ECLI:NL:RBMNE:2015:7950
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke klachtprocedure
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van verweerder op haar brief van 13 augustus 2014, waarin zij een nieuwe klacht indiende en verzocht om heropening van het onderzoek naar een collega. De rechtbank had eerder op 20 februari 2015 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, maar na verzet op 17 september 2015 werd het verzet gegrond verklaard. De rechtbank heeft het onderzoek voortgezet en op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de brief van eiseres zowel een klacht als een verzoek om heropening van het onderzoek omvat. Verweerder heeft gesteld dat de rechtbank niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat een klachtprocedure geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb oplevert. De rechtbank volgt deze redenering en concludeert dat de kennisgeving van verweerder dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nieuw onderzoek, niet kan worden aangemerkt als een besluit. Hierdoor is er geen mogelijkheid voor eiseres om bezwaar of beroep in te stellen.
De rechtbank verklaart zich uiteindelijk onbevoegd om kennis te nemen van het beroep, omdat er geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter-Rijksen en is openbaar uitgesproken op 4 november 2015. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.