ECLI:NL:RBMNE:2015:778

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2015
Publicatiedatum
11 februari 2015
Zaaknummer
16.705080-14; 16.659010-15 (gevoegd ter terechtzitting)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot doodslag

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 februari 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot doodslag. De feiten vonden plaats op 8 mei 2014, toen het slachtoffer, [slachtoffer 1], werd ontvoerd in Hilversum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders [slachtoffer 1] in een Volkswagen Caddy hebben vervoerd en dat er vanuit deze auto op achtervolgende politieagenten is geschoten. Ondanks het aantreffen van DNA-sporen van de verdachte in de auto, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen direct bewijs was voor de actieve betrokkenheid van de verdachte bij de ontvoering of de poging tot doodslag. De verklaringen van getuigen en de resultaten van het onderzoek gaven geen duidelijkheid over de rol van de verdachte. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, inclusief de beschuldigingen van het voorhanden hebben van wapens en de verwerving van gestolen goederen. Tevens werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waarvoor zij schadevergoeding eisten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummers: 16.705080-14; 16.659010-15 (gevoegd ter terechtzitting)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 februari 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te [woonplaats], [adres].

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het onderzoek heeft, na aanvang op 16 oktober 2014 en voortzetting op 13 januari 2015, inhoudelijk plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 27 januari 2015, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. I.J.K. van der Meer, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van officier van justitie mr. M. Kamper en van de standpunten door de raadsvrouw van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
16.705080-14
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 mei 2014 tot en met 09 mei 2014 te Hilversum en/of Almere en/of Lelystad, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk wederrechtelijk
die [slachtoffer 1]
- vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- een of meerma(a)l(en) (met een pistool, althans een voorwerp) (op het hoofd) geslagen en/of
- ( vervolgens) met een stroomstootwapen geraakt waarbij/waarna (vervolgens) die [slachtoffer 1] ten val is gekomen en/of
- ( vervolgens) over de grond gesleept/getrokken en/of
- in een (bestel)auto gesleept/getrokken waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) met die (bestel)auto (met hoge snelheid) is/zijn weggereden en/of
- ( vervolgens) (in die (bestel)auto) een doek over het hoofd gelegd en/of
- ( in die (bestel)auto) de hand(en) en/of voet(en) vastgebonden en/of (vervolgens) met die [slachtoffer 1] gedurende een periode van ongeveer een halfuur in de (bestel)auto gereden.
2.
Primair
hij op of omstreeks 08 mei 2014 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (agent van politie Midden-Nederland) van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s), (terwijl hij/zij (met hoge snelheid) met een (bestel)auto over de Rijksweg A27 reed/reden en die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] in een opvallend dienstvoertuig (op korte afstand) achter verdachte en/of zijn mededader(s) reed/reden)
- de (achter)ruit uit die (bestel)auto geduwd/getrapt/geslagen en/of
- ( vervolgens) door de aldus ontstane opening (in de achterzijde van die (bestel)auto) met (een) vuurwapen(s) meermalen, althans eenmaal, (gericht) op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], althans op dat opvallend dienstvoertuig geschoten,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 08 mei 2014 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan (een) perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Midden-Nederland) en/of [slachtoffer 3] (agent van politie Midden-Nederland), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (terwijl hij/zij (met hoge snelheid) met een (bestel)auto over de Rijksweg A27 reed/reden en die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] in een opvallend dienstvoertuig (op korte afstand) achter verdachte en/of zijn mededader(s) reed/reden)
- de (achter)ruit uit die (bestel)auto heeft/hebben geduwd/getrapt/geslagen en/of
- ( vervolgens) door de aldus ontstane opening (in de achterzijde van die (bestel)auto) met (een) vuurwapen(s) meermalen, althans eenmaal, (gericht) op die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], althans op dat opvallend dienstvoertuig heeft/hebben geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 mei 2014 tot en met 09 mei 2014 te Hilversum en/of Almere en/of Lelystad, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een of meer (vuur)wapens van categorie II en/of III en/of munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft/hebben gehad.
16.659010-15
hij op of omstreeks 23 juni 2014 te Lelystad, althans in Nederland, een navigatiesysteem (merk Mio, type Spirit 380) en/of een rijbewijs (op naam van [A]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de aan verdachte bij parketnummer 16.705080-14 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 16.659010-15 ten laste gelegde feit (
schuldheling) wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte wegens gebrek aan bewijs vrij te spreken van het bij parketnummer 16.705080-14 onder 3 ten laste gelegde feit.
De officier van justitie heeft zich bij het voornoemde gebaseerd op de in het ter zitting overgelegde schriftelijke requisitoir omschreven gronden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van de aan verdachte bij parketnummer 16.705080-14 onder 1, 2 primair, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 16.659010-15 ten laste gelegde feit. De raadsvrouw heeft aldus verzocht verdachte integraal vrij te spreken.
De raadsvrouw heeft voornoemde standpunten verwoord in de ter zitting overgelegde pleitnota.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van parketnummer 16.705080-14 feit 1, feit primair en feit 2 subsidiair
Op grond van de stukken in het dossier stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer 1] in de nacht van 8 mei 2014 op 9 mei 2014 in Hilversum door meerdere mannen is ontvoerd en dat hij door de daders in een rode Volkswagen Caddy is vervoerd van Hilversum naar Lelystad. Tijdens de rit naar Lelystad is vanuit de Volkswagen Caddy op de achtervolgende politieauto geschoten. De Volkswagen Caddy en [slachtoffer 1], die onder het bloed zat, werden die nacht door de politie aangetroffen in Lelystad in de wijk de Archipel.
De rechtbank twijfelt niet aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangever [slachtoffer 1] op het punt van zijn ontvoering. Wel bestaat bij de rechtbank op basis van de overige inhoud van het dossier de indruk dat [slachtoffer 1] geen openheid van zaken heeft gegeven over een mogelijk motief voor zijn ontvoering en over wie in dat kader als dader bij zijn ontvoering betrokken zou(den) kunnen zijn geweest. Daardoor blijft de context waarin de ontvoering heeft plaatsgevonden en hetgeen zich precies in de betreffende nacht heeft afgespeeld voor de rechtbank onduidelijk.
Het aantreffen van een DNA mengprofiel van minimaal vier personen, waarbij het DNA profiel van verdachte overeenkomt met de aangetroffen DNA nevenkenmerken (echter zonder dat een matchkans kan worden berekend) op het laken dat in de laadruimte van de Volkswagen Caddy hing en het aantreffen van mengprofielen van minimaal drie, vier en twee personen op het stuur, de versnellingspook en de handrem van de Volkswagen Caddy, waarbij het DNA profiel van verdachte overeenkomt met de aangetroffen DNA kenmerken (echter zonder dat een matchkans kan worden berekend, maar waarbij ten aanzien van het stuur wel sprake is van een verbaal toegekende bewijswaarde richting verdachte), roept zonder meer vragen op over het bestaan van enige betrokkenheid van verdachte bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer 1], zoals tenlastegelegd onder feit 1 en bij de poging tot doodslag dan wel poging tot zware mishandeling van de agenten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], zoals tenlastegelegd onder feit 2. Rechtstreeks bewijs waaruit de actieve bijdrage van verdachte bij het plegen van deze feiten volgt ontbreekt echter in de stukken van het dossier. De door getuigen afgelegde verklaringen, de in het dossier genoemde signalementen van de daders en de resultaten van het onderzoek naar de historische verkeersgegevens en zendmastgegevens leveren dit rechtstreekse bewijs niet. Niet kan worden uitgesloten dat verdachte op enig ander moment dan het moment van de ontvoering met de Volkswagen Caddy in aanraking is gekomen. Aldus kan niet vastgesteld worden dat verdachte, samen met mededaders, die [slachtoffer 1] in Hilversum met geweld in de Volkswagen Caddy heeft gezet. Evenmin kan worden vastgesteld dat verdachte in de Volkswagen Caddy heeft gezeten gedurende de rit van Hilversum naar Lelystad, toen er vanuit die auto werd geschoten.
Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, al dan niet in de vorm van een nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen.
Gelet hierop zal de rechtbank verdachte van feit 1, feit 2 primair en feit 2 subsidiair vrijspreken.
Vrijspraak van parketnummer 16.705080-14 feit 3
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat er geen bewijs in het dossier aanwezig is voor het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit nu er gedurende het onderzoek geen wapens en munitie zijn aangetroffen. De rechtbank zal verdachte daarom van feit 3 vrijspreken.
Vrijspraak van feit onder parketnummer 16.659010-15
De rechtbank overweegt dat het navigatiesysteem en het rijbewijs weliswaar in de woning van verdachte zijn gevonden en dat verdachte heeft verklaard dat hij deze goederen in zijn bezit had, maar dat op basis van de inhoud van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen van die goederen wist dan wel had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank zal verdachte daarom ook van dit feit vrijspreken.

5.BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de in beslag genomen schoudertas en het in beslag genomen mes terug te geven aan de verdachte, om het in beslag genomen rijbewijs terug te geven aan de uitgevende instantie en om het in beslag genomen navigatiesysteem terug te geven aan de rechtmatige eigenaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van het beslag geen opmerkingen gemaakt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst vermelde schoudertas en het in het nachtkastje aangetroffen mes, aangezien deze goederen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
De rechtbank zal de teruggave aan de rechtmatige eigenaar gelasten van het op de beslaglijst vermelde navigatiesysteem, Mio Spirit.
De rechtbank zal de teruggave aan de uitgevende instantie gelasten van het op de beslaglijst vermelde rijbewijs op naam van [A].

6.DE BENADEELDE PARTIJEN

Voor aanvang van de terechtzitting hebben [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich als benadeelde partijen in dit geding gevoegd en ieder een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte bij parketnummer 16.705080-14 onder 2 ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door elk van de benadeelde partijen begroot op een bedrag van € 1.500,00 ter zake van immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de door de benadeelde partijen ingediende vorderingen tot schadevergoeding, inclusief de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren gelet op de door de verdediging bepleite vrijspraak.
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dienen in de door hen afzonderlijk ingediende vorderingen tot schadevergoeding niet-ontvankelijk te worden verklaard nu de verdachte van het hem bij parketnummer 16.705080-14 onder 2 primair en
2 subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

7.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen hetgeen bij parketnummer 16.705080-14 onder feit 1, feit 2 primair, feit 2 subsidiair en feit 3 en onder parketnummer 16.659010-15 aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Beslag
- gelast de teruggave aan de verdachte van de op de beslaglijst vermelde schoudertas en het mes;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het op de beslaglijst vermelde navigatiesysteem, Mio Spirit;
- gelast de teruggave aan de uitgevende instantie van het op de beslaglijst vermelde rijbewijs op naam van [A];
Benadeelde partij
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout en
mr. F.C. Burgers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2015.