ECLI:NL:RBMNE:2015:7587

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 oktober 2015
Publicatiedatum
20 oktober 2015
Zaaknummer
16/703112-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrifte en passieve omkoping door werkmeester van Reclassering Nederland

In deze zaak is de verdachte, als werkmeester in dienst van Reclassering Nederland, beschuldigd van valsheid in geschrifte en passieve omkoping. De verdachte heeft samen met een collega-werkmeester urenlijsten valselijk ingevuld en taakgestraften met geld hun taakstraf laten afkopen. Dit gebeurde in de periode van 20 september 2013 tot en met 8 november 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn plicht als ambtenaar heeft verzaakt door eigen gewin na te streven en de aan hem opgedragen taak niet naar behoren uit te voeren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarbij de ernst van de feiten en het ondermijnen van het vertrouwen in de ambtenarij zwaar zijn meegewogen. De verdachte heeft erkend zich schuldig te hebben gemaakt aan het afkopen van taakstraffen en heeft verklaard dat hij hiervoor geld ontving. De rechtbank heeft de verdachte als volledig toerekeningsvatbaar beschouwd, ondanks de vastgestelde psychische problemen. De uitspraak is gedaan op 20 oktober 2015.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/703112-13 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 20 oktober 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1958] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 april 2014, 23 december 2014, 2 juni 2015, 29 september 2015 en 6 oktober 2015.
De zitting van 6 oktober 2015 is beperkt tot het sluiten van het onderzoek ter terechtzitting.
De verdachte is, met uitzondering van 6 oktober 2015, steeds in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. N.J.H. Lina, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
De zaak van verdachte is gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de zaak van de medeverdachte [medeverdachte] .

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 23 december 2014 en op de zitting van 29 september 2015 gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijzigingen, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. zich in de periode van 20 september 2013 tot en met 8 november 2013 samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte;
2. zich in de periode van 8 mei 2013 tot en met 8 november 2013 als ambtenaar samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan het aannemen van giften en beloften, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden worden teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten en/of
zich in de periode van 8 mei 2013 tot en met 8 november 2013 als ambtenaar samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan het aannemen van giften en beloften, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden worden ten gevolge van of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak gevraagd voor het onder 2 ten laste gelegde feit, omdat dit feit naar de mening van de verdediging niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht, en heeft zich met betrekking tot feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen
4.3.1.1 Start onderzoek 096TAAK
Op 29 juli 2013 verklaarde getuige [getuige 1] dat hem bekend was geworden dat een taakgestrafte door [verdachte] benaderd zou zijn met de vraag of hij zijn werkstraf wilde afkopen. [1] Getuige [getuige 1] verklaarde voorts dat hij op 24 juli 2013 informatie had ontvangen dat in een schaftkeet was gesproken over een taakgestrafte, die binnenkort zijn taakstraf moest uitvoeren, waarschijnlijk wel in [woonplaats] geplaatst zou worden en dat hij daar wel zijn taakstraf kon afkopen. [2]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij vóór 22 juli 2013 van [A] had gehoord dat hij was veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, dat hij, getuige, op 22 juli 2013 in een werkkeet in Culemborg van [B] , die samen met [A] een sportschool heeft, had gehoord dat [A] die taakstraf wel zou afkopen. [3] Getuige [getuige 2] heeft tevens verklaard dat hij 3 weken voor 22 juli 2013 op een vrijdag werkzaam was in [woonplaats] , dat een taakgestrafte [C] naar hem toekwam, dat [C] hem vertelde dat [verdachte] hem had aangesproken en hem had gevraagd of hij, [C] , zijn taakstraf niet wilde afkopen. [4]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 22 juli 2013 samen met [getuige 2] in een werkkeet te Culemborg zat, dat er twee mannen langs kwamen, dat hij één van de mannen hoorde praten over een man genaamd [A] , dat die [A] een sportschool had, dat die [A] zijn taakstraf weer in [woonplaats] zou gaan doen en dat die [A] de taakstraf wel weer af zou kopen. [5]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat taakgestrafte [D] tijdens een intakegesprek opvallend zijn voorkeur voor het project in [woonplaats] had uitgesproken, en dat deze taakgestrafte van 28 oktober 2013 tot en met 5 november 2013 een taakstraf van 50 uren moest uitvoeren. [6]
De getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] zijn werkzaam bij ReclasseringNederland, regio Utrecht-Arnhem, als respectievelijk hoofd bedrijfsbureau, werkmeester en projectbeheerder. [7]
Daarnaast werd tevens meerdere TCI informatie ontvangen inhoudende dat bij verdachte taakstraffen konden worden afgekocht.
Besloten werd een nader onderzoek in te stellen [8] met dossiernaam 096TAAK. [9]
4.3.1.2 Urenlijst taakstraf van taakgestrafte [A]
Aan [A] is bij vonnis van 23 oktober 2012 een taakstraf van 30 uren opgelegd, waarvan na aftrek 22 uren resteerden. Volgens de Overeenkomst werkstraf diende de taakgestrafte deze werkstraf op 20 september 2013, 27 september 2013 en 4 oktober 2013 te vervullen op het groepsproject [groepsproject] , waarbij [verdachte] de contactpersoon was (Rechtbank: waar hier en hierna van [verdachte] wordt gesproken is dit dezelfde persoon als verdachte [verdachte] ). [10]
Op vrijdag 20 september 2013 werd door de contactpersoon op het reclasseringsproject te [woonplaats] aanvankelijk gemeld dat de taakgestrafte [A] zich niet had gemeld om 08:00 uur. Omstreeks 10:03 uur werd [A] gezien bij zijn auto op de [adres] te [woonplaats] ter hoogte van zijn sportschool.
Omstreeks 12:40 uur werd gemeld dat werkmeester [verdachte] telefonisch aan de afdeling planning van de reclassering had doorgegeven dat [A] aanwezig was op het reclasseringsproject. Om 14:46 uur stond de auto van [A] geparkeerd ter hoogte van de [adres] te [woonplaats] . [11]
Op vrijdag 27 september 2013 omstreeks 08:25 uur stond de auto van [A] geparkeerd op de Maasstraat te Utrecht. Om 09:00 uur werd door het observatieteam gemeld dat [A] naar de locatie [adres] was gegaan en de sportschool had geopend. [A] was die dag aanvankelijk als ongeoorloofd afwezig gemeld op het project te [woonplaats] . Later werd gemeld dat [A] zich op het project had gemeld. Omstreeks 13:30 uur werd [A] door het observatieteam gezien achter de bar van zijn sportschool aan de [adres] te [woonplaats] . [12]
Op vrijdag 4 oktober 2013 omstreeks 09:00 werd doorgegeven dat het observatieteam had gezien dat [A] die dag zijn woning had verlaten, naar zijn sportschool was gereden en daar op dat moment aan het werk was. Door de contactpersoon op het reclasseringsproject te [woonplaats] , [getuige 3] , werd aangegeven dat [A] zich niet had gemeld om 08:00 uur, maar dat de dienstdoende werkmeester hem wel als aanwezig had doorgegeven. Om 10:30 uur bevond [A] zich achter de balie van zijn sportschool. [13]
Volgens de urenlijst werkstraf van [A] heeft deze taakgestrafte op 20 september 2013, 27 september 2013 en 4 oktober 2013, respectievelijk 8, 6 en 8 uur gewerkt. [14] Achter de data staan parafen van de taakgestrafte [A] [15] en van de contactpersoon [verdachte] . [16] [verdachte] heeft verklaard dat de betreffende urenlijst door hem en door [medeverdachte] , beiden werkmeester, is ondertekend [17] . Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de urenlijst is ondertekend door de werkmeesters [verdachte] en [medeverdachte] en dat hij, getuige, deze handtekening van beiden herkent. [18]
Taakgestrafte [A] heeft verklaard dat hij op 20 september 2013, 27 september 2013 en 4 oktober 2013 niet heeft gewerkt op het project en dat hij ook niet op een andere dag heeft gewerkt. [19]
4.3.1.3 Urenlijst taakstraf van taakgestrafte [D]
Aan [D] is bij vonnis van 2 mei 2013 een taakstraf van 50 uren opgelegd. Volgens de overeenkomst werkstraf diende de taakgestrafte deze werkstraf op 28 oktober 2013 tot en met 5 november 2013 te vervullen op het groepsproject [groepsproject] , waarbij [verdachte] de contactpersoon was. [20] [medeverdachte] heeft verklaard dat de middelste handtekening op deze overeenkomst (Rechtbank: de handtekening bij de naam [verdachte] ) van hem afkomstig is. [21]
Op maandag 28 oktober 2013 zijn er rond de woning van taakgestrafte [D] en ter plaatse van het groepsproject geen relevante waarnemingen gedaan. [22]
Op 4 november 2013 werd taakgestrafte [D] niet gesignaleerd op het groepsproject te Maarsen bij een observatie tussen 07:45 en 11:00 uur. [23] Ook bij een observatie op 5 november 2013 tussen 07:50 en 09:15 werd de betreffende taakgestrafte niet gesignaleerd op het groepsproject. [24]
Op alle dagen waarop [D] was ingepland voor het uitvoeren van zijn taakstraf, werd hij door de werkmeester [medeverdachte] als aanwezig gemeld. Alleen op 5 november 2013 werd hij, nadat hij aanvankelijk aanwezig was gemeld, nadien toch afwezig gemeld bij de afdeling planning van de reclassering. De afdeling planning maakte vervolgens met de taakgestrafte [D] de afspraak dat hij de 2 gemiste uren zou inhalen op woensdag 6 november 2013.
Volgens de urenlijst werkstraf van [D] heeft deze taakgestrafte op 28 oktober 2013, 29 oktober 2013, 30 oktober 2013, 31 oktober 2013, 1 november 2013 en 4 november 2013 steeds 8 uur per dag gewerkt, en op 6 november 2013 2 uur. [25]
[medeverdachte] heeft verklaard dat de parafen achter de data waarop volgens de urenlijst is gewerkt op 28 oktober 2013, 1 november 2013 en 4 november 2013 afkomstig zijn van [verdachte] , en op 29 oktober 2013, 30 oktober 2013, 31 oktober 2013 en 6 november 2013 afkomstig zijn hem, [medeverdachte] [26] , en dat de handtekeningen onderaan de urenlijst afkomstig zijn van [verdachte] en van hem, [medeverdachte] . [27]
[verdachte] heeft verklaard dat de parafen achter de data 28 oktober 2013, 1 november 2013 en 4 november 2013 van hem, [verdachte] , afkomstig zijn [28] en dat de parafen achter de data 29 oktober 2013, 30 oktober 2013, 31 oktober 2013 en 6 november 2013 afkomstig zijn van [medeverdachte] . De handtekeningen onderaan de urenlijst zijn afkomstig van [medeverdachte] en van hem, [verdachte] . [29]
Taakgestrafte [D] heeft verklaard dat de handtekeningen in de kolom ‘cliënt’ van hem afkomstig zijn. [30]
[verdachte] heeft verklaard dat taakgestrafte [D] op 28 oktober 2013, 29 oktober 2013 en 4 november 2013 niet op het project te [woonplaats] aanwezig was, maar dat hij en [medeverdachte] wel hebben getekend voor zijn aanwezigheid. [31]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de urenlijst is ondertekend door de werkmeesters [verdachte] en [medeverdachte] en dat hij, getuige, de handtekening van beiden herkent. [32]
4.3.1.4 Afkopen taakstraffen
[verdachte] heeft verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het afkopen van taakstraffen, dat hij daarvoor geld ontving, misschien € 200,00 of € 300,00 of € 500,00, dat hij dit samen met [medeverdachte] heeft gedaan, en dat zij de bedragen zijn gaan delen. [33] [verdachte] heeft tevens verklaard dat een Turk hen had benaderd en zijn taakstraf voor
€ 700,00 of € 800,00 had afgekocht, en dat [E] zijn taakstraf had afgekocht voor € 400,00 en dat hij dit bedrag had gedeeld met [medeverdachte] . Op de vraag wanneer taakgestraften wat konden regelen met zijn collega [medeverdachte] en hem, verklaarde [verdachte] dat hij dan keek naar de betrouwbaarheid van de taakgestrafte, dat de taakgestrafte niet zijn mond voorbij moest praten en naar de inlichtingendienst moest lopen om hem en [medeverdachte] te verraden. [34]
Op de vraag hoe vaak hij zich heeft laten omkopen, heeft [verdachte] verklaard dat hij dat niet meer weet, dat het tien keer zou kunnen zijn, en dat het op een gegeven moment automatisch ging en dat het gewoon werd. De taakgestrafte [A] heeft volgens [verdachte] € 150,00 of € 200,00 betaald voor het afkopen van zijn taakstraf. [35]
Bij de rechter-commissaris heeft [verdachte] verklaard dat hij bij zijn bekennende verklaring blijft, dat hij schoon schip wilde maken en dat hij schoon schip heeft gemaakt. [36]
4.3.2
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem ten laste is gelegd.
De stelling van de verdediging dat de op 15 januari 2014 door verdachte afgelegde verklaring door de rechtbank moet worden gelezen en geïnterpreteerd met in het achterhoofd dat verdachte zich op die dag niet lekker voelde en zich het verhoor nauwelijks herinnert, vindt geen gehoor bij de rechtbank, gelet op de inhoud van het proces-verbaal van verhoor van 15 januari 2014 en op de verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris op 17 januari 2014.
Ambtshalve overweegt de rechtbank dat het begrip ‘ambtenaar’ in artikel 363 van het Wetboek van Strafrecht aldus dient te worden uitgelegd dat daaronder tevens dient te worden begrepen een werkmeester als verdachte, als degene die onder toezicht en verantwoording van de overheid is aangesteld in een functie waaraan een openbaar karakter niet kan worden ontzegd. Voor deze opvatting vindt de rechtbank steun in het arrest van de Hoge Raad van 30 mei 1995 (NJ 1995/620; ECLI:NL:HR:1995:ZD0179).

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
hijop een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 20 september 2013 tot en met 8 november 2013, te Maarssen en/of te Utrecht, althans in de provincie Utrecht,
tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal, (telkens
)(een)urenlijst
(en
)Taakstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbend op taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] , te weten onder meer:
-
(een
)urenlijst
(en)taakstraf ten name van taakgestrafte [A] en
/of
-
(een
)urenlijst
(en)taakstraf ten name van taakgestrafte [D]
zijnde
(een)geschrift
(en
) dat/die bestemd
is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen (voor Reclassering Nederland dat de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt dat op het formulier stond vermeld aan aantal uren dat die taakgestrafte diende te werken
(in een bepaalde periode
)en
/ofwanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en
/ofdat het voormelde door verdachte die als
taakgestraftebegeleider/werkmeester werkzaam was op het taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] was geconstateerd en gecontroleerd) valselijk heeft
/hebbenopgemaakt
of vervalst, met het oogmerk om
dat/die geschrift
(en
)als echt en onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken, door
(telkens
)opzettelijk valselijk en
/ofin strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde
/vermeldetaakgestrafte
(telkens
)schriftelijk te verklaren
/vermelden
-dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt op het Groepsproject [groepsproject] dan de taakgestrafte in werkelijkheid had gewerkt en
/of
-dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op (een) bepaalde dag(en) had gewerkt, terwijl dit niet het geval was en
/of
-verdachte en/of zijn mededader
(vervolgens)telkens die urenlijsten taakstraf ten name van voormelde taakgestraften had(den) ondertekend als ware zij overeenkomstig de waarheid ingevuld;
2.
hijop een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 8 mei 2013 tot en met 8 november 2013 te Maarssen en/of Utrecht, althans in de provincie Utrecht, als ambtenaar, te weten als werkmeester
en/of begeleider taakstraffen, op het taakstrafproject voor taakgestraften Groepsproject [groepsproject] , van de Reclassering Nederland, tezamen en in vereniging met een ander (ambtenaar [medeverdachte] )
althans alleen,(telkens) een gift
en/of belofte en/of een dienst, te weten
(een)geldbedrag
(en
)van een
(aantal
)taakgestrafte
(n
),te weten onder meer [A] en/of [D] , die onder zijn en
/ofzijn mededaders
leiding/begeleiding een aan
(hen
)opgelegde taakstraf op het taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] diende
(n
)uit te voeren) heeft aangenomen, wetende
of redelijkerwijs vermoedendedat deze hem en
/ofzijn mededader (telkens) gedaan
en/of verleend en/of aangebodenwerd
(en
), teneinde
hem/hen te bewegen om, in strijd met zijn, verdachtes, plicht en
/of zijnverdachtes mededaders plicht en
/ofin
zijn/hun bediening iets te doen en/of na te laten
en/of tengevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in strijd met zijn, verdachtes, plicht en
/of zijnverdachtes mededaders plicht, in zijn huidige bediening
of vroegere bediening isgedaan en/of nagelaten, bestaande het doen of nalaten in strijd met zijn verdachtes plicht en
/of zijnverdachtes mededaders plicht (telkens) hierin dat hij en
/ofzijn mededader meermalen althans eenmaal:
-aan de afdeling planning van de reclassering,
althans aan degene die de aanwezigheid van de taakgestraften op het project diende te controleren,telefonisch door te geven dat [D] en
/of[A] aanwezig
zouden zijnwaren op het Groepsproject [groepsproject] terwijl dit in werkelijkheid niet zo was en
/of
-op
(een)urenlijst
(en
)taakstaf (ten name van [D] en
/of[A]
) invullen, dat de taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt (op
het Groepsproject [groepsproject] ) dan de taakgestrafte in werkelijkheid had
gewerkt en
/of
-op
(een)urenlijst
(en
)taakstraf (ten name van [D] en
/of[A]
) invullen, dat de taakgestrafte op
eenbepaalde dag
(en
)had gewerkt
(op Groepsproject [groepsproject] ), terwijl dit niet het geval was en
/of
-
(vervolgens)(telkens) die urenlijst
(en
)taakstraf ten name van voormelde
taakgestrafte
(n
)ondertekenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
1.
het medeplegen van valsheid in geschrift;
2.
het medeplegen van als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten
en/of
het medeplegen van als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige bediening is gedaan of nagelaten.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft kennis genomen van het Pro Justitia Rapport van 23 juli 2014, opgemaakt door mr. drs. R.A. Sterk, klinisch psycholoog.
Het rapport vermeldt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geest in de vorm van een aanpassingsstoornis met angstige en depressieve stemming. Deze stoornis bestond nog niet ten tijde van het tenlastegelegde. Voorts is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van beperkte intellectuele capaciteiten op zwakbegaafd niveau. De persoonlijkheid van verdachte kenmerkt zich door ontwijkende trekken, maar dit gaat niet zover dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling.
Verdachte moet in staat worden geacht om de wederrechtelijkheid van het ten laste gelegde in te kunnen zien en hij moet ook in staat worden geacht om zijn wil overeenkomstig bovengenoemd inzicht in vrijheid te kunnen bepalen.
De deskundige adviseert om verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde - indien bewezen - volledig toerekeningsvatbaar te achten.
De rechtbank maakt de conclusie van voornoemde deskundige tot de hare.
Aangezien er geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit, is verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan vier (4) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaren.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft voor het onder 2 ten laste gelegde feit vrijspraak bepleit.
De verdediging acht de strafeis buitensporig hoog en heeft in dat verband gevraagd om een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, dan wel om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die niet langer is dan het aantal dagen dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten.
Voorts heeft de verdediging verzocht om opheffing van het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte, als werkmeester in dienst van Reclassering Nederland, heeft zich samen met een collega-werkmeester schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte en passieve omkoping door taakgestraften. Daartoe heeft verdachte samen met zijn collega de urenlijsten valselijk ingevuld en taakgestraften met geld hun taakstraf laten afkopen.
Verdachte is daarbij uitgegaan van eigen gewin en is volledig voorbij gegaan aan zijn plicht om als ambtenaar de aan hem opgedragen taak uit te voeren, te weten de executie van de door een politierechter of een meervoudige strafkamer van de rechtbank opgelegde werkstraf.
In een rechtsstaat moeten de burgers er op kunnen vertrouwen dat ambtenaren, en ook zij die als ambtenaar in de zin van het Wetboek van Strafrecht worden beschouwd, hun taak zorgvuldig en correct verrichten. De ambtenaren dienen integer te handelen en daarmee is per definitie strijdig dat strafbare handelingen zoals deze worden gepleegd. Dergelijk gedrag ondermijnt het vertrouwen in de ambtenarij en de loyaliteit ten aanzien van gezag en regelgeving.
De rechtbank rekent verdachte zijn handelen dan ook zeer zwaar aan en acht alleen een gevangenisstraf op zijn plaats. Dat verdachte een blanco strafblad heeft, doet daar niet aan af.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat om verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden, met aftrek van de dagen die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47, 56, 57, 225 en 363 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart bewezen het ten laste gelegde onder 1. en 2., zodanig als hiervoor onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
1.
het medeplegen van valsheid in geschrift;
2.
het medeplegen van als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten
en/of
het medeplegen van als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan of nagelaten.
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.A.A. van Kalveen, voorzitter,
mrs. A.R. Creutzberg en G.A. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 oktober 2015.
Mr. G.A. Bos is verhinderd het vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt na wijzigingen ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 september 2013 tot en met 8 november 2013, te [woonplaats] en/of te Utrecht,, althans in de provincie Utrecht,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)(een)urenlijst(en) Taakstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbend of taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] , te weten onder meer:
- ( een) urenlijst(en) taakstraf ten name van taakgestrafte [A] en/of
- ( een) urenlijst(en) taakstraf ten name van taakgestrafte [D]
zijnde (een) geschrif(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen (voor Reclassering Nederland dat de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt dat op het formulier stond vermeld aan aantal uren dat die taakgestrafte diende te werken (in een bepaalde periode) en/of wanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en/of dat het voormelde door verdachte die als
taakgestraftebegeleider/werkmeester werkzaam was op het taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] was geconstateerd en gecontroleerd) valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde/vermelde taakgestrafte (telkens) schriftelijk te verklaren/vermelden
-dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt op het Groepsproject [groepsproject] dan de taakgestrafte in werkelijkheid had gewerkt en/of
-dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op (een) bepaalde dag(en) had gewerkt, terwijl dit niet het geval was en/of
-verdachte en/of zijn mededader (vervolgens) telkens die urenlijsten taakstraf ten name van voormelde taakgestraften had(den) ondertekend als ware zij overeenkomstig de waarheid ingevuld;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 8 november 2013 te [woonplaats] en/of Utrecht, althans in de provincie Utrecht, als ambtenaar, te weten als werkmeester en/of begeleider taakstraffen, op het taakstrafproject voor taakgestraften Groepsproject [groepsproject] , van de Reclassering Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,(ambtenaar [medeverdachte] ) althans alleen, (telkens) een gift en/of belofte en/of een dienst, te weten (een) geldbedrag(en) van een (aantal) taakgestrafte(n),te weten onder meer [A] en/of [D] , die onder zijn en/of zijn mededaders leiding/begeleiding een aan (hen) opgelegde taakstraf op het taakstrafproject Groepsproject [groepsproject] diende(n) uit te voeren) heeft aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem en/of zijn mededader (telkens) gedaan en/of verleend en/of aangeboden werd(en), teneinde hem/hen te bewegen om, in strijd met zijn, verdachtes, plicht en/of zijn verdachtes mededader's plicht en/of in zijn/hun bediening iets te doen en/of na te laten en/of tengevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in strijd met zijn, verdachtes, plicht en/of zijn verdachtes mededader's plicht, in zijn huidige bediening of vroegere bediening is gedaan en/of nagelaten, bestaande het doen of nalaten in strijd met zijn verdachtes plicht en/of zijn verdachte's mededaders's plicht (telkens) hierin dat hij en/of zijn mededader meermalen althans eenmaal:
-aan de afdeling planning van de reclassering, althans aan degene die de aanwezigheid van de taakgestraften op het project diende te controleren, telefonisch door te geven dat [D] en/of [A] aanwezig zouden zijn op het Groepsproject [groepsproject] terwijl dit in werkelijkheid niet zo was en/of
-op (een)urenlijst(en) taakstaf (ten name van [D] en/of [A]
) invullen, dat de taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt (op
het Groepsproject [groepsproject] ) dan de taaksgestrafte in werkeljkheid had
gewerkt en/of
-op (een) urenlijst(en) taakstraf (ten name van [D] en/of [A]
) invullen , dat de taakgestrafte op een bepaalde dag(en) had gewerkt
(op Groepsproject [groepsproject] ), terwijl dit niet het geval was en/of
-(vervolgens) (telkens) die urenlijst(en) taakstraf ten name van voormelde
taakgestrafte(n) ondertekenen;
art 363 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 juli 2013, opgenomen op pagina 93-95 van het proces-verbaal dossiernummer 2013 013126 (voorgeleidingsdossier), in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 176, in het bijzonder pagina 95.
2.het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 juli 2013, opgenomen op pagina 93-95 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 94.
3.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 4 augustus 2013, opgenomen op pagina 113-114 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 114.
4.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 4 augustus 2013, opgenomen op pagina 113-114 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 114.
5.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 28 augustus 2013, opgenomen op pagina 110-112 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 110.
6.Het (relaas-) proces-verbaal d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 3-9 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 6.
7.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 juli 2013, opgenomen op pagina 93-95 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 93; het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 4 augustus 2013, opgenomen op pagina 113-114 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 113; het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 28 augustus 2013, opgenomen op pagina 110-112 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 110.
8.Het (relaas-) proces-verbaal d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 3-9 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 5.
9.Voorblad voorgeleidingsdossier.
10.Overeenkomst werkstraf d.d. 8 mei 2013, opgenomen op pagina 105 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2013, opgenomen op pagina 119-120 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 september 2013, opgenomen op pagina 121 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 oktober 2013, opgenomen op pagina 122 van het onder voetnoot1 genoemde proces-verbaal.
14.Urenlijst werkstraf, opgenomen op pagina 106 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
15.Het proces-verbaal van verhoor van [A] d.d. 21 januari 2014, opgenomen op pagina 189-195 van het proces-verbaal dossiernummer 2013 013126A (pv raadkamer), in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 177 tot en met 220, in het bijzonder pagina 193.
16.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 85-90 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 89.
17.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 85-90 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 89.
18.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 9 januari 2014, opgenomen op pagina 103-104 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 103.
19.Het proces-verbaal van verhoor van [A] d.d. 21 januari 2014, opgenomen op pagina 189-195 van het onder voetnoot 15 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 194.
20.Overeenkomst werkstraf d.d. 8 mei 2013, opgenomen op pagina 107 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
21.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] , opgenomen op pagina 37-50 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 47.
22.Het proces-verbaal niet-stelselmatige observatie d.d. 29 oktober 2013, opgenomen op pagina 145-146 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 145.
23.Het proces-verbaal niet-stelselmatige observatie d.d. 4 november 2013, opgenomen op pagina 147-148 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 146.
24.Het proces-verbaal niet-stelselmatige observatie d.d. 8 november 2013, opgenomen op pagina 149-151 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 150.
25.Urenlijst werkstraf, opgenomen op pagina 108-109 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal.
26.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] , opgenomen op pagina 37-50 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 47.
27.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] , opgenomen op pagina 37-50 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 48.
28.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 85-90 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 87.
29.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 85-90 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 88.
30.Het proces-verbaal van verhoor van [D] d.d. 6 februari 2014, opgenomen op pagina 229-237 van het proces-verbaal dossiernummer 2013 013126B, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 221 tot en met 257, in het bijzonder pagina 234.
31.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 16 januari 2014, opgenomen op pagina 85-90 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 88.
32.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 9 januari 2014, opgenomen op pagina 103-104 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 103.
33.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 15 januari 2014, opgenomen op pagina 75-84 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 81 en 82.
34.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 15 januari 2014, opgenomen op pagina 75-84 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 83.
35.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 15 januari 2014, opgenomen op pagina 75-84 van het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, in het bijzonder pagina 84.
36.Het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van [verdachte] d.d. 17 januari 2014.