Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.De stukken
10 juni 2014;
10 april 2015 en 16 september 2015, telkens opgemaakt door [A] , werkzaam als reclasseringswerker bij GGZ-IrisZorg TBS-unit Arnhem-Nijmegen;
2.De procesgang
3.Het standpunt van de reclassering
Deskundige [A] heeft ter terechtzitting van 23 september 2015 en 19 oktober 2015 het advies van GGZ-IrisZorg nader toegelicht. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven - als volgt.
In deze rechterlijke machtiging zijn de voorwaarden opgenomen die zijn genoemd in het verlengingsadvies TBS-maatregel van [A] van 29 juli 2015.
Voornoemde deskundige adviseert de rechtbank de vordering tot verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling af te wijzen.
4.Het standpunt van de psychiater
Als voorwaarde voor een zorgvuldige overgang vanuit de behandelsituatie van [terbeschikkinggestelde] naar een behandelsituatie bij de GGZ, acht T. den Boer een rechterlijke machtiging van belang. Bij eventuele psychische instabiliteit kan dan tijdig worden ingegrepen door een (kortdurende) stabiliserende klinische opname.
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.De beoordeling
Uit de rapporten en toelichting die reclasseringswerker [A] daarop heeft gegeven, volgt dat een dergelijk kader niet per se hoeft te bestaan uit de maatregel terbeschikkingstelling, maar dat een rechterlijke machtiging daartoe ook voldoende garantie biedt. De rechtbank heeft in dit kader gelet op de op 8 oktober 2015 door de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem afgegeven voorlopige rechterlijke machtiging.
8.De beslissing
mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier
mr. D.A. Groenevelt-Timmer en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 oktober 2015.