In deze zaak vorderde THP Beheer B.V. (hierna: Terra Trainingen) schadevergoeding van Stichting ROC Midden Nederland (hierna: ROC MN) vanwege de weigering van ROC MN om opleidingen te verzorgen voor een groep van 250 à 300 deelnemers. Terra Trainingen stelde dat ROC MN de nakoming van de raamovereenkomst had beëindigd door de inschrijving van deze deelnemers te weigeren. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat ROC MN niet verplicht was om alle aanmeldingen van Terra Trainingen te accepteren. De rechtbank concludeerde dat de gang van zaken, zoals door ROC MN beschreven, niet leidde tot een verplichting voor ROC MN om de opleidingen te verzorgen. Terra Trainingen had onvoldoende onderbouwd dat ROC MN in gebreke was gebleven. De rechtbank wees de vorderingen van Terra Trainingen af, omdat er geen sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelde verder dat de gevorderde schadevergoeding niet voor vergoeding in aanmerking kwam, omdat het gevorderde bedrag niet betrekking had op geleden verlies of gederfde winst, maar op gederfde omzet. Terra Trainingen werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van ROC MN, die op € 10.251,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 14 januari 2015.