ECLI:NL:RBMNE:2015:8301

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2015
Publicatiedatum
24 november 2015
Zaaknummer
16/705975-15 en 16/659543-15 (ttz gev)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarigen, mensenhandel en bezit van kinderporno

Op 2 oktober 2015 heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van verschillende ernstige strafbare feiten, waaronder ontuchtige handelingen met minderjarigen, mensenhandel, grooming en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1988, is op 18 september 2015 ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.T.G. van Wandelen. De rechtbank heeft de zaken, die onder de parketnummers 16/705975-15 en 16/659543-15 zijn ingediend, gevoegd behandeld. De tenlastelegging omvatte onder andere het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen, waarbij de slachtoffers op het moment van de feiten nog geen 16 jaar oud waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verleidend en bewegen van minderjarigen tot het plegen van ontuchtige handelingen, alsook aan mensenhandel en grooming. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, maar heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn psychische problematiek. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte schadevergoedingen moet betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft ook beslist over het beslag, waarbij enkele in beslag genomen goederen zijn vernietigd omdat daarop kinderporno was aangetroffen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/705975-15 en 16/659543-15 (ttz gev)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 2 oktober 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 juli 2015 en 18 september 2015. De verdachte is op 18 september 2015 in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. A.T.G. van Wandelen, advocaat te Utrecht.
Tevens zijn verschenen:
  • [slachtoffer 2] , haar moeder en mr. M.A.J. Kubatsch, advocaat te Utrecht;
  • [slachtoffer 4] , zijn ouders en mr. E.A.L. Ponjee-Scheurwater, advocaat te Veenendaal ;
  • mr. J.A. Pieters, advocaat te Utrecht (namens [slachtoffer 1] );
  • mw. [A] (moeder van [slachtoffer 8] ).
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/705975-15
op 12 april 2015 te Amersfoort ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 1] , die toen nog geen 16 jaar oud was, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
op 30 maart 2015 te Utrecht ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 2] , die toen nog geen 16 jaar oud was, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
op 30 maart 2015 te Utrecht [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft verleid en bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, terwijl zij toen nog geen 16 jaar oud waren.
16-659543-15
in de periode van 1 september 2014 tot en met 21 december 2014 te Vleuten, Vianen en Utrecht ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 5] , die toen nog geen 16 jaar oud was, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
zich in de periode van 16 juli 2014 tot en met 14 september 2014 te Utrecht heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 6] ;
zich in de periode van 7 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort heeft schuldig gemaakt aan grooming ten aanzien van [slachtoffer 7] ;
in de periode van 8 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort kinderpornografische foto’s en films in zijn bezit heeft gehad;
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 januari 2015 te Vianen [slachtoffer 8] door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen.

3.Voorvragen

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de tenlasteleggingen van feit 3 van beide dagvaardingen nietig dienen te worden verklaard, nu zij onvoldoende geconcretiseerd zijn. De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 3 van parketnummer 16/705975-15 aangevoerd dat de ten laste gelegde handelingen niet het gedrag van verdachte betreffen en dat het verleiden niet is geconcretiseerd. Ten aanzien van feit 3 van parketnummer 16/659543-15 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet duidelijk is op welke concrete handeling en welke vermeende ontmoeting de tenlastelegging ziet.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 3 van parketnummer 16/705975-15 dat het ten laste gelegde verleiden gezien de eisen van de wet voldoende is geduid, nu de wet uitgaat van de feitelijke interpretatie van het element ‘verleiden’, in dit geval het verleiden van de betreffende minderjarigen tot deze handelingen. De rechtbank acht de tenlastelegging van dit feit geldig.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 3 van parketnummer 16/659543-15 dat, gelet op de tenlastegelegde periode en handelingen, voldoende duidelijk en concreet is wat verdachte wordt verweten. De rechtbank acht ook de tenlastelegging van dit feit geldig.
Deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle tenlastegelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat er onvoldoende bewijs is voor bewezenverklaring van feit 3 van parketnummer 16/705975-15 en feit 2 (voor wat betreft sub 2 en 8), feit 3 en feit 5 van parketnummer 16/659543-15. De verdediging heeft verder bepleit dat voor feit 2 van parketnummer 16/659543-15 niet de gehele tenlastegelegde periode bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 4 van parketnummer 16/659543-15 heeft de verdediging partiële vrijspraak bepleit, nu het om slechts 4 foto’s gaat, waarvan er hoogstens 3 zijn aan te merken als kinderpornografisch.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van feit 1 en 2 van het parketnummer 16/705975-15 en feit 1 van parketnummer 16/659453-15.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Parketnummer 16/705975-15, feiten 1 en 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. Aangezien verdachte deze feiten heeft bekend en de raadsvrouw niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 20 april 2015 [2] ;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 21 mei 2015 [3]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 september 2015.
Parketnummer 16/705975-15, feit 3
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen is tenlastegelegd onder dit feit, nu onvoldoende concreet is geworden hoe en op welke wijze verdachte de minderjarigen, feitelijk gezien, actief zou hebben verleid (of daartoe zou hebben gebracht) tot het plegen van genoemde ontuchtige handelingen met elkaar. De rechtbank spreekt verdachte om die reden vrij van dit feit.
Parketnummer 16/659543-15, feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Aangezien verdachte dit feit heeft bekend en de raadsvrouw niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 13 januari 2015 [4] ;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 september 2015.
Parketnummer 16/659453-15, feit 2
Op 17 juni 2015 heeft [slachtoffer 6] , geboren op [1997] , in een informatief gesprek met betrekking tot mensenhandel [5] verklaard dat zij via Facebook werd benaderd door [voornaam verdachte] met de vraag of ze geld wilde verdienen. [slachtoffer 6] verklaart dat zij seks met [voornaam verdachte] heeft gehad en dat zij daar € 200,- voor kreeg. [slachtoffer 6] verklaart dat [voornaam verdachte] na die eerste keer zei dat ze maar moest bellen als ze meer geld wilde. [slachtoffer 6] verklaart dat [voornaam verdachte] later de klanten voor haar regelde. [slachtoffer 6] verklaart dat ze in totaal ongeveer vijf klanten heeft gehad. [slachtoffer 6] verklaart dat [voornaam verdachte] steeds de helft van het geld wildeen ook van haar kreeg, omdat hij de telefoon opnam en omdat hij haar vervoerde in verband met haar werkzaamheden. [slachtoffer 6] verklaart dat zij op het idee van prostitutie is gekomen doordat [voornaam verdachte] haar benaderde.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard [6] dat de IPhone 4 van verdachte in beslag is genomen en is onderzocht. [verbalisant 1] verklaart dat in de telefoon van verdachte diverse berichten zijn aangetroffen tussen verdachte en het nummer van [slachtoffer 6] . [verbalisant 1] verklaart dat meerdere van deze berichten gaan over seksuele handelingen, seks voor geld, bemiddelen in afspraken voor seks en bedragen voor bepaalde seksuele handelingen. Het eerste bericht dateert van 22 augustus 2014, het laatste bericht van 14 september 2014.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard [7] dat hij [slachtoffer 6] heeft geholpen met het plaatsen van een profiel op [internetadres] en [internetadres] . Verdachte heeft ook verklaard dat hij [slachtoffer 6] wel eens wegbracht naar klanten en ook weer ophaalde en dat hij de telefoon opnam en onderhandelde met klanten.
De rechtbank verklaart bewezen wat is tenlastegelegd op basis van sub 5 en sub 8. De verdediging heeft geen verweer gevoerd op hetgeen tenlastegelegd is op basis van sub 5. De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 6] ten tijde van het tenlastegelegde nog geen 18 was en dat om die reden aan haar (eventuele) instemming geen betekenis toekomt. De rechtbank overweegt dat verdachte aan [slachtoffer 6] heeft voorgesteld seks met derden tegen betaling te hebben. Ook heeft hij aangeboden klanten voor haar te regelen, heeft hij haar geholpen met het plaatsen van advertenties op websites en heeft hij haar naar afspraken gebracht en weer opgehaald. Door dit alles heeft verdachte ten aanzien van [slachtoffer 6] handelingen ondernomen waarvan verdachte wist dat die [slachtoffer 6] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. Ook heeft verdachte voordeel getrokken uit hetgeen [slachtoffer 6] heeft gedaan. [slachtoffer 6] heeft verklaard dat [voornaam verdachte] steeds de helft van het verdiende geld wilde en ook kreeg. Verdachte heeft verklaard dat hij geen geld kreeg voor zijn diensten. De rechtbank acht het onaannemelijk dat verdachte niets hieraan verdiend heeft, nu uit één van de sms-berichten blijkt dat er over een verdeling van verdiend geld wordt gesproken. De verklaringen van [slachtoffer 6] zijn consistent indien het gaat om het afstaan van het geld – zij moest steeds de helft afdragen – waardoor de rechtbank geen reden heeft om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 6] . Bovendien is het onaannemelijk dat verdachte belangeloos tijd en moeite en auto- en benzinekosten hieraan spendeerde.
De officier van justitie en de verdediging hebben verzocht een kortere periode bewezen te verklaren dan tenlastegelegd. De rechtbank volgt dit standpunt, nu de eerste berichten tussen [slachtoffer 6] en verdachte dateren van 22 augustus 2014. De rechtbank zal slechts de periode vanaf die datum bewezen verklaren.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van hetgeen is tenlastegelegd als sub 2, nu het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het bestanddeel oogmerk van seksuele uitbuiting.
Parketnummer 16/659453-15, feit 3
Op 23 mei 2015 heeft [slachtoffer 7] , geboren op [2001] , verklaard [8] dat zij tussen 7 april 2015 en 12 april 2015 contact heeft gehad met [X] via de app. [achternaam slachtoffer 7] verklaart dat zij de afspraak voor zondag had afgezegd en dat [X] dreigde naaktfoto’s van haar op internet te zetten.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben verklaard [9] dat de IPhone 4 van verdachte in beslag is genomen en is onderzocht. [verbalisant 2] en [verbalisant 3] verklaren dat er in de telefoon gesprekken tussen verdachte (waarin hij de naam [X] gebruikt) en [slachtoffer 7] zijn te vinden, waarin wordt gesproken over seks en trio’s en waarin een afspraak wordt gemaakt. [verbalisant 2] en [verbalisant 3] verklaren dat verdachte dreigt naaktfoto’s van [slachtoffer 7] op facebook te zetten als zij niet komt. Deze gesprekken zijn als bijlage bij het proces-verbaal gevoegd.
De rechtbank overweegt dat voor strafbaarheid van grooming is vereist dat de communicatiefase met een persoon van beneden de 16 jaar uitmondt in een voorstel voor een ontmoeting en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting. Uit de chatgesprekken blijkt dat er een concrete afspraak is gemaakt tussen verdachte en [slachtoffer 7] om elkaar te ontmoeten, zondag om 18.00 uur. Hoewel de plaats niet wordt genoemd in de gesprekken, is duidelijk dat [slachtoffer 7] en verdachte weten welke plaats bedoeld wordt. Verdachte heeft mede de hand gehad in het tot stand komen van deze afspraak, door meermalen via de chat een voorstel te doen om af te spreken. Verdachte heeft vervolgens getracht het verwezenlijken van de concrete afspraak af te dwingen door te dreigen naaktfoto’s van [slachtoffer 7] op facebook te zetten als zij niet zou komen. Hierdoor is sprake van grooming. De rechtbank ziet hierbij overigens in het boeken van de hotelkamer en het daar aanwezig zijn evenwel geen handelingen gericht op het realiseren van de geplande ontmoeting, nu verdachte de hotelkamer reeds voor de gemaakte afspraak had geboekt.
Het oogmerk van verdachte op het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 7] volgt uit de aard en inhoud van de gevoerde gesprekken, waarin hij haar onder andere vraagt wat ze heeft gedaan op seksueel gebied en hij haar geld biedt om seks met hem te hebben. De rechtbank verklaart het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 16/659453-15, feit 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat de bewezenverklaring 3 foto’s en 1 filmpje behelst. Aangezien verdachte dit feit heeft bekend en de raadsvrouw niet tot vrijspraak heeft gepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 4 juni 2015 [10] ;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 september 2015.
De rechtbank overweegt dat op de inbeslaggenomen IPhone 4 en laptops van verdachte diverse foto’s en filmpjes zijn aangetroffen die zijn beoordeeld als kinderpornografisch. Het betreffen echter steeds kopieën van de 4 naaktfoto’s die [slachtoffer 7] aan verdachte heeft gestuurd. Eén foto – te weten de foto waar [slachtoffer 7] met haar rug naar de spiegel staat – wordt door de rechtbank niet als kinderpornografisch aangemerkt. De rechtbank verklaart het tenlastegelegde daarom bewezen voor wat betreft 3 foto’s en 1 filmpje.
Parketnummer 16/659453-15, feit 5
Op 7 april 2015 heeft [slachtoffer 8] , geboren op [1988] , verklaard [11] dat [getuige] haar had overgehaald om weg te lopen. [slachtoffer 8] verklaart dat [getuige] had geregeld dat een jongen hen kwam ophalen. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen hen kwam ophalen met een grijs busje. [slachtoffer 8] verklaart dat ze in Vianen stopten en door de jongen een huis binnen werden gelaten. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen zei dat ze mee moest komen en haar kleren uit moest trekken. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen zei dat er een afspraak was gemaakt, dat hij hen naar Rotterdam zou brengen. [slachtoffer 8] verklaart dat ze moest gaan liggen, dat de jongen haar broek uit deed en dat zij de jongen moest pijpen. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen daarbij haar hoofd vasthield en haar hoofd heen en weer bewoog. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen vervolgens zijn penis in haar achterste deed. [slachtoffer 8] verklaart dat de jongen daarna met zijn penis in haar vagina ging. [slachtoffer 8] verklaart dat zij in de telefoon van [getuige] heeft gezien dat die van tevoren met de jongen had afgesproken dat [slachtoffer 8] seks met hem zou hebben.
Op 13 mei 2015 heeft [getuige] verklaard [12] dat zij een man kende die [slachtoffer 8] en [getuige] wilde ophalen in ruil voor seks. [getuige] verklaart dat zij die man gebeld heeft en dat die man hen is komen ophalen. [getuige] verklaart dat ze naar een soort kraakpand in Vianen gingen, dat de man zei dat ze hun kleren uit moesten doen en dat [getuige] hem moest pijpen. [getuige] verklaart dat ze dat niet wilde. [getuige] verklaart dat [slachtoffer 8] het wel wilde doen. [getuige] verklaart dat de man er € 30,- voor zou geven.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard [13] dat hij op 22 januari 2015 via de instelling hoorde dat [slachtoffer 8] en [getuige] waren weggelopen. [verbalisant 4] verklaart dat [slachtoffer 8] en [getuige] op 29 januari 2015 terug zijn gebracht naar de instelling.
De rechtbank overweegt dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij contact heeft gehad met [getuige] en dat hij een keer op een zaterdag bij de instelling is geweest, omdat [getuige] hem had gevraagd haar op te halen. Verdachte heeft verklaard dat hij toen met een combo (auto) kwam, met de beveiliging heeft gepraat en zonder [getuige] weer is vertrokken. Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend [slachtoffer 8] en [getuige] te hebben opgehaald op 22 januari 2015. [getuige] heeft verklaard dat de jongen die hen op 22 januari 2015 ophaalde, haar kort daarvoor zou ophalen en ook op het terrein is geweest, weliswaar met een andere kleur combo. De rechtbank stelt vast dat dit op zaterdag 17 januari 2015 is geweest, omdat op die dag een blauwe combo op het terrein is gezien en de beveiliging met de bestuurder heeft gesproken. [getuige] verklaart dat de jongen haar een foto stuurde op het moment dat hij op het terrein stond. [getuige] verklaart dat zij deze jongen gevraagd heeft hen op te halen op 22 januari 2015. Zij verklaart dat ze de jongen herkende van de foto’s die ze eerder van hem had gezien. [slachtoffer 8] verklaart dat [getuige] haar een foto van de jongen had laten zien en dat ze daarom wist dat deze jongen de bestuurder was.
De rechtbank overweegt voorts dat [slachtoffer 8] de [straatnaam] perceel [perceelnummer] tot en met [perceelnummer] in [woonplaats] heeft aangewezen als de plaats waar het strafbare feit gebeurd is. [slachtoffer 8] en [getuige] verklaren dat de jongen had gezegd dat er geen stroom in het huis was. [getuige] verklaart ook nog dat de jongen had gezegd dat hij het huis gebruikt had voor wietplanten. Uit onderzoek is gebleken dat perceel [perceelnummer] op 22 januari 2015 was afgesloten van stroom. Verdachte is op 30 december 2014 aangehouden, waarbij hij een sleutel van de [adres] te [woonplaats] in zijn bezit had. Op 30 december 2014 is in deze woning een hennepkwekerij aangetroffen.
De rechtbank overweegt voorts dat hetgeen is tenlastegelegd onder feit 1 van parketnummer 16/659543-15 eenmaal heeft plaatsgevonden in de woning aan de [adres] te [woonplaats] .
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 22 januari 2015 [getuige] en [slachtoffer 8] heeft opgehaald, hen mee heeft genomen naar Vianen en met [slachtoffer 8] ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Verdachte had redelijkerwijs kunnen en moeten vermoeden dat die [slachtoffer 8] nog geen achttien was. Verdachte kende [getuige] en wist dat zij nog geen achttien jaar was. Verdachte heeft de twee meisjes bovendien opgehaald bij een jeugdinstelling, waardoor hij had moeten vermoeden dat ook [slachtoffer 8] geen achttien was.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
16/705975-15
1.
op 12 april 2015 te Amersfoort, met [slachtoffer 1] , geboren op [2000] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
  • zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen;
2.
op 30 maart 2015 te Utrecht, met [slachtoffer 2] , geboren op [1999] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
  • zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen, althans zich door die [slachtoffer 2] laten pijpen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen;
16/659543-15
1.
in de periode van 01 september 2014 tot en met 21 december 2014 te Vleuten en Vianen en Utrecht, op verschillende tijdstippen, met [slachtoffer 5] geboren op [2001] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal
  • die [slachtoffer 5] gezoend op de mond en zijn tong in de mond van die [slachtoffer 5] gebracht en
  • zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en heen en weer bewogen;
2.
op één of meer tijdstippen in de periode van 22 augustus 2014 tot en met 14 september 2014 te Utrecht, in ieder geval in Nederland,
A) een ander, te weten [slachtoffer 6] , (geboren op [1997] )
- ten aanzien van die [slachtoffer 6] handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 6] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen, terwijl die [slachtoffer 6] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 5°) en
B) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten [slachtoffer 6] , met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 6] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 8°), immers heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal
  • die [slachtoffer 6] (via berichten via facebook en telefoon) aangezet om seks voor geld te hebben met derden en
  • die [slachtoffer 6] gevraagd of zij (meer) geld wilde verdienen en of zij (meer) (seks)afspraken wou en die [slachtoffer 6] gezegd dat ze meer zou verdienen met bepaalde (seksuele) handelingen en die [slachtoffer 6] instructies gegeven met betrekking tot haar prostitutiewerkzaamheden en
  • een (seks)advertentie voor/met die [slachtoffer 6] geplaatst op een website (waaronder [internetadres] en [internetadres] ) en
  • een klant voor die [slachtoffer 6] geregeld en afspraken gemaakt met die klant(en) voor die [slachtoffer 6] en met die klant onderhandeld engesproken over wat ze wilden en over de kosten en over de locatie en
  • die [slachtoffer 6] naar de plaats waar de prostitutie plaatsvond gebracht en haar van die plaats opgehaald en
  • die [slachtoffer 6] de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden laten delen met hem, verdachte;
3.
op één of meer tijdstippen in de periode van 07 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort, in ieder geval in Nederland, telkens door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiemiddel (te weten via (chat)gesprekken via de telefoon en/of facebook en/of whatsapp en/of sms) een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer 7] , geboren op [2001] een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 7] te plegen, terwijl hij enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij, verdachte,
  • een afspraak gemaakt op een van te voren afgesproken plaats en tijdstip en
  • gedreigd naaktfoto's te versturen en/of te verspreiden indien die [slachtoffer 7] niet zou komen;
4.
in de periode van 08 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, een aantal afbeeldingen, te weten 3 foto’s en 1 film in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) (zakelijk weergegeven) bestond(en) uit:
het geheel naakt (laten) poseren van een persoon, te weten [slachtoffer 7] , die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en waarbij nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en borsten in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en strekken tot seksuele prikkeling;
5.
in de periode van 01 januari 2015 tot en met 22 januari 2015 te Vianen, in ieder geval in Nederland, door beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door het aanbieden van vervoer en geld in ruil voor seks en/of seksuele handelingen, terwijl [slachtoffer 8] en [getuige] waren weggelopen uit een jeugdinstelling, [slachtoffer 8] , geboren op [1988] , van wie verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen tot het dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, immers heeft hij, verdachte,
  • die [slachtoffer 8] uitgekleed, althans van kleding ontdaan en
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 8] gebracht en gehouden en vervolgens heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 8] gebracht en gehouden en vervolgens heen en weer bewogen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] gebracht en gehouden en vervolgens heen en weer bewogen;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
16/705975-15
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
16/659543-15
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de mensenhandel wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voorstellen aan iemand van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen met die persoon, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich de toegang daartoe verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst, meermalen gepleegd;
door beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, waarvan de dader redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te dulden.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 6 jaar wordt opgelegd, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat aan verdachte de maximale taakstraf wordt opgelegd en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, ambulante behandeling en begeleiding in verband met zijn schulden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ingrijpende ontuchtige handelingen met een aantal minderjarige meisjes, grooming, mensenhandel en het bezit van kinderporno. De slachtoffers waren steeds kwetsbare minderjarige meisjes, waarbij er sprake was van een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen verdachte en de meisjes. Door de wetgever is de geestelijke en lichamelijke integriteit van jeugdigen uitdrukkelijk beschermd, onder meer op de grond dat zij op seksueel gebied nog niet volgroeid zijn en dat zij worden geacht niet zelfstandig de emotionele gevolgen van seksueel contact voldoende te kunnen overzien. Handelingen zoals de verdachte die heeft gepleegd, vormen een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en kunnen, naar de ervaring leert, leiden tot blijvende psychische schade. Dat ook bij de slachtoffers sprake is van psychische schade blijkt, naast hun verklaringen in het dossier, uit de ter terechtzitting besproken onderbouwing van de schadevorderingen en de slachtofferverklaringen. Hieruit wordt duidelijk dat de slachtoffers nog steeds op verschillende manieren last hebben van hetgeen hun is overkomen.
Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze rekening gehouden met de mogelijke nadelige gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Hij heeft uitsluitend oog gehad voor zijn eigen belang en de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Door zijn handelwijze heeft verdachte de lichamelijke integriteit van de slachtoffers in ernstige mate aangetast en hun seksuele ontwikkeling verstoord.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte d.d. 30 juli 2015, waaruit volgt dat verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten is veroordeeld.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met de Pro Justitia rapportage van 4 juni 2015, waarin wordt gesteld dat verdachte en persoonlijkheidsstoornis NAO heeft, gekenmerkt door narcistische en antisociale tendensen.
De rechtbank heeft voorts gelet op het reclasseringsadvies van Victas van 15 juni 2015, waarin wordt geadviseerd een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, behandelverplichting en begeleiding voor schulden.
De rechtbank acht, gelet op de ernst van de feiten, niets anders dan een gevangenisstraf passend. Bij het bepalen van de duur van die gevangenisstraf heeft de rechtbank mede gelet op de oriëntatiepunten bij dergelijke feiten, te weten 240 uur taakstraf en 6 maanden gevangenisstraf, waarvan een deel voorwaardelijk, voor het bezit van kinderporno en 24 maanden gevangenisstraf voor verkrachting. De rechtbank acht het voorts noodzakelijk dat verdachte begeleid wordt door de reclassering, om beter met zijn problemen om te kunnen gaan, grenzen te leren stellen, en tijdig hulp te zoeken indien opnieuw nodig.
De rechtbank acht, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, het volgende passend en geboden: een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, een extra lange proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, behandelverplichting bij de Waag en begeleiding bij de schuldenproblematiek.

9.Vorderingen benadeelde partijen

9.1
Vordering [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 1.059,25, bestaande uit € 59,25 materiële schade en € 1.000,- immateriële schade.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering volledig kan worden toegewezen, met rente vanaf 12 april 2015 en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft de vordering niet betwist en gesteld dat verdachte bereid is deze vordering te voldoen.
De rechtbank overweegt dat de behandeling van de vordering van [slachtoffer 1] niet een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 1 van parketnummer 16/705975-15 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank wijst het gevorderde bedrag van € 1.059,25 volledig toe, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2015.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
9.2
Vordering [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een bedrag van € 11.685,27, bestaande uit € 685,27 materiële schade en € 11.000,- immateriële schade.
De officier van justitie heeft de materiële kosten geschat op € 350,- en gevorderd dat dit bedrag aan materiële schade wordt vergoed. De officier van justitie heeft gevorderd dat de immateriële schade gematigd wordt tot een bedrag van € 1.500,-.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag van maximaal € 134,27 aan materiële schade kan worden toegekend. Verder stelt de verdediging dat de immateriële schade onvoldoende onderbouwd is. De verdediging heeft verzocht de immateriële schade te matigen tot een bedrag van niet meer dan € 1.000,-.
De rechtbank overweegt dat de behandeling van de vordering van [slachtoffer 2] in beginsel niet een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 2 van het parketnummer 16/705975-15 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. Hoewel uit het overzicht niet blijkt dat alle gevraagde materiële schade directe gevolgschade is van het bewezenverklaarde feit, zal de rechtbank het bedrag naar redelijkheid schatten op € 350,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2015.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de immateriële schade gelet op het bewezenverklaarde feit tot een bedrag van € 2.000,- kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2015. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat de vordering voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
9.3
Vordering [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een bedrag van € 1.425,-, bestaande uit € 175,- materiële schade en € 1.250,- immateriële schade.
De rechtbank verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk in zijn vordering, nu verdachte van het hem ten laste gelegde feit betreffende [slachtoffer 4] zal worden vrijgesproken.
9.4
Vordering [slachtoffer 8]
De benadeelde partij [slachtoffer 8] vordert een bedrag van € 4.500,-, bestaande uit immateriële schade.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de immateriële schade wordt gematigd tot een bedrag van € 1.500,-.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, in verband met de bepleite vrijspraak. Subsidiair stelt de verdediging dat de vordering onvoldoende onderbouwd is. De verdediging heeft verzocht de immateriële schade te matigen tot een bedrag van niet meer dan € 1.000,-.
De rechtbank overweegt dat de behandeling van de vordering van [slachtoffer 8] in beginsel niet een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder feit 5 van het parketnummer 16/659543-15 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade gelet op het bewezenverklaarde feit tot een bedrag van € 1.000,- kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2015. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat de vordering voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.

10.Het beslag

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de twee notebooks en de IPhone 4 vernietigd dienden te worden, omdat op die goederen kinderporno is aangetroffen. De andere IPhone 4 en de BlackBerry curve kunnen worden teruggegeven aan verdachte, aldus de officier van justitie.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gevraagd alle inbeslaggenomen goederen terug te geven aan verdachte, ook de goederen waar kinderporno op is aangetroffen, na verwijdering van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De in beslag genomen goederen waarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen zullen worden onttrokken aan het verkeer, aangezien met betrekking tot dit voorwerp het bewezenverklaarde feit 4 van parketnummer 16/659543-15 is begaan en gezien het risico dat er nog porno achterblijft als er tot verwijdering van de bestanden wordt overgegaan. Het gaat om de volgende goederen:
  • notebook, merk Asus, type K70AB;
  • notebook, merk Toshiba, type Satellite;
  • telefoon, merk Apple, type IPhone 4, goednummer G1419275.
De overige goederen dienen te worden terug gegeven aan verdachte, te weten:
  • telefoon, merk Apple, type IPhone 4, goednummer G1419271;
  • telefoon, merk Blackberry, type curve.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 57, 245, 273f, 240b, 248a, 248e van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde, en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
-spreekt verdachte vrij van hetgeen bij parketnummer 16/705975-15 als feit 3 is tenlastegelegd;
Bewezenverklaring
- verklaart de ten laste gelegde feiten bewezen, zodanig als hiervoor onder 5. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

16/705975-15

met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
16/659543-15
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de mensenhandel wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;
door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voorstellen aan iemand van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen met die persoon, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich de toegang daartoe verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst, meermalen gepleegd;
door beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, waarvan de dader redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te dulden;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van
drie jaren;
- beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden;
- stelt als algemene voorwaarden:
  • de verdachte zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
  • de verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de verdachte zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
  • de verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de verdachte zich binnen 3 dagen volgend op zijn ontslag uit de penitentiaire inrichting melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: Vivaldiplantsoen 100 te Utrecht. Hierna moet hij zich gedurende de proeftijd blijven melden zo frequent als de Reclassering Nederland gedurende deze periode nodig acht;
  • de veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen voor zijn psychische problematiek bij de forensische polikliniek de Waag of een soortgelijke ambulante of forensische zorginstelling, zulks ter beoordeling van de reclassering waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • de veroordeelde wordt verplicht om zich vanwege zijn schuldenproblematiek te laten begeleiden door Stadsgeldbeheer of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
Vorderingen benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 1.059,25 ter zake van materiële en immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 2.350,- ter zake van materiële en immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
- verklaart de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] van een bedrag van € 1.000,- ter zake van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, bij niet betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
  • benadeelde partij [slachtoffer 1] , € 1.059,25 te vervangen door 20 dagen;
  • benadeelde partij [slachtoffer 2] , € 2.350,- te vervangen door 33 dagen;
  • benadeelde partij [slachtoffer 8] , € 1.000,- te vervangen door 20 dagen;
met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
  • notebook, merk Asus, type K70AB;
  • notebook, merk Toshiba, type Satellite;
  • telefoon, merk Apple, type IPhone 4, goednummer G1419275;
- gelast de teruggave aan verdachte:
  • telefoon, merk Apple, type IPhone 4, goednummer G1419271;
  • telefoon, merk Blackberry, type curve.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.A. Gerritse, voorzitter,
mr. E. Akkermans en mr. R.B. Eigeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. van de Kamp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 oktober 2015.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat
16/705975-15
1.
hij op of omstreeks 12 april 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [slachtoffer 1] , geboren op [2000] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
  • zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 1] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 30 maart 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [slachtoffer 2] , geboren op [1999] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
  • zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken, althans haar hand om de penis van die [slachtoffer 3] laten brengen en houden en die hand vervolgens (heen en weer) laten bewegen en
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen, althans zich door die [slachtoffer 2] laten pijpen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 2] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 30 maart 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer 2] , geboren op [1999] , en [slachtoffer 3] , geboren op [2000] , en [slachtoffer 4] , geboren op [1999] , die toen (elk) de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, (elk) heeft verleid en bewogen tot het plegen en dulden van een of meer ontuchtige handelingen met een derde, te weten die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 4] met elkaar, bestaande die ontuchtige handelingen hieruit dat
  • die [slachtoffer 2] die [slachtoffer 3] heeft afgetrokken, althans haar hand om de penis van die [slachtoffer 3] heeft gebracht en die hand vervolgens (heen en weer) heeft bewogen en (aldus) die [slachtoffer 3] zich door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en
  • die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 3] (elk) hun/diens vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] hebben/heeft gebracht en geduwd en gehouden en (heen en weer) bewogen en aldus die [slachtoffer 2] heeft geduld dat die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 3] (elk) seksueel bij haar binnendrong(en) en
  • die [slachtoffer 3] diens penis in de vagina van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en geduwd en gehouden en (heen en weer) bewogen en aldus die [slachtoffer 2] heeft geduld dat die [slachtoffer 3] seksueel bij haar binnendrong;
art 247 Wetboek van Strafrecht
16/659543-15
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2014 tot en met 21 december 2014 te Vleuten en/of Vianen en/of (gemeente) Utrecht, in ieder geval in Nederland, op verschillende tijdstippen, althans éénmaal (telkens) met [slachtoffer 5] geboren op [2001] , die toen de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (telkens) hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal (telkens)
  • die [slachtoffer 5] gezoend op de mond en zijn tong in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen en
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 5] geduwd en gebracht en gehouden en (heen en weer) bewogen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 juli 2014 tot en met 14 september 2014 te Utrecht, in ieder geval in Nederland,
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 6] , (geboren op [1997] ) telkens
  • heeft geworven, vervoerd en/of overgebracht, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 6] , terwijl die [slachtoffer 6] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 2°) en/of
  • ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 6] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 6] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen, terwijl die [slachtoffer 6] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 5°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer 6] , met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 6] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (sub 8°), immers is en/of heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval éénmaal (telkens)
  • die [slachtoffer 6] (via berichten via facebook en/of andere social media en/of telefoon) aangezet en/of overgehaald om seks voor geld te hebben met derden en/of
  • die [slachtoffer 6] gevraagd of zij (meer) geld wilde verdienen en/of of zij (meer) (seks)afspraken wou en/of die [slachtoffer 6] gezegd dat ze meer zou verdienen met bepaalde (seksuele) handelingen en/of die [slachtoffer 6] instructies gegeven met betrekking tot haar prostitutiewerkzaamheden en/of
  • een (seks)advertentie voor/met die [slachtoffer 6] geplaatst op een website (waaronder [internetadres] en [internetadres] ) en/of
  • een klant voor die [slachtoffer 6] geregeld en/of afspraken gemaakt met die klant(en) voor die [slachtoffer 6] en/of met die klant onderhandeld en/of gesproken over wat ze wilden en/of over de kosten en/of over de locatie en/of
  • die [slachtoffer 6] naar de plaats waar de prostitutie plaatsvond gebracht en/of haar van die plaats opgehaald en/of
  • die [slachtoffer 6] geld laten overhandigen aan hem, verdachte, en/of geld van die [slachtoffer 6] afgepakt en/of die [slachtoffer 6] de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden laten delen met hem, verdachte;
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 07 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort, in ieder geval in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiemiddel (te weten via (chat)gesprekken via de telefoon en/of facebook en/of whatsapp en/of sms) een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer 7] , geboren op [2001] ) een of meer ontmoeting(en) heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 7] te plegen, terwijl hij (telkens) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting(en), immers heeft hij en/of is hij, verdachte, meermalen, althans éénmaals (telkens)
  • een afspraak gemaakt op een van te voren afgesproken plaats en/of tijdstip en/of
  • een hotelkamer geboekt voor genoemde tijdstip en/of
  • gedreigd (naakt)foto's te versturen en/of te verspreiden indien die [slachtoffer 7] niet zou komen en/of
  • op genoemde plaats en of tijdstip aanwezig geweest;
art 248e Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 08 april 2015 tot en met 12 april 2015 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 99 foto's en/of 1 video's en/of films en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten één of meer computer(s) en/of laptops en/of een mobiele telefoon) in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) (zakelijk weergegeven) bestond(en) uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon, te weten [slachtoffer 7] , die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze gekleed is en/of poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze [slachtoffer 7] zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling;
(genoemde beschrijving betreft alle 99 foto's en 1 film)
art. 240b Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 31 januari 2015 te Vianen, in ieder geval in Nederland, door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten door het aanbieden van vervoer en/of geld in ruil voor seks en/of seksuele handelingen, terwijl [slachtoffer 8] en [getuige] waren weggelopen uit een (jeugd)instelling, [slachtoffer 8] , geboren op [1988] , van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, immers heeft hij, verdachte,
  • die [slachtoffer 8] uitgekleed, althans van kleding ontdaan en/of
  • zijn penis in de mond van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) (heen en weer) bewogen en/of
  • zijn penis in de anus van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) (heen en weer) bewogen en/of
  • zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) (heen en weer) bewogen;
art 248a Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met code PL0900-2015110622 (09Pijl - sluitingsdatum 7 juli 2015) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering van 1 tot en met 719. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 20 april 2015, opgenomen op p. 225 - 241.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 21 mei 2015, opgenomen op p. 143 - 151.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 5] d.d. 13 januari 2015, opgenomen op p. 315 - 325.
5.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel met [slachtoffer 6] d.d. 17 juni 2015, opgenomen op p. 673 - 677.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2015, opgenomen op p. 651 - 669.
7.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 18 september 2015.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 7] d.d. 23 mei 2015, opgenomen op p. 353 - 358.
9.Proces-verbaal bevindingen telefoons d.d. 18 mei 2015, opgenomen op p. 501 – 503.
10.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, opgenomen op p. 534 - 540.
11.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 8] d.d. 7 april 2015, opgenomen op p. 379 – 417.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 13 mei 2015, opgenomen op p. 418 – 430.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 mei 2015, opgenomen op p. 437.