ECLI:NL:RBMNE:2015:7599
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak wegens vermeende vooringenomenheid
Op 20 oktober 2015 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. L. de Leon. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, de behandelend rechter in een strafzaak met parketnummer 16/115439-15. Verzoeker stelde dat de gewraakte rechter vooringenomen was, omdat zij weigerde verbalisant [verbalisant] als getuige op te roepen en te horen. Dit verzoek was gedaan in het kader van de strafzaak tegen verzoeker, waarin hij betwistte dat de aanhouding correct was verlopen.
De procedure begon met een mondeling wrakingsverzoek op 17 september 2015, waarbij mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen niet aanwezig was. De officier van justitie, mr. R. Leuven, had ook afwezig bericht. De wrakingskamer heeft de zaak op 6 oktober 2015 openbaar behandeld. In de beoordeling van het wrakingsverzoek werd artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens in acht genomen. De wrakingskamer concludeerde dat de enkele afwijzing van het verzoek om een getuige te horen niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid.
De wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor het oordeel dat de gewraakte rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koesterde. De beslissing van de gewraakte rechter om het verzoek tot het horen van de getuige af te wijzen, werd niet als een indicatie van vooringenomenheid beschouwd. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en droeg de griffier op om deze beslissing aan alle betrokken partijen toe te zenden. De procedure van verzoeker met parketnummer 16/115439-15 dient voortgezet te worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.