ECLI:NL:RBMNE:2015:782

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 januari 2015
Publicatiedatum
11 februari 2015
Zaaknummer
C-16-361306 - HA ZA 14-77
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door THP Beheer B.V. tegen Stichting ROC Midden Nederland wegens weigering tot het verzorgen van opleidingen

In deze zaak vorderde THP Beheer B.V. (hierna: Terra Trainingen) schadevergoeding van Stichting ROC Midden Nederland (hierna: ROC MN) vanwege de weigering van ROC MN om opleidingen te verzorgen voor een groep van 250 à 300 deelnemers. Terra Trainingen stelde dat ROC MN de nakoming van de raamovereenkomst had beëindigd door de inschrijving van deze deelnemers te weigeren. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat ROC MN niet verplicht was om alle aanmeldingen van Terra Trainingen te accepteren. De rechtbank concludeerde dat de gang van zaken, zoals door ROC MN beschreven, niet leidde tot een verplichting voor ROC MN om de opleidingen te verzorgen. Terra Trainingen had onvoldoende onderbouwd dat ROC MN in gebreke was gebleven. De rechtbank wees de vorderingen van Terra Trainingen af, omdat er geen sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelde verder dat de gevorderde schadevergoeding niet voor vergoeding in aanmerking kwam, omdat het gevorderde bedrag niet betrekking had op geleden verlies of gederfde winst, maar op gederfde omzet. Terra Trainingen werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van ROC MN, die op € 10.251,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 14 januari 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/361306 / HA ZA 14-77
Vonnis van 14 januari 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THP BEHEER B.V.,
gevestigd te Vinkeveen,
eiseres,
advocaat: mr. M.P.A. Bos te Utrecht,
tegen
de stichting
STICHTIN ROC MIDDEN NEDERLAND,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat: mr. H.D.W. Hoekstra-Krosenbrink te Zeist.
Partijen zullen hierna Terra Trainingen en ROC MN genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 26 maart 2014;
  • de akte overleggen producties van de zijde van Terra Trainingen;
  • de akte overleggen producties van de zijde van ROC MN;
  • het proces-verbaal van comparitie van 17 september 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Terra Trainingen is een onderneming die zich aanvankelijk richtte op zogenoemd contractonderwijs en vanaf 2007 ook op bekostigd onderwijs voor lager opgeleiden.
2.2.
ROC MN is een regionaal opleidingscentrum.
2.3.
Terra Trainingen en ROC MN hebben, nadat zij al enkele jaren samenwerkten, in mei 2010 een raamovereenkomst gesloten voor de duur van een jaar. Deze overeenkomst eindigde van rechtswege op 1 mei 2011. De raamovereenkomst is niet formeel verlengd, wel hebben partijen vanaf 1 mei 2011 met elkaar samengewerkt.
2.4.
Partijen hebben in de eerste helft van 2013 gesproken over verdere uitbouw van hun samenwerking. In juni heeft ROC MN een conceptovereenkomst opgesteld. Over dit concept is niet gesproken of onderhandeld noch is overeenstemming over de inhoud ervan bereikt.
2.5.
De gemeente Drechtsteden heeft Terra Trainingen begin 2013 verzocht een opleiding te verzorgen voor een groep van 250 à 300 personen. In aansluiting op dit verzoek heeft Terra Trainingen op 18 juli 2013 aan ROC MN medegedeeld dat in september 2013 naar verwachting 250 à 300 personen aan een opleiding zouden gaan beginnen. ROC MN heeft tot 26 september 2013 niet op de mededeling van Terra Trainingen van 18 juli 2013 gereageerd. Bij brief van 26 september 2013 schreef ROC MN – voor zover van belang – het volgende aan Terra Trainingen:
“(…) Samen met Terra Trainingen heeft ROCMN een traject uitgevoerd voor de gemeente Drechtsteden met een positief resultaat. Het verzoek is nu hij ons terecht gekomen om het vervolg vorm te geven.
Het betreft hier een bekostigde AKA opleiding.
Voor het bekostigd onderwijs heeft de MBO raad op last van de minister afspraken gemaakt om dit in de regio te laten plaatsvinden. Dit levert efficiency winst op die weer ten goede kan komen aan het onderwijs. Het betreft hier de zogenaamde Macrodoelmatigheid afspraken.
We kunnen dit bekostigde onderwijs dus niet meer uitvoeren, dat is de algemene regel en afspraak als er een ROC in de buurt is dat hetzelfde AKA crebo uitvoert. Dan dient het uitgevoerd te worden door dit ROC. Voor ROCMN betekent dit dat de bestaande opleidingen die lopend zijn, aangeboden worden aan de ROC’s in de buurt en de trajecten worden overgedragen. Ook voor dit traject zou deze overdracht aan de orde kunnen zijn.
Bij Drechtsteden was er al sprake van 1 ROC die niet kan uitvoeren daarom ligt de vraag voor de uitvoering door ROCMN iets ingewikkelder. Er zijn daarom een aantal stappen die nodig zijn om te besluiten tot wel of niet uitvoeren;
- het CVB van ROCMN moet toestemming geven voor deze uitzondering
- er moeten schriftelijke afwijzingen zijn van omringende ROC’s
Daarnaast geldt ook voor dit traject dat het college waar het AKA traject onder valt toestemming moet geven voor uitvoering.
We begrijpen dat dit voor de klant (de gemeente) heel vervelend is om in deze onzekerheid te verkeren. Daarom is dit onderwerp met spoed geagendeerd bij het CVB. Zij bespreken dit volgende week.
We hopen zekerheid te hebben over dit traject rond half oktober. Tot die tijd starten we niet, worden er geen deelnemers ingeschreven en is ROCMN niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en uitvoering van het (bekostigd) onderwijs.
(…)”
2.6.
ROC MN heeft bij brief van 29 oktober 2013 aan Terra Trainingen medegedeeld dat zij de raamovereenkomst wenste te beëindigen per 4 mei 2014.

3.Het geschil

3.1.
Terra Trainingen vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van ROC MN tot betaling van:
I. € 1.498.750,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2013, althans vanaf 14 januari 2014, tot aan de dag der algehele voldoening;
II. € 1.306,80, inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis zijn voldaan.
3.2.
Terra Trainingen legt – samengevat – aan haar vordering ten grondslag dat ROC MN de nakoming van de gesloten overeenkomst, waarmee kennelijk wordt gedoeld op de raamovereenkomst, feitelijk heeft beëindigd, dan wel heeft opgeschort door de inschrijving van een groep van 250 à 300 personen te weigeren. De raamovereenkomst, althans de overeenkomst die ten grondslag ligt aan de voortgezette samenwerking, kwalificeert volgens Terra Trainingen als duurovereenkomst. Door de weigering van de hiervoor genoemde groep personen heeft ROC MN deze duurovereenkomst volgens Terra Trainingen beëindigd. Deze beëindiging heeft zonder enige reden en zonder inachtneming van enige opzegtermijn plaatsgevonden, aldus Terra Trainingen. In deze procedure vordert Terra Trainingen vergoeding van schade, bestaande uit gemiste marge, welke schade volgens Terra Trainingen € 1.498.750,00 bedraagt, en € 1.306,80 aan kosten voor het opmaken van de schadeberekening.
3.3.
ROC MN voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van de vorderingen en subsidiair tot afwijzing, althans toewijzing van een in goede justitie te bepalen bedrag zonder dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit zowel primair als subsidiair met veroordeling van Terra Trainingen in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis zijn voldaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt, wordt gevormd door het antwoord op de vraag of ROC MN gehouden is tot vergoeding van de door Terra Trainingen gestelde schade omdat ROC MN de inschrijving van een groep van 250 à 300 deelnemers heeft geweigerd en Terra Trainingen naar eigen zeggen als gevolg van die weigering geruime tijd geen andere deelnemers heeft kunnen acquireren.
4.2.
Terra Trainingen kan niet worden gevolgd waar zij lijkt te stellen dat op ROC MN de verplichting rustte alle personen die Terra Trainingen bij ROC MN aanmeldde voor een opleiding, te accepteren. Uit de door ROC MN beschreven, en door Terra Trainingen onvoldoende gemotiveerd betwiste, gang van zaken blijkt dat Terra Trainingen deelnemers aanmeldde bij ROC MN voor een opleiding, waarna ROC MN op grond van wet- en regelgeving – onder meer de Wet Educatie Beroepsonderwijs – diende te beoordelen of de verlangde opleiding kon worden verzorgd en ROC MN tot slot een offerte opmaakte en een opdracht verlangde om de opleiding te verzorgen. Deze opdracht diende volgens ROC MN te worden vastgelegd in een Onderwijs Overeenkomst, waarbij de deelnemer en ROC MN betrokken waren, en in een Praktijk Overeenkomst, waarbij de werkgever van de deelnemer partij was als leerbedrijf en opdrachtgever, ROC MN als opdrachtnemer en ten slotte de deelnemer en een betreffend Kenniscentrum. Eerst na het sluiten van deze overeenkomst(en) ontstaat volgens ROC MN een verplichting tot het verzorgen van onderwijs. Hieruit valt, zoals ROC MN ook aanvoert, af te leiden dat aanmelding door Terra Trainingen van een deelnemer niet zonder meer leidde tot een overeenkomst tussen partijen voor het verzorgen van een opleiding voor de deelnemer. Tegenover deze uitvoerig beschreven handelwijze ontbreekt een voldoende concrete nadere onderbouwing van de zijde van Terra Trainingen. Zij volstaat met de niet onderbouwde stelling dat het hier een opleiding van basisniveau 1 betrof, waarvoor ROC MN geen mensen kan weigeren. Dit is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat op ROC MN de verplichting kwam te rusten een opleiding te verzorgen op het moment dat Terra Trainingen bij e-mailbericht van 18 juli 2013 mededeelde dat te verwachten viel dat een groep van 250 à 300 personen een opleiding zou willen volgen omdat deze deelnemers volgens Terra Trainingen “in de pijplijn september 2013” zaten.
4.3.
Verder acht de rechtbank van belang dat Terra Trainingen stelt tot 26 september 2013 niets van ROC MN te hebben vernomen nadat zij bij e-mailbericht van 18 juli 2013 aan ROC MN heeft laten weten dat te verwachten viel dat een groep van 250 à 300 personen een opleiding zou willen vormen, terwijl deze groep personen volgens Terra Trainingen al op 1 september 2013 had behoren te beginnen met de opleiding. Niet gebleken is dat partijen voor 26 september 2013 hebben gesproken over concrete aantallen deelnemers, welke opleidingen deze deelnemers wilden volgen en over de wijze waarop ROC MN deze opleidingen diende te verzorgen. Bezien in dit licht en de hiervoor beschreven gebruikelijke gang van zaken, mocht Terra Trainingen er naar het oordeel van de rechtbank niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat ROC MN zonder meer de opleiding voor (deelnemers van) de groep zou verzorgen. Het verweer van ROC MN dat zij niet iedere opleidingsvraag altijd zal vervullen en per geval bekijkt of zij aan de vraag van de klant – in dit geval Terra Trainingen – kan voldoen, slaagt dan ook. Dit brengt mee dat geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst tussen partijen en dat Terra Trainingen daarom niet succesvol aanspraak kan maken op vergoeding van de door haar gestelde schade. Deze gestelde schade zou ook overigens niet voor vergoeding in aanmerking komen omdat het door Terra Trainingen gevorderde bedrag van € 1.498.750,00 niet ziet op geleden verlies of gederfde winst, maar op gederfde omzet.
4.4.
Of sprake is van een duurovereenkomst en zo ja, of deze op rechtsgeldige wijze is beëindigd, behoeft vanwege hetgeen hiervoor is overwogen geen beoordeling.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de gevorderde schadevergoeding dient te worden afgewezen. De nevenvorderingen ten aanzien van wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten delen dit lot.
4.6.
Terra Trainingen zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ROC MN worden begroot op € 10.251,00, bestaande uit € 3.829,00 aan griffierecht en € 6.422,00 (2,0 punten × tarief € 3.211,00) aan salaris advocaat.
4.7.
De nakosten, waarvan ROC MN betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Terra Trainingen in de proceskosten, aan de zijde van ROC MN tot op heden begroot op € 10.251,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Terra Trainingen, onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door ROC MN volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
  • € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
  • te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de exploitkosten van betekening van het vonnis
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J. van Maanen en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: CTH/4065