende berekening van de kosten voor drie oogsten:
Inkoopprijs stekjes: € 4.796,55 (€ 2,85 x 561 planten x 3 oogsten)
Variabele kosten: € 5.604,39 ( € 3,33 x 561 planten x 3 oogsten)
Afschrijving: € 1.050,- (3 x € 350,-)
Investeringskosten: € 7.000,-
Elektriciteitskosten: € 9.420,50
Huisvestingskosten: € 6.432,58
Totale kosten € 34.304,02
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het netto wederrechtelijk verkregen voordeel van drie oogsten wordt geschat, vast op een bedrag van opbrengst ad € 133.758,40 minus kosten ad € 34.304,02 =
€ 99.454,38.
Nu verdachte is vrijgesproken van het medeplegen van telen van hennep ziet de rechtbank geen aanleiding om dit bedrag door 2 te delen zoals de raadsman heeft bepleit.
Tenslotte zijn er door of namens de verdachte verder geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan de rechtbank de betalingsverplichting van verdachte zou moeten matigen.