Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 maart 2015,
- de brief van ASR van 20 augustus 2015, met daarbij de aanvullende producties 20-25,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte uitlating,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 2 september 2015.
2.De feiten
Het doel van de gezondheidsverklaring is de geneeskundig adviseur van de verzekeraar in staat te stellen te adviseren of en op welke voorwaarden de aangevraagde verzekering door de verzekeraar kan worden geaccepteerd. Het is dan ook zeer belangrijk dat uw antwoordenjuist en volledigzijn, en dat dus ook ogenschijnlijk onbelangrijke klachten en medische consulten worden vermeld, ook als geen medische behandeling volgde of geen afwijkingen werden geconstateerd. (…).
ja □ nee
nee □ ja
In 1981 op 10-jarige leeftijd gevallen waardoor dubbele breuk aan linkerarm
Fortis ASR heeft uw antwoorden op de gestelde vragen op dit formulier en de cijferbijlage van de offerte nodig voor de juiste risicobeoordeling en premieberekening. Niet volledige of onjuiste beantwoording kan ertoe leiden dat de verzekeringnemer in geval van schade zijn recht op uitkering verliest.
Het is zeer belangrijk dat u alle vragen juist en volledig beantwoordt. (…). Vermeld al uw klachten, ook als u denkt dat deze niet belangrijk zijn of als u geen arts heeft bezocht. Wanneer u deze gezondheidsverklaring niet juist of onvolledig invult, is er sprake van verzwijging. Dit kan betekenen dat de verzekering vernietigbaar is en dat de verzekeraar een verzoek om premievrijstelling afwijst of een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of overlijden weigert.”
3 Uw gezondheidstoestand
nee
ja □ nee
nee □ ja
nee
Medische gegevens noodzakelijk voor uw verzekering
Vragen inzake de arbeidsongeschiktheid
nee
Met welke klachten heeft verzekerde zich arbeidsongeschikt gemeld?
Alsnog mijn excuses voor de vertraagde reactie.
voorgeschiedenis linkerknie vóór ingangsdatum polis ( [nummer] ):
Enige tijd geleden verzochten wij u een machtiging in te vullen waarmee u toestemming geeft aan onze medisch adviseur om informatie op te vragen bij uw huisarts. De informatie van uw huisarts is op 9 juli 2013 binnen gekomen en beoordeeld door onze medisch adviseur. Wij berichten u als volgt.
Artikel 3
Artikel 6
Geeft u of de verzekerde bewust verkeerde informatie? Of hebt u of de verzekerde bewust informatie niet gegeven? Dan vervalt het recht op een uitkering.”
In de brief van 7 augustus jl. van onze claimafdeling is aan u meegedeeld dat uw claim op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is afgewezen i.v.m. de geconstateerde verzwegen medische informatie m.b.t. uw knieklachten bij het aanvragen van de verzekering. Aangezien wij daarbij van mening zijn dat u dat bewust niet heeft opgegeven is tevens uw polis geroyeerd. Omdat hier opzet in het spel is, is uw dossier ook gemeld bij de fraudecoördinator voor het eventueel nemen van verdere maatregelen. Met deze brief delen wij u de uitkomsten daarvan mee.
(…).
Uw schikkingsvoorstel (…) houdt in dat wij ons beroep op opzettelijke misleiding intrekken en dat wij vermelding in het CBV en bij Stichting CIS intrekken dan wel niet doorgeven. Tevens dienen wij genoegen te nemen met gedeeltelijk premievrijstelling en gedeeltelijke teruggave van de door ons betaalde uitkeringen.
3.Het geschil in conventie
4.De beoordeling in conventie
aandoeningen van ledematen of gewrichten”. Aangezien knieën behoren tot gewrichten en niet aangevoerd of gebleken is dat [eiser] daar niet van op de hoogte was en daar ook niet van op de hoogte hoefde te zijn, had hij hieruit moeten begrijpen dat zijn eerdere knieproblemen voor ASR van belang waren. Dat geldt temeer daar ASR in de toelichting op die vragenlijst heeft vermeld dat het van belang was om juist en volledig te zijn, en dat “
dus ook ogenschijnlijk onbelangrijke klachten en medische consulten[moesten]
worden vermeld”. De rechtbank volgt [eiser] daarom niet in zijn standpunt dat hij, gelet op de algemene vraagstelling, geen melding hoefde te maken van zijn (volgens [eiser] zelf niet ernstige) knieklachten. Overigens overweegt de rechtbank dat ASR in de door [eiser] in 2009 ingevulde vragenlijst explicieter dan vier jaar eerder heeft gevraagd naar “
aandoeningen van (…) gewrichten (waaronder knie (…))”, en dat zij in de toelichting daarop wederom heeft opgenomen dat alle klachten moesten worden vermeld, “
ook als u denkt dat deze niet belangrijk zijn”, en: “
Let op! U moet ook een rubriek aankruisen als u: een huisarts (…) of arts heeft geraadpleegd”. Naar het oordeel van de rechtbank had [eiser] hieruit in ieder geval had kunnen – en moeten – begrijpen dat de eerder door hem ondervonden problemen aan zijn linkerkniegewricht voor ASR van belang konden zijn voor het aangaan of wijzigen van de overeenkomst. Dat [eiser] zich dit belang van ASR mogelijk niet daadwerkelijk heeft gerealiseerd, en/of zelf wellicht de conclusie had getrokken dat zijn kniegewricht inmiddels geheel genezen was, doet aan het voorgaande niet aan af. Naar het oordeel van de rechtbank is bovendien sprake van een feit dat tot een voor [eiser] ongunstiger beslissing zou hebben geleid, als ASR daarvan op de hoogte was geweest. ASR heeft immers gemotiveerd gesteld dat zij de verzekering alleen met een beperkende clausule zou hebben gesloten, als [eiser] de eerdere knieklachten had vermeld en de rechtbank volgt haar daarin (hetgeen nader zal worden overwogen in rechtsoverweging 4.13.) Daarom moet worden geoordeeld dat [eiser] een mededelingsplicht had ten aanzien van zijn linkerknie en dat hij die mededelingsplicht heeft geschonden. Aldus is sprake van verzwijging.
De leden van de fracties van de PvdA en de VVD vragen voorts wat in de zin van artikel 7.17.1.5 lid 1 moet worden verstaan onder «ontdekking» en hoe dit moet vaststaan. Zij vragen of dit al vaststaat in geval van een vermoeden of dat het klip en klaar moet vaststaan. (…). Deze leden menen (…) dat het voor de hand ligt dat het dossier over mogelijke verzwijging min of meer rond moet zijn.
Alsnog mijn excuses voor de vertraagde reactie”). Naar het oordeel van de rechtbank moet de ontvangst van die reactie als de ontdekking in de zin van artikel 7:929 BW worden beschouwd. ASR heeft [eiser] vervolgens bij brief van 7 augustus 2013 geïnformeerd over zijn niet-nakoming en de gevolgen die zij daaraan verbond, te weten opzegging van de verzekeringsovereenkomst met dadelijke ingang en terugvordering van de reeds betaalde uitkering. Dat is binnen de gestelde termijn van twee maanden en derhalve tijdig.
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in reconventie
7.De beslissing
23 december 2015voor het nemen van een nadere conclusie door [eiser] over hetgeen is vermeld onder 4.13., waarna ASR op de rol van zes weken daarna een antwoordconclusie kan nemen;